Het 3 levels of performance-model van Rummler-Brache schetst een holistisch beeld van een organisatie als samenstel van negen afhankelijke variabelen die bepalend zijn voor de prestaties.
De variabelen zijn verdeeld over drie prestatieniveaus:
(1) Organization Level
(2) Process Level
(3) Job/performer Level
Naast de drie niveaus zijn er per niveau ook drie factoren die op dat niveau bepalend zijn voor de effectiviteit van het betreffende niveau en de totale organisatie:
(1) Doelen: reflecteren de verwachtingen van externe of interne klanten.
(2) Ontwerp: structuur waarbinnen de componenten zodanig geconfigureerd zijn dat doelen effectief gerealiseerd kunnen worden.
(3) Management: om zeker te stellen dat doelen actueel blijven en gerealiseerd worden is 'management practice' nodig.
Organisatiedoelen (Organization Goals)
De organisatiedoelen maken deel uit van de bedrijfsstrategie. Deze doelen geven richting aan alle andere prestatievariabelen.
Organisatiemanagement (Organization Management)
Op het organisatie-niveau bevindt zich de variabele van Organization Management. Deze variabele heeft tot doel ervoor te zorgen dat de organisatie effectief en efficiënt functioneert.
Eén van de taken van Organization management is Goal Management. Goal management houdt in dat functionele subdoelen worden vastgesteld die de realisatie van organisatiedoelen ondersteunt.
"Failure to set goals that reflect a function’s expected contribution to the entire organization will lead to the silo-based suboptimization discussed earlier."
Procesdoelen (Process Goals)
Procesdoelen: omdat processen het het middel waarmee werk gedaan wordt, is het nodig doelen te stellen vor processen. De doelen voor processen die externe klanten raken moeten een afgeleide zijn van de organisatiedoelen en andere klanteisen (customer requirements). De doelen voor interne processen worden gedreven door de behoeften van interne klanten.
Bij het stellen van functionele doelen die maken onderdeel uit van de prestatievariabele Organization Management moet ook eerst bepaald worden wat de bijdrage is aan de processen waarbinnen de organisatorische eenheid actief is.
Each function exists to serve the needs of one or more internal or external customers. If a function serves external customers, it should be measured on the degree to which its products and services meet those customers’ needs. If a function serves only internal customers, it should be measured on the way it meets those customers’ needs and on the value it ultimately adds to the external customer. In both cases, the key links to the customer are the processes to which the function contributes.
Bron: Overview of the 3 Levels of Performance, Rummler Brache