Leermiddel
Definitie
...
Alias: ...
Leermiddel
Informatiedragers die leerprocessen ondersteunen
Bron: Lesgeven en zelfstandig leren, Tjipke van der Veen & Titus Geerligs
WAT ZIJN LEERMIDDELEN?
Bij het woord 'leermiddelen' denken we vaak aan (papieren) producten die gebruikt worden ten behoeve van onderwijs en opleiding. Voor deze producten zijn veel verschillende benamingen bedacht. In het reguliere onderwijs hebben we het vaak over methoden. Een verwante term is schoolboeken, of leerboeken.
In het hoger onderwijs wordt vaak gesproken over syllabi, readers, modulen. Maar zijn handleidingen, 'job aids', toetsen, atlassen, woordenboeken, romans en studiewijzers ook leermiddelen?
Er zijn grofweg twee manieren om het begrip leermiddelen te definiëren.
Brakenhoff en Homminga (1995) omschrijven leermiddelen of media als hulpmiddelen die de leerkracht en/of de leerling in de onderwijsleersituatie kan gebruiken om leeractiviteiten op gang te brengen. Leermiddelen zijn dus instrumentele hulpmiddelen binnen het proces van onderwijzen en leren. Het begrip leermiddel krijgt daarmee pas betekenis door het gebruik dat een leerkracht/leerling ervan maakt. Pas dan is een middel een leermiddel. In essentie zijn dan alle objecten (en subjecten) die gebruikt worden om aan en van te leren leermiddelen. Dan kunnen ter observatie in een biologieles meegebrachte dieren in de klas ook leermiddelen worden. Dan kan de hele wereld uit leermiddelen bestaan. Het lastige van deze utiliteitsbenadering is dat je de kwaliteit van leermiddelen niet vooraf kunt bepalen, los van het gebruik.
De tweede manier om leermiddelen te definiëren is uit te gaan van het doel waarmee een leermiddel gemaakt is: om leren te faciliteren. Min (a000) geeft aan dat er een duidelijk onderscheid is tussen leermiddelen, instructiemiddelen, communicatiemiddelen en hulpmiddelen. Het is hier vooral een intentionele kwestie: leermiddelen zijn leermiddelen als ze de bedoeling hebben leren te faciliteren. Deze intentionele benadering maakt het mogelijk de kwaliteit c.q. de rol van een leermiddel ook te kunnen bepalen, min of meer los van het gebruik. Daarvoor is het van belang om te achterhalen wat er nodig is om tot leren te komen. Van daar uit kan gericht gekeken worden naar de rol van een leermiddel in een opleiding.
(...)
Leermiddelen zijn teksten en/of beelden die bedoeld zijn om het leren te faciliteren, in die zin dat de leerinhouden geselecteerd en geordend zijn met het oog op te bereiken leerdoelen, en die aanzetten tot het uitvoeren van leeractiviteiten en van activiteiten die het leerproces reguleren.
Leerfuncties van leermiddelen
Hierboven hebben we een viertal functies van leermiddelen aangegeven als het om de ondersteuning van het leerproces gaat. Kort gezegd hebben die te maken met:
- het selecteren en organiseren van leerinhouden;
- het aanzetten tot handelen aan die leerinhouden;
- het reguleren van het leerproces:
- het representeren ervan in beelden en teksten.
Leermiddelen
Hulpmiddelen en media zijn alle dragers en verstrekkers van inhoud.
Bron: samenvatting artikel Westhoff, G.J. (1981). Inleiding en model didactische analyse.
Wat zijn leermiddelen
Bij het woord 'leermiddelen' denken we vaak aan (papieren) producten die gebruikt worden ten behoeve van onderwijs en opleiding. Voor deze producten zijn veel verschillende benamingen bedacht. In het reguliere onderwijs hebben we het vaak over methoden. Een verwante term is schoolboeken, of leerboeken. In het hoger onderwijs wordt vaak gesproken over syllabi, readers, modulen. Maar zijn handleidingen, `job aids', toetsen, atlassen, woordenboeken, romans en studiewijzers ook leermiddelen?
Er zijn grofweg twee manieren om het begrip leermiddelen te definiëren. Brakenhoff en Homminga (1995) omschrijven leermiddelen of media als hulpmiddelen die de leerkracht en/of de leerling in de onderwijsleersituatie kan gebruiken om leeractiviteiten op gang te brengen. Leermiddelen zijn dus instrumentele hulpmiddelen binnen het proces van onderwijzen en leren. Het begrip leermiddel krijgt daarmee pas betekenis door het gebruik dat een leerkracht/leerling ervan maakt. Pas dan is een middel een leermiddel. In essentie zijn dan alle objecten (en subjecten) die gebruikt worden om aan en van te leren leermiddelen. Dan kunnen ter observatie in een biologieles meegebrachte dieren in de klas ook leermiddelen worden. Dan kan de hele wereld uit leermiddelen bestaan. Het lastige van deze utiliteitsbenadering is dat je de kwaliteit van leermiddelen niet vooraf kunt bepalen, los van het gebruik.
Boekaerts en Simons (1995) zeggen dat iemand leert of iets heeft geleerd, wanneer er een relatief stabiele verandering in zijn of haar gedrag of in gedragsdisposities geconstateerd kan worden die het gevolg is van leeractiviteiten en die een zekere mate van wendbaarheid heeft. Er wordt gesproken van leren wanneer iemand meer kennis heeft verworven, iets van buiten heeft geleerd, een regel heeft leren toepassen, een vaardigheid heeft verworven, vooruitgang heeft geboekt, een andere houding heeft aangenomen, naar gelang het leerdoel.
Leren en kennis zijn in bovenstaande definities onlosmakelijk met elkaar verbonden. Daarmee onderscheidt leren zich van 'informatie opdoen', een activiteit waarmee leren en kennis opdoen nogal eens verward wordt. Er is echter verschil tussen informatie vergaren en kennis opdoen. Informatie heeft iets vluchtig. je hebt die rul nodig, er is geen noodzaak de informatie te onthouden, want je kunt die morgen zo weer opzoeken. Kennis opdoen, iets weten, gaat verder die kennis heb je weer nodig om andere dingen te leren, is verankerd in een groter betekenisvol geheel; die mag niet 'vergeten' worden en moet een goede plek in onze cognitieve structuur krijgen. Kennis is duurzamer dan informatie.
Aangezien spoorboekjes, kookboeken en woordenboeken slechts bedoeld zijn om informatie te verschaffen, en geen kennis, zijn dat dus geen leermiddelen. Leren hoort bij kennis, niet bij informatie. En dus zijn naslagwerken geen leermiddelen: evenmin als encyclopedieën, atlassen en studiewijzers. Dit zijn informatiemiddelen, geen leermiddelen.
We leren niet alleen kennis, ook vaardigheden. Net als bij het leren van kennis gaat het bij een vaardigheid ook om de wendbaarheid van de geleerde vaardigheid, niet om techniekjes. Een gerecht klaarmaken volgens een instructie (techniek) maakt je nog geen kok (vaardigheid). Bij het aanleren van een vaardigheid zijn trouwens ook altijd kennis en begrip vereist. Handleidingen en job aids zijn dus niet per definitie leermiddelen.
Willen we vaststellen wat de rol van leermiddelen in een opleiding moet zijn, dan is het van belang te weten wat nodig is om tot (intentioneel) leren te konten:
- een lerende die wil leren en in staat is tot leren;
- een werkelijkheid (inhoud, 'content') waaraan of waarover geleerd wordt, al of niet gerepresenteerd in (digitale) teksten en/of beelden;
- een cognitieve, affectieve en/of psychomotorische handeling met die werkelijkheid (al of niet samen met andere lerenden uitgevoerd);
- een of meer monitoren die het handelen aan die werkelijkheid reguleren (docenten, studiewijzers, job aids e.d.).
Uit bovenstaande essenties van leren zijn de belangrijkste functies van leermiddelen af te leiden:
Het aanbieden van leerinhouden (content): ieder leren vindt immers plaats aan inhoud. Deze is zodanig geselecteerd en geordend dat leren gefaciliteerd wordt. Dat is een eerste wezenskenmerk van leermiddelen: (1) Met het oog op te bereiken leerdoelen geselecteerde en geordende leerinhouden.
(2) Het aanzetten tot cognitief, affectief, en/of psychomotorisch handelen zodat leren plaats zal vinden: lezen, luisteren, praten, spelen, opdrachten maken enzovoort.
(3) Het representeren van de inhoud en het handelen in (digitale) teksten en beelden, in een zodanige vorm dat leren er optimaal door bevorderd wordt.
(4) Het ondersteunen van de regulering van het leerproces.
Zoals eerder aangegeven: leermiddelen zijn leermiddelen als ze de bedoeling hebben leren te faciliteren. En die bedoeling is dus af te leiden uit:
— het feit dat de leerinhouden met het oog op de te bereiken leerdoelen geselecteerd en geordend zijn;
— het feit dat er activiteiten zijn opgenomen die lerenden moeten uitvoeren;
— het feit dat de representatie in teksten en beelden zodanig gericht is vormgegeven dat leren er optimaal door mogelijk wordt;
— het feit dat er regulerende maatregelen opgenomen zijn om het leerproces te ondersteunen.
Het is dan ook de combinatie van deze vier intentionele kenmerken die maakt of leermiddelen als zodanig benoemd kunnen worden. Daarmee onderscheiden leermiddelen zich van leerobjecten, leerbronnen en educatieve content, waar slechts één of enkele van deze kenmerken gelden.
Nu kunnen we een omschrijving geven van het begrip leermiddelen:
Leermiddelen zijn teksten en/of beelden die bedoeld zijn om het Ieren te faciliteren, in die zin dat de leerinhouden geselecteerd en geordend zijn met het oog op te bereiken leerdoelen, en die aanzetten tot het uitvoeren van leeractiviteiten en van activiteiten die het leerproces reguleren.
Leerfuncties van leermiddelen
Hierboven hebben we een viertal functies van leermiddelen aangegeven als het om de ondersteuning van het leerproces gaat. Kort gezegd hebben die te maken met:
- het selecteren en organiseren van leerinhouden;
- het aanzetten tot handelen aan die leerinhouden;
- het reguleren van het leerproces;
- het representeren ervan in beelden en teksten.