Ben Kuiken beschrijft in zijn boek De zinmakers - nieuw organiseren in tijden van complexiteit en onzekerheid wat hij verstaat onder complexiteit:
Simpel gezegd is er sprake van complexiteit als er meerdere elementen zijn die elkaar beïnvloeden. Een verzameling sokken in een la is niet complex, omdat ze elkaar niet beïnvloeden. En toch kunnen ze behoorlijk rommelig door elkaar liggen, waardoor het een ingewikkelde klus wordt om het juiste paar bij elkaar te zoeken (zeker als er sokken verdwijnen, wat op wonderlijke wijze altijd lijkt te gebeuren).
De aandelenhandel op de beurs daarentegen kan wel gezien worden als complex, omdat de handelaren met de verkoop of aankoop van aandelen de koers van een aandeel beïnvloeden en daarmee elkaar, de AEX en andere indices. Geen van de handelaren heeft daar direct invloed op; de prijs komt tot stand door het ingewikkelde samenspel van loven en bieden door de individuele handelaren.
In de complexiteitstheorie noemen we die handelaren en andere deelnemers agents. Andere voorbeelden van agents zijn onder meer mieren, atomen en zenuwcellen. Deze agents doen als het ware hun ding (voedsel verzamelen, tegen elkaar aanbotsten, met de auto de weg op gaan, signalen opvangen en doorgeven) en uit het samenspel van deze zelforganisatie ontstaan patronen (emergentie) die niet volledig is terug te voeren zijn op de individuele agents. Het geheel is meer dan de som der delen, zeggen we dan, en dat klinkt misschien een beetje zweverig, maar de natuur zit er vol mee. Denk aan een mierenkolonie, een oerwoud of je eigen hersenen. Het intrigerende van deze voorbeelden is dat er geen regisseur is, er is zelfs geen overkoepelend plan of een blauwdruk, en toch loopt het als een zonnetje. Het loopt zelfs beter dan wanneer er wel iemand aan de touwtjes zou trekken, zo blijkt uit vele experimenten en voorbeelden uit de natuur.
(...)
Het vliegtuig en de olifant
En om het allemaal nog interessanter te maken (ben je er nog?): ongeordend is de natuurlijke staat der dingen. Orde is uitzonderlijk. Sterker nog: dingen die geordend zijn, hebben een natuurlijke neiging om in de loop van de tijd ongeordend te raken. Dat herken je vast wel als je bijvoorbeeld naar je bureau kijkt, of naar je kledingkast. En andersom gebeurt zelden: dat de dingen die ongeordend zijn spontaan geordend raken. Althans, niet zonder hulp van buitenaf. Daarom zijn complexe systemen ook zo bijzonder: die zijn namelijk wel in staat om spontaan te bewegen van geordend naar ongeordend en weer terug. Zonder hulp of coördinatie van buitenaf. Dat is best knap.
Stel je voor dat je bureau zichzelf opruimt, zonder dat je daar iets voor hoeft te doen. Om dit te kunnen maakt een complex systeem gebruik van feedback, bijvoorbeeld in de vorm van energie. Door je bureau op te ruimen voeg je van buitenaf energie toe en daardoor gaat je bureau van ongeordend naar geordend. En door te eten voeg je energie toe aan je lichaam en valt het niet uit elkaar (goed blijven eten dus).
Nu is een bureau natuurlijk geen complex systeem. De pen en de lineaal interacteren niet met elkaar op een manier waardoor ze spontaan een lijntje op een vel papier zetten. Behalve in Harry Potter natuurlijk, maar daar kunnen ze dan ook toveren.
Een ander belangrijk en handig onderscheid is daarom dat tussen complexiteit en gecompliceerd. Deze twee begrippen worden vaak door elkaar gebruikt, en dat is een van de redenen dat we zo vaak de plank misslaan bij het maken van beleid en plannen.
Beide begrippen komen uit het Latijn en hebben dezelfde stam: com, dat 'samen' of 'tegelijk' betekent. Plex betekent echter 'gevlochten', terwijl plic verwijst naar 'gevouwen' of 'opgerold'. Je zou complex dus kunnen vertalen als 'in elkaar gevlochten', en gecompliceerd als 'opgevouwen'. Dit vlechtwerk bij complexiteit wijst op de wederzijdse afhankelijkheid of interactie die er tussen de onderdelen bestaat. De dynamiek die door die wederzijdse afhankelijkheid bestaat en interactie ontstaat, maakt dat het geheel meer is dan de som der delen.
Om een eenvoudig voorbeeld te geven: een vliegtuig is gecompliceerd, een olifant complex. Je kunt een vliegtuig namelijk in onderdelen uit elkaar halen, en als je heel handig bent ook weer in elkaar zetten. In theorie kun je daarmee zelfs weer gaan vliegen (ik ga niet mee!). Iets anders is het als je en olifant uit elkaar haalt. Die kun je met wat knip- en plakwerk best wel weer in elkaar zetten, maar een levende olifant wordt het niet meer. Je hebt letterlijk het leven, het geheel, eruit gehaald.
Een van de oorzaken waarom zoveel plannen en beleid mislukken, is dat we als het ware het leven eruit halen. We doen net alsof alles gecompliceerd is en knippen het op in stukjes en behandelen elk stukje als apart, zelfstandig onderdeel. Maar daardoor komen we dus tekort, we missen de spreekwoordelijke hele olifant die rondloopt op de savanne en op zoek gaat naar voedsel, water en vriendjes.
(...)
Je zou kunnen zeggen dat de meeste maatschappelijke en organisatievraagstukken eerder mysteries zijn dan raadsels, eerder complex dan gecompliceerd. En daarbij gaat het dus niet alleen om de (hoeveelheid) informatie die je hebt, om de afzonderlijke stukjes data. Het gaat veel meer om (het begrijpen van) de interactie tussen die verschillende onderdelen, om hoe ze elkaar beïnvloeden en welke patronen daardoor kunnen ontstaan. En dat vergt veel meer dan kennis alleen. Het vergt weging en schatting van die informatie, van wat belangrijk en minder belangrijk is. Het vergt het kunnen herkennen van patronen, en ze kunnen vergelijken met andere, vergelijkbare partronen. En het vergt om een herkenning van de onzekerheid van je voorspellingen, omdat je 'weet' dat een kleine variatie (een enkele gebeurtenis) compleet andere patronen kan doen ontstaan.
Onze behoefte aan voorspelbaarheid en controle
Maar kennelijk hebben wij mens daar veel moeite mee. We hebben een enorme behoefte aan voorspelbaarheid en controle, en we houden ons liever vast aan de illusie van de voorspelbaarheid die harde feiten en cijfers ons bieden dan dat we accepteren dat die feiten en cijfers weinig voorspellende waarde hebben voor de patronen die zich in de complexe werkelijkheid ontwikkelen. Liever de illusie van grip en zekerheid dan het accepteren van onze feitelijke onmacht en onzekerheid. Maar wie houden we eigenlijk voor de gek?
Bron: De zinmakers - nieuw organiseren in tijden van complexiteit en onzekerheid, Ben Kuiken