De Leeuw omschrijft management als besturen: het doelgericht beïnvloeden van (een onderdeel van) een organisatie en van de interne en externe processen. Manager is meer dan alleen beslissen, het gaat om ‘realiseren’. Een belangrijk onderscheid in het geheel van managementtaken is die naar besturingsniveau. Hierbij worden drie niveaus onderscheiden: operationeel, tactisch en strategisch management.
Strategisch management
Het managen (besturen) van die aspecten die voor het voortbestaan (continuïteit) van de organisatie cruciaal zijn. Voorbestaan is het handhaven (c.q. verbeteren) van een releatief onafhankelijke positie in de omgeving. Alle vraagstukken waarbij de positie van de organisatie in het geding is, behoren onderwerp te zijn van strategisch management. Daarmee en daardoor is strategisch management sterk gericht op de omgeving. Daarnaast is het managen van de hoofdstructuur van de organisatie onderdeel van strategisch management.
Tactisch management
Het geheel van organiserende en structurerende taken dat, uitgaande van het strategisch management nodig is. Het is het structureel besturen van het systeem.
Tactisch management wordt ook wel organistorisch management genoemd, vanwege het verband tussen structuur en organisatie.
Operationeel management
Het geheel van besturende taken dat bij een gegeven strategisch en tactisch management de gang van zaken zo goed mogelijk moet laten verlopen.
Bron: Bedrijfskundig management (2000), A.C.J. de Leeuw