Belangrijke onderwijskundige begrippen - Blended learning
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Blended learning
Definitie.
Blended learning: een doordachte combinatie van fysiek en online leren.
Alias: ...
Blended learning
Blended learning is een mix van verschillende manieren van leren. Er zijn diverse definities, waarbij de mix een eigen invulling krijgt:
- Een mix van leren met en zonder technologie. Bijvoorbeeld: een combinatie van e-learning en klassikaal leren.
- Een mix van vormen van e-learning, zoals synchroon en asynchroon e-learning. Bij synchroon e-learning leer je tegelijk met andere studenten, alleen je bent op een verschillende locatie. Bij asynchroon e-learning leer je op je eigen tijd en in je eigen tempo. Er is wel interactie met medestudenten, maar je werkt niet allemaal op hetzelfde moment aan een opdracht.
- Een mix van didactische strategieën, ongeacht het gebruik van technologie.
Bron: https://wij-leren.nl/blended-learning.php
Blending… What Does That Mean?
Research typically defines blending (for learning) as a blend of digital modalities and in-person modalities. But the blend can (and often does) include a blend of asynchronous (self-paced) and synchronous (live) digital technologies.
Bron: https://elearningindustry.com/asynchronous-and-synchronous-modalities-deliver-digital-learning
Blended Learning
This is a term that some find confusing. Originally, blended learning described a combination of local (face-to-face) and remote (distance) education. Today, with the proliferation of new technologies and new pedagogical methods, blended learning can also mean:
1. A mix of synchronous (real-time) and asynchronous (delayed) learning 2. A mix of individual and collaborative learning 3. A mix of mobile and tethered learning 4. A mix of independent and tutor supported learning 5. A mix of formal and informal learning
Bron: http://www.steve-wheeler.co.uk/2020/04/supporting-online-learners.html
Soorten blends
Meestal wordt blended learning eng opgevat als een blend tussen face to face en online leren. Dat is de meest vanzelfsprekende mix, maar Littlejohn (2007) onderscheidt verschillende blends:
(1) plaats blend in welke mate zijn de studenten in staat zowel op de camopus als online met elkaar te communiceren? de docent dient hiermee rekening te houden in zijn ontwerp.
(2) tijdsblend zijn de studenten in staat elkaar op éénzelfde ogenblik te ontmoeten? In welke mate zijn ze beschikbaar voor elkaar? Dit is zeker belangrijk om taken samen af te werken waarbij ze samen moeten overleggen op eenzelfde plaats.
(3) media blend deze blend is afhankelijk in welke mate de studenten vertrouwd zijn met de tools en technologieën.Vanuit het perspectief van de docent is de blend sterk afhankelijk van de domeinspecifieke kennis en vakinhouden. Wiskunde blends zullen van een andere aard zijn dan de taakvakken bijvoorbeeld.
(4) activiteitsblend het combineren van individueel en groepwerk valt hieronder. Methodes zoals probleem gestuurd leren bepaalt dat studenten zelf taken en opdrachten kunnen formuleren en uitwerken.
Bron: https://associatie.kuleuven.be/schoolofeducation/projecten/Van%20e-learning%20naar%20blended%20learning.pdf
Modern blended learning is selecting the most appropriate delivery technology based on learning objectives with consideration of time, place, and space. It is the realization of a harmonic balance of instructional, technical, organizational, and delivery components in support of learner engagement and achievement.
(...)
Critical success factors for blended learning
Our research uncovered four common critical factors for blended learning success:
1. Using needs analysis in alignment of learning outcomes with both organizational and individual learner needs 2. Designing to meet the needs of adult learners 3. Addressing the needs of a diverse audience, with different levels of expertise and mastery need in learners 4. Managing the interaction of content and learners
Bron: Blended learning in practice, Jennifer Hofmann
Blended learning kan worden omschreven als een mengvorm van face-to-face en ict-gebaseerde onderwijsactiviteiten, leermaterialen en tools.
(...)
Redenen om blended learning te gebruiken
Samenvattend worden de volgende redenen genoemd om blended learning toe te passen (Smith & Hill, 2019):
- meer flexibiliteit (meer tijd- en plaatsonafhankelijk leren)
- het faciliteren van personalisering (o.a. leren in eigen tempo, leren op verschillende niveaus)
- betere leerresultaten
- het bevorderen van autonomie en zelfsturend leren
- meer mogelijkheden voor een leven lang leren
- kostenefficiëntie
- meer tevredenheid van leraren en leerlingen
- meer interactie tussen leraren en leerlingen, en tussen leerlingen onderling
Bron: https://www.te-learning.nl/blog/hoe-effectief-is-blended-learning/
Wat is blended learning?
Een veel gebruikte definitie van blended learning is:
“Blended learning is de combinatie van e-learning met een offline leerinterventie”.
Deze definitie is echter beperkt, veel effectieve combinaties (of blends) van leerinterventies worden uitgesloten. Denk bijvoorbeeld aan een training in combinatie met coaching. Een definitie die beter past is:
“Blended learning is een rijke mix van leerinterventies die online en/of offline plaatsvinden.”
Bij blended learning gaat het er dus om dat je verschillende leerinterventies in jouw leertraject gebruikt.
Bron: Het blended learning kookboek, Johannes Vinke & Martèn de Prez (pdf)
Wat is Blended leren?
Blended leren is een onderwijsvorm waarbij online en on-campus onderwijs doordacht geïntegreerd worden.
- Doordacht betekent dat de aanpassingen telkens gebeuren in functie van de leerdoelen; in functie van wat je wil bereiken.
- Geïntegreerd slaat dan weer op de sequentie aan online en F2F leeractiviteiten en het belang van wisselwerking tussen beiden.
Indien deze twee factoren in acht genomen worden, kan blended leren een effectievere leerstrategie zijn dan normaal F2F-onderwijs (Spanjers et al, 2015; Broadbent, 2017).
Bron: https://wet.kuleuven.be/sbook/leren-op-afstand/blended-leren
Wat is Blended Learning?
Blended learning is een combinatie van de klassieke lesmethodes met de moderne mogelijkheden. Hiervoor zijn dan ook zeer veel mogelijkheden. De meest gekozen methode is een combinatie van fysiek lesmateriaal met webinars, online video’s en een online toetsing van de opgedane kennis. In de meeste toepassingen van blended learning kunnen de lessen in een eigen tempo gevolgd worden en is er een besparing op de kosten van de lesmethode.
Bron: https://www.thehuddle.nl/kennisbank/e-learning-tips/blended-learning/
Wat is blended learning?
Definitie
Wij zien blended learning als: “een leermethode die traditionele klassikale activiteiten combineert en integreert met online trainingsmethodes.” Het is dus een methode waarbij verschillende leervormen samenkomen in één leertraject.
Eisen waaraan blended learning moet voldoen De definitie geeft al een duidelijke richting aan wat wij verstaan onder blended learning. Daarnaast hanteren we ook een aantal veelvoorkomende regels: 1. Online leren is een deel van het traject. 2. Het andere deel van het traject gebeurt in een klassikale setting. 3. De online en klassikale delen zijn een aanvulling op elkaar. Het is een volledig geïntegreerd lesprogramma.
Wat is blended learning niet? Dezelfde trainingsinhoud online en offline aanbieden, geldt niet als blended. Net als het enkel toevoegen van een computerscherm aan een klassikale sessie. De combinatie van verschillende online en offline leermethodes moeten naadloos op elkaar aansluiten en elkaar aanvullen.
Waarom een blended leertraject? Blended learning is vooral een geschikt middel als je een verdiepingsslag wilt maken in het klassikale gedeelte. Gaat het bij jou vooral om het overbrengen van theorie zonder dat hier praktijkopdrachten bij zitten? Dan zou enkel online leren ook een goed middel zijn.
Bron: Dé how-to gids voor een optimale blended learning strategie, Studytube
Definitie blended learning
Blended learning betreft het optimaliseren en verrijken van studentgerichte leerervaringen, rnogelijk gemaakt door de harmonieuze integratie van verschillende activerende strategieën, bereikt door de combinatie van fysieke interactie met ICT.
Dit is een hele mond vol en wellicht wat indrukwekkend, maar het is wel precies de kern van blended learning. Daarom is het nodig de losse onderdelen toe te lichten.
Bij blended learning gaat het altijd om:
- Optimalisatie en veriijking van studentgerichte leerervaringen: leren is per definitie een activiteit van de student, oftewel: de student staat centraal. Je zoekt als docent naar de best mogelijke leerervaring voor de student, passend bij de beoogde leeruitkomsten.
- Harmonieuze integratie van verschillende strategieën: de leerervaringen krijgen vorm in verschillende leeractiviteiten in optimale onderlinge afstemming. Afstemming veronderstelt daarbij altijd ten minste twee leeractiviteiten die op elkaar aansluiten, en door dezelfde studenten worden gedaan.
- Activerende werkvormen: studenten worden gestimuleerd tot actieve deel-name en eigenaarschap van het leerproces. Daarbij is het de bedoeling dat het zweet van hán rug stroomt, en niet van die van jou als docent. - Maximale interactie: je streeft voortdurend naar zo veel mogelijk inter-actie, zowel fysiek als online. Die interactie vindt plaats tussen de student en jou als docent, tussen studenten onderling en tussen student en leerinhoud.
- Inzet van ICT: je zet ICT in om de leeractiviteiten - en dus de interacties en werkvormen - te faciliteren. ICT is daarmee een middel, geen doel op zich. ICT maakt het mogelijk om zowel fysiek als online, en zowel synchroon als asynchroon te leren en communiceren.
Blended learning is echter meer dan een concept dat je één keer definieert en uitwerkt; het is een doorlopend proces dat zich verder ontwikkelt bij elke docent en iedere student die ermee werkt. Heb het dus vooral over de inzet van activerende werkvormen, gericht op maximale interactie, passend bij de beoogde leeruitkomsten, in een optimale leeromgeving, met een beetje hulp van ICT. Het technische aspect van blended learning zal nooit de docent kunnen vervangen. Integendeel, het is juist bedoeld om ook buiten de fysieke, veelal klassikale contacttijd, interactie te faciliteren. Dus laten we het concept niet langer als iets nieuws presenteren, want daardoor blijft het altijd enigszins ongrijpbaar.
Bron: Blended learning en onderwijspraktijk - van theorie naar praktijk, Barend Last & Stefan Jongen
Laatst aangepast op zondag, 09 mei 2021 10:39
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Scaffolding
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Scaffolding
Definitie
...
Alias: ...
Zie ook: Belangrijke onderwijskundige begrippen - Zone van naaste ontwikkeling
Scaffolding
Bij scaffolding biedt de leerkracht ondersteuning die steeds net boven het niveau van een leerling ligt, waardoor de leerling een hoger niveau kan bereiken.
Scaffolding is dus een combinatie van het initieel aanbieden van veel ondersteuning aan leerlingen en het geleidelijk afbouwen daarvan naarmate hun expertise toeneemt.
Scaffold is een engelse term voor 'steiger'. Je zet dus als het ware als leerkracht iets voor de leerling 'in de steigers'.
Bron: https://wij-leren.nl/scaffolding.php
Scaffolding
Scaffolding is een aanpak waarbij de leraar leerlingen stimuleert om zelfstandig stappen te maken in het leren. De leraar biedt tijdelijk hulp, waarbij hij de leerling uitdaagt om ‘hardop te denken’ zodat de leerling zelf met antwoorden komt. Het woord ‘scaffold’ betekent letterlijk steiger. De aanpak is dan ook net als een steiger: de hulp is tijdelijk een de leraar past de hulp aan aan het niveau van de leerling.
Scaffolding daagt leerlingen uit om via vragen stellen en in gesprek gaan een stap te zetten naar de “zone van naaste ontwikkeling”. Een leerling bevindt zich op een bepaald niveau van ontwikkeling. Om een stapje verder te komen – zijn volgende ”zone van naaste ontwikkeling te bereiken” – moet de leraar (de expert) vaststellen met welke tussenstappen hij de leerling verder kan helpen.
Vooral het tijdelijke karakter van Scaffolding is kenmerkend voor de aanpak. Zodra de leerling zelf verder kan wordt de hulp afgebouwd. Bij scaffolding werkt de leraar samen met de leerling volgens een vast stappenplan.
Bron: https://www.leraar24.nl/69986/scaffolding/
Scaffolding en formatief evalueren
Scaffolding is het aanpassen van je onderwijs zodat leerlingen op het juiste niveau worden ondersteunt: zij krijgen voldoende ondersteuning om iets te doen, maar krijgen in toenemende mate meer zelfstandigheid om het zelf te doen (fading). Het staat ook wel bekend als de ‘zone van naaste ontwikkeling’ van Lev Vygotsky. Als het om formatief evalueren gaat, is het één van de belangrijkste strategieën om actief mee bezig te zijn: met feedup, feedback en feedforward ben je doorlopend aan te kijken waar leerlingen staan en hoe zij verder kunnen komen, wat ook zou moeten inhouden dat je je onderwijs aanpast op basis van die informatie.
https://www.vernieuwenderwijs.nl/5-strategieen-om-te-werken-aan-scaffolding/
Scaffolding - Wat is dat?
Scaffolding - steigeren om te doen stijgen Het Engelse woord 'to scaffold' betekent "een steiger bouwen". In de didactiek wordt het begrip gebruikt om aan te geven dat lee tussenstapjes nodig kunnen hebben om bepaalde taken uit te voeren.
De leraar (de expert) bouwt daartoe een "steigertje" waarop de leerling (de novice) even kan gaan staan om zijn hoger gelegen doel te bereiken. Deze metafoor is ontleend aan het werk van de bekende Russische psycholoog, Lev Vygotsky, (1896-1934) Vygotsky heeft het begrip "zone o proximal development" (ZPD) geïntroduceerd waarmee het volgende bedoeld wordt.
Een leerling bevindt zich op een bepaald niveau van ontwikkeling. Om een stapje verder te komen - zijn volgende ''zone van naaste ontwikkeling te bereiken'' - moet de docent (de expert) vaststellen met welke tussenstappen hij de leerling kan helpen om het leerproces te optimaliseren.
Bron: Scaffolding - Technieken om MVT leerlingen hoger te laten reiken, A. Beeker, J. Canton, B. Trimbos
Scaffolding
Het Engelse 'scaffold' betekent letterlijk: steiger. Scaffolding houdt in dat de leerling steun krijgt van de leerkracht bij het volbrengen van taken die zonder hulp nét te moeilijk zouden zijn. Het betreft dus het aanspreken van de zone van naaste ontwikkeling van de leerling.
Bron: Rekenproblemen en dyscalculie - theorie, onderzoek, diagnostiek en behandeling, A.J.Jm. Ruijssenaars, J.E.H. van Luit en E.C.D.M van Lieshout
Een meer didactische toepassing van ... de notie van de zone van naaste ontwikkeling is in Amerika zeer populair geworden onder de naam 'scaffolding'. Letterlijk betekent 'scaffold' steiger. Dit begrip verwijst naar de leerroute van kleine stapjes die een leerkracht uitzet voor de leerling(en) en waarlangs de leerling stap voor stap naar het leerdoel kunnen opklimmen. 'Scaffolding' is een manier om een zone van naaste ontwikkeling van een groep leerlingen zodanig te organiseren dat ze systematisch en stapsgewijs de gewenste leerresultaten bereiken. Een essentieel onderdeel in het ontwerp van een 'scaffold' is het analyseren van een leertaak in kleine stapjes, waardoor de leerlingen de leerweg gemakkelijker kunnen volgen.
Bron: Pedagogiek in meervoud, Siebren Miedema (Red.)
Scaffolding is support for learners that gradually fades away until the learner can do the task without support. Think of construction: you use the scaffolding while a skyscraper is being built. When the building is complete, the scaffolding is taken down.
Bron: Scaffolding in Microlearning, Christy Tucker
De vier kenmerken van scaffolding:
- adaptiviteit: aangepast aan de kennis/niveau van de leerling
- fading: het moet afgebouwd worden
- overdracht van verantwoordelijkheid
- diagnositisceren of monitoren van het begrip van de leerling
Het stappenplan voor effectieve scaffolding:
- Diagnose van het probleem.
- Check de diagnose.
- Hulpstrategieën.
- Check begrip.
Bron: https://vriendvandeshow.nl/dekrijtlijnen/episodes/62-janneke-van-de-pol-over-scaffolding
Stappenplan scaffolding
[Scaffolding] bestaat uit vier stappen:
- Diagnose van het probleem. Tijdens deze stap bekijkt je wat de leerling al wel weet en wat nog niet
- Check de diagnose. Je checkt of je op een lijn zit met de leerling, zodat zeker is of zijn hulpvraag goed in beeld is
- Hulpstrategieën. Bij deze stap gaat het om vragen stellen, feedback geven, instructie geven
- Check begrip. De laatste stap gaat om het navragen en laten herhalen zodat je zeker weet dat de leerling voldoende heeft gehad aan de hulp
Tijdens de verschillende stappen is het een uitdaging om gebruik te maken van de stiltes die vallen; daarin geef je de leerlingen tijd om na te denken.
Bron: https://www.leraar24.nl/69986/scaffolding-daagt-leerlingen-uit-tot-zelfstandig-leren/
Laatst aangepast op zaterdag, 06 februari 2021 08:41
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Samenwerkend leren
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Samenwerkend leren
Definitie
...
Alias: Coöperatief leren
Samenwerkend leren
Het woord zegt het al: leren doe je samen. Toch is het niet zomaar groepswerk. Bij samenwerkend leren wordt gebruik gemaakt van samenwerkingsvormen.
Samenwerkend leren gaat uit van vijf basisprincipes:
- Positieve wederzijdse afhankelijkheid.
- Individuele verantwoordelijkheid.
- Directe interactie.
- Samenwerkingsvaardigheden.
- Evaluatie van het groepsproces.
Bij samenwerkend leren speelt de samenwerking tussen sterkere en zwakkere leerlingen een grote rol. De kinderen zoeken samen naar een oplossing en helpen elkaar. De gedachte hierachter is dat zowel de zwakke als de sterke kinderen hiervan leren. De zwakke leerlingen, doordat ze uitleg en aanmoediging krijgen. De sterke leerlingen, omdat zij de stof op een hoger niveau leren beheersen als ze het aan anderen uitleggen. Bij samenwerkend leren is dus niet alleen de lesstof belangrijk, maar ook de samenwerking. Bron: https://wij-leren.nl/samenwerkend-leren.php
Laatst aangepast op donderdag, 04 februari 2021 07:26
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Automatiseren
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Automatiseren
Definitie
...
Alias: ...
Automatiseren
Automatiseren heet ook wel inoefenen. Bij automatiseren oefent een kind om kennis of vaardigheden op te halen zonder lang nadenken. Een voorbeeld hiervan zijn de tafels van vermenigvuldiging. Of het toepassen van een rekenstrategie, zoals onder elkaar optellen.
Het automatiseringsproces verloopt geleidelijk. In eerste instantie zal een leerling een som bewust aanpakken en stap voor stap nadenken. Daarna maakt hij de som steeds sneller en gaat het steeds meer automatisch. De laatste stap is het integreren van het geleerde in andere vaardigheden.
Bron: https://wij-leren.nl/automatiseren.php
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 11:21
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Pygmalion-effect
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Pygmalio-effect
Definitie
...
Alias: ...
Pygmalion-effect
Het Pygmalion-effect, ook wel het Rosenthal-effect, is een fenomeen dat aansluit bij de theorie van de selffulfilling prophecy. Het effect houdt in dat docenten met hun (on)bewuste verwachtingen de leerprestaties van leerlingen sturen. Dat kan in positieve zin: hoge verwachtingen leiden tot betere prestaties. Deze sturing kan ook in negatieve zin: lage verwachtingen leiden tot slechtere prestaties.
De verwachting die de docent heeft, beïnvloedt dus de resultaten van de leerlingen. Dat komt doordat leerlingen zich gedragen naar de verwachting die de docent van hem of haar heeft. Om goed onderwijs te verzorgen, is het daarom belangrijk dat de docent een goed beeld heeft van de capaciteiten van de leerlingen.
Bron: https://wij-leren.nl/pygmalio-effect.php
Prins Pygmalion
Waar staat ‘Pygmalion’ voor? Daarvoor moeten we kijken naar de Grieks mythologie; naar een verhaal van de Griekse dichter Ovidius.
Pygmalion was in de Griekse mythologie een prins uit Cyprus die zich graag bezighield met beeldhouwen. Omdat hij bang was voor ontrouw, bleef hij liever vrijgezel. Hij maakte graag beelden van vrouwen. Zo werkte hij dagenlang aan een ivoren vrouwenbeeld. Hij maakte dit beeld zo perfect, dat hij er zelfs verliefd op werd.
Op een feestdag sprak Pygmalion bij een altaar van Aphrodite (Godin van de liefde, schoonheid en seksualiteit) de wens uit dat de goden hem een vrouw zouden geven. Hij had de moed niet om “die van ivoor” te zeggen en in de plaats daarvan zei hij “die lijkt op mijn ivoren vrouw”. Aphrodite, zelf aanwezig, begreep zijn wens: driemaal schoot een vlam hoog op, ten teken van genade.
Eenmaal thuis aangekomen kuste Pygmalion het beeld en… kwam het tot leven! De sterke wens (verwachtingen) om een beeld tot leven te laten komen had dus voor mooi resultaat gezorgd.
Het onderzoek
Het ‘Pygmalion-effect‘ is de titel – en tegenwoordig een algemeen gebruikte term – van een onderzoek uit 1968. In dit onderzoek, gedaan door Robert Rosenthal en Leonore Jacobson, is onderzocht in hoeverre de verwachtingen van docenten invloed hebben op de prestaties van leerlingen. Om dit te onderzoeken hebben zij een I.Q.-test afgenomen bij leerlingen uit een klas van een basisschool in Californië. De uitslag van de test was alleen bekend bij de onderzoekers. Vervolgens hebben Rosenthal en Jacobson met de docenten van die klas enkele leerlingen besproken waarvan je op basis van de I.Q.-test mag verwachten dat zij snel zouden groeien op intellectueel gebied: zij zouden dus relatief goed gaan presteren. In werkelijkheid ging het om willekeurig gekozen leerlingen. Aan het einde van het schooljaar werd er weer een I.Q.-test afgenomen bij de klas.
De Resultaten
Bij de uitslag van de tweede I.Q.-test bleek dat alle kinderen vooruit waren gegaan, maar de leerlingen waarover was gezegd dat zij een relatief goed zouden gaan presteren waren relatief méér vooruit gegaan. Het experiment is vervolgens op grotere schaal herhaald, waarbij leerlingen uit – en docenten van – meerdere klassen zijn betrokken bij het experiment. Ook bij dit experiment bleek dat de leerlingen die relatief goed zouden presteren, dat daadwerkelijk deden.
Bron: https://www.vernieuwenderwijs.nl/het-pygmalion-effect-de-invloed-van-verwachtingen/
Men spreekt van het ‘Pygmalion-effect’ als iemand gaat presteren naar de verwachting die gezaghebbende anderen van hem of haar hebben, in positieve of negatieve zin. Het komt erop neer dat hoe hoger de verwachting is van iemand, hoe beter diegene zal presteren, en omgekeerd. Het Pygmalion effect lijkt op het principe van de ‘selffulfilling prophecy’, de zelfbevestigende voorspelling.
Dit psychologische fenomeen is terug te voeren op een verhaal van de Romeinse dichter Ovidius over de Griekse Prins Pygmalion, die een passie had voor beeldhouwen. Pygmalion werkte dagenlang aan een ivoren sculptuur van een perfecte vrouw. Toen het beeld eindelijk klaar was, werd hij er verliefd op. Hij hoopte vurig dat het beeld tot leven kwam, schonk het talloze cadeaus en smeekte de Godin Aphrodite om zijn wens in vervulling te laten gaan. Toen hij na de zoveelste smeekbede het beeld kuste, werd het ivoor week en maakte de kou van het steen plaats voor de warmte van een vrouw. Zijn wens was in vervulling gegaan……
Het Pygmalion-effect is door de Amerikaanse psycholoog en onderzoeker Rosenthal als zodanig geduid. Hij nam intelligentietesten af bij schoolkinderen en deelde de resultaten met de leerkrachten. De leerkrachten ontvingen een lijst met namen van leerlingen die ‘goed’ gescoord hadden. Toen de kinderen een tijd later opnieuw werden getest, bleek dat de kinderen die eerder als ‘intelligenter’ werden beoordeeld ook aanzienlijk beter scoorden dan de ‘minder intelligente’ kinderen. Maar wat was het geval, in werkelijkheid had de eerste test niets gemeten. De docenten hadden een lijst ontvangen met willekeurige namen van leerlingen die ‘goed’ gescoord hadden. De intelligente kinderen waren dus helemaal niet intelligenter dan de minder intelligente kinderen. De kinderen die ‘at random’ op de lijst geplaatst waren als zijnde kinderen met een hoge score, behaalde daadwerkelijk statistisch significant betere resultaten dan hun klasgenootjes. Zonder dat de leerkrachten het doorhadden, beïnvloedde het idee dat ze hadden over bepaalde leerlingen hun manier van lesgeven en de op niets gebaseerde verwachting van de docenten omtrent de intelligentie van deze kinderen was dus werkelijkheid geworden.
Bron: De coachtip van de maand: Het Pygmalion-effect, Rüna Honig
Het Pygmalion-effect
In 1968 onderzocht Robert Rosenthal samen met Leonore Jacobson een klas op een school in Califonië. Ze namen bij alle leerlingen een intelligentietest af en de uitslag daarvan deelden ze niet met de leerkrachten of leerlingen. Wel gaven de onderzoekers bij de leraren aan welke leerlingen volgens deze test een groot cognitief potentieel hadden. Misschien lieten deze leerlingen in de klas dit nog niet zien in hun prestaties, maar de test liet duidelijk zien dat zij cognitief zeer sterk waren en goede resultaten zouden moeten kunnen halen.
In werkelijkheid hadden de onderzoekers de namen van deze ‘cognitief sterke’ leerlingen willekeurig gekozen. De leraren hadden dus onjuiste informatie gekregen. Aan het einde van het schooljaar namen de onderzoekers opnieuw een intelligentieonderzoek af.
Het mooie nieuws was dat álle leerlingen vooruit waren gegaan. Maar de leerlingen die door de onderzoekers waren bestempeld als ‘cognitief sterk’ waren relatief méér vooruit gegaan.
Bron: https://platformmindset.nl/2020/02/17/het-pygmalion-effect-het-resultaat-van-je-verwachtingen/
Laatst aangepast op vrijdag, 18 september 2020 08:25
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Probleemoplossend vermogen
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Probleemoplossend vermogen
Definitie
...
Alias: ...
Probleemoplossend vermogen
Het probleemoplossend vermogen is het vermogen om te (h)erkennen dat problemen bestaan en tot een plan kunnen komen om deze problemen op te lossen. Het probleemoplossend vermogen vraagt om vaardigheden als: signaleren, analyseren, oplossingsstrategieën bedenken, creatief denken, doorzetten, samenwerken, proactief zijn, evalueren en reflecteren. Het probleemoplossend vermogen is één van de 21st century skills. Dit is een verzamelterm voor een aantal competenties die belangrijk zijn in de huidige kennis- en netwerksamenleving.
Bron: https://wij-leren.nl/probleemoplossend-vermogen.php
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 11:26
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Pedagogiek
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Pedagogiek
Definitie
...
Alias: ...
Pedagogiek
Pedagogiek is opvoedkunde. Andere gangbare betekenissen zijn onderwijsleer en opvoeding. De pedagogiek probeert op een systematische manier kennis te verwerven over de ontwikkeling van een kind tot zijn volwassenheid.
Bron: https://wij-leren.nl/pedagogiek.php
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 11:26
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Body of knowledge
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Body of knowledge
Definitie
(Expliciet én toegankelijk gemaakte) fundamentele basiskennis om specifiek beroep uit te oefenen.
Alias: BOK, BoK
Body of knowledge
Hoeveelheid kennis die de basis vormt voor het uitoefenen van een specifiek beroep. Ieder beroep kent een 'body of knowledge', en het leren van die body of knowledge noemen we conceptueel leren.
(...)
De uitvoering van iedere beroepstaak veronderstelt altijd een hoeveelheid kennis, vaak van verscheiden soort. Een opleiding zorgt ervoor dat leerlingen en studenten die kennis voldoende diepgaand leren. Maar het gaat altijd om kennis die functioneert in de uitvoering van beroepstaken, het gaat om 'kennis als gereedschap', niet om 'kennis als doel'.
Als leerlingen en studenten alleen maar kennis 'hebben' (weten) en er niet mee kunnen werken, heeft die kennis voor de beroepsuitoefening geen betekenis. Het gaat om weten plus gebruiken. Leidraad is de beroepsuitoefening, daar blijkt of er in voldoende mate van kennis sprake is.
Een opleiding ontkomt er niet aan inzicht te hebben in de kennis die nodig is om de beroepstaken uit te kunnen voeren. Voor dat geheel van kennis is de term body of knowlegde in omloop. Die body of knowledge bestaat uit zowel de werkmodellen (de aanpak, de theorie met de kleine t), als de achterliggende Theorie waarmee de aanpak kan worden verantwoord.
Bron: Aan de slag - inspirerende opdrachten voor beroepsopleidingen, Marjolein Ploegman, Dick de Bie
De beroepskennis en de fundamentele basiskennis vormen samen de 'body-of-knowledge' van het beroep. Het betreft hier kennis die geëxpliciteerd kan worden, de 'harde kern' van het beroep, het zogenaamde materiële object waarover een zekere mate van consensus is.
Bron: De Logica van vraaggericht leren, Door Ton Bruining
Met een body of knowledge wordt een kennisverzameling van een vakgebied bedoeld, zoals deze aanwezig is in de literatuur en in de praktijk.
Bron: Projectmanagement op basis van ICB, Bert Hedeman & Roel Riepma
Body of knowledge
A body of knowledge (BOK or BoK) is the complete set of concepts, terms and activities that make up a professional domain
Several definitions of BOK have been developed, for example:
- "Structured knowledge that is used by members of a discipline to guide their practice or work." "The prescribed aggregation of knowledge in a particular area an individual is expected to have mastered to be considered or certified as a practitioner."
- The systematic collection of activities and outcomes in terms of their values, constructs, models, principles and instantiations, which arises from continuous discovery and validation work by members of the profession and enables self-reflective growth and reproduction of the profession
- A set of accepted and agreed upon standards and nomenclatures pertaining to a field or profession
- A set of knowledge within a profession or subject area which is generally agreed as both essential and generally known.
A body of knowledge is the accepted ontology for a specific domain.
Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Body_of_knowledge
A body of knowledge (BOK) is a comprehensive compilation of the core concepts and skills with which a professional in a specific discipline should be familiar.
Bron: INFORMS Analytics Body of Knowledge, James J. Cochran (Red.)
Laatst aangepast op zaterdag, 02 januari 2021 12:06
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Adaptieve toets
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Adaptieve toets
Definitie
...
Alias: ...
Adaptieve toets
Een adaptieve toets (Computergestuurde Adaptieve Toets (CAT)) is een toets waarvan de opgaven tijdens de afname geselecteerd worden. Hierdoor krijgt elke student opgaven aangeboden die aansluiten bij zijn of haar niveau. Bij een goed antwoord krijgt de student een moeilijkere opgave, bij een fout een gemakkelijkere. Een andere mogelijkheid is aanpassing op toetsniveau: dan krijgt de student op basis van de score een moeilijkere of gemakkelijkere vervolgtoets.
Bron: https://wij-leren.nl/adaptieve-toets.php
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 11:26
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Orthopedagogiek
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Orthopedagogiek
Definitie
...
Alias: -
Orthopedagogiek
De orthopedagogiek is het onderdeel van de pedagogiek, dat zich bezighoudt met het onderzoek naar en de opvoeding van kinderen met leer- en/of opvoedingsproblemen.
Bron: https://wij-leren.nl/orthopedagogiek.php
Laatst aangepast op maandag, 04 mei 2020 11:25
|