Leercontext
Definitie
...
Alias: ...
Leerprocessen kan in verschillende contexten gebeuren. De vijf gebruikelijkste zijn:
(1) Leren door de kunst af te kijken bij anderen: dit gebeurt door deelnemers te laten leren in de “echte” wereld. Deelnemers observeren, analyseren en horen van anderen wat werkt. Voorbeeld: informeel leren.
(2) Leren door kennis te verwerven: dit gebeurt door het leren van nieuwe theorie, bijvoorbeeld door het lezen van een boek of het luisteren naar een expert op een bepaald gebied. Voorbeelden: boek, seminar.
(3) Leren door te participeren: dit gebeurt door deelnemers samen te laten leren. Deelnemers sparren onderling en overleggen over de leerstof. Hierdoor leren ze met en van elkaar. Bijvoorbeeld bij social learning.
(4) Leren door te oefenen: dit gebeurt door deelnemers in een veilige leeromgeving te laten oefenen. Bij deze leervoorkeur is herhaling belangrijk. Deelnemers die deze manier van leren als prettig ervaren vinden het meestal niet erg om fouten te maken. Ze zien dit als een manier om te leren. Voorbeelden: Training, serious game (vooral simulaties).
(5) Leren door te ontdekken: dit gebeurt door deelnemers hun eigen weg in het leerproces te laten bepalen. Sommige deelnemers ervaren gestructureerde vormen als beperkend voor hun leerproces. Ze proberen liever zelf uit hoe ze zich bepaalde kennis, vaardigheden of houdingen eigen maken. Het aansluiten bij deze leervoorkeur gebeurt niet op het niveau van leerinterventies maar in de opzet van het gehele leertraject. Zie onderdeel ‘vaste volgorde of keuzevrijheid’.
Iedere deelnemer heeft bewust of onbewust voorkeur voor één of meerdere van deze contexten ofwel manieren van leren. Door in jouw leertraject te zorgen dat er meerdere manieren van leren plaatsvinden kun je bij deze voorkeuren aansluiten. Daarnaast zorgt variatie in de manier van leren voor een beter resultaat bij alle deelnemers, ongeacht hun persoonlijke voorkeur.
Bron: Het blended learning kookboek, Johannes Vinke & Martèn de Prez (pdf)