Coöperatief leren
Definitie
...
Boek
- Coöperatieve Leerstrategieen - research, principes en de praktische uitwerking, Spencer Kagan
Alias: ...
Coöperatief leren
Bij Coöperatief leren werken leerlingen samen in kleine groepen volgens specifieke stappen. Kenmerkend hiervoor is onder andere dat elke leerling in het groepje een gelijk aandeel levert aan de activiteit. Er zijn dus geen toeschouwers of meelifters. De leerlingen doen om de beurt iets, krijgen evenveel tijd of werken allemaal met een andere kleur. Zo zijn de leerlingen individueel aanspreekbaar. Doordat allen erbij betrokken zijn, is elke leerling in staat om het resultaat toe te lichten. Bij Coöperatief leren zijn de leerlingen ook positief van elkaar afhankelijk. Dat betekent: ze hebben elkaar nodig om de opdracht goed uit te kunnen voeren. Ook zijn meer leerlingen tegelijk actief, zodat de leertijd veel effectiever benut wordt.
Coöperatief leren heeft veel voordelen. De betrokkenheid is hoger. En leerlingen mogen doen wat ze graag doen: praten, bewegen en actief bezig zijn. Dit komt het leren ten goede. Daarnaast voelen ze zich onderdeel van een team en de klas. Bij Coöperatief leren gaat het dus niet alleen om de leerstof: de kinderen ontwikkelen ook sociaal-emotionele vaardigheden en metacognitie.
Een bekende naam bij Coöperatief leren is Spencer Kagan. Hij is de grondlegger van succesvol Coöperatief leren.
Bron: https://wij-leren.nl/cooperatief-leren.php
Werken met Coöperatieve Leerstrategieën
Coöperatieve Leerstrategieën zijn net als een hefboom. Als je een hefboom goed gebruikt, kun je met weinig moeite een zware last tillen. Zo is het ook met Coöperatieve Leerstrategieën: Als je ze goed gebruikt, kun je met weinig moeite de onderwijsresultaten radicaal verbeteren.
Coöperatief Leren is één van de meest uitvoerig onderzochte onderwijskundige vernieuwing ooit. Deze onderzoeken tonen aan dat het werken met Coöperatieve Leerstrategieën...
- De prestaties verbetert in alle leerjaren en vakgebieden (waaronder lichamelijke opvoeding).
- Zorgt voor een toename van de effectieve leertijd.
- De prestatiekloof verkleint, verbeterde leerresultaten laat zien van leerlingen met speciale behoeften.
- De denkvaardigheden ontwikkelt
- Disciplineproblemen vermindert
- Etnische verhoudingen verbetert
- Sociale vaardigheden en karakterontwikkeling stimuleert
- Het gevoel van eigenwaarde laat toenemen
- De motivatie voor school en lesstof laat stijgen.
Wat zijn Coöperatieve structuren?
Coöperatieve Structuren zijn specifieke didactische werkvormen. Ze staan los van de leerstof en zijn daardoor bij elk vak toe te passen. De formule is: Een Coöperatieve Structuur + Leerstof = Een activiteit. Alle structuren zijn ontworpen op basis van vier principes:
- Gelijke deelname
- Individuele aanspreekbaarheid
- Positieve wederzijdse afhankelijkheid
- Simultane interactie
Coöperatieve Structuren zijn fundamenteel anders dan groepswerk. Groepswerk is ongestructureerde interactie. Bij discussiëren in tweetallen zie je vaak dat één van de twee het meest aan het woord is. Bij de vergelijkbare Coöperatieve Structuren TweeGesprek Op Tijd of een TweePraat is de interactie zorgvuldig gestructureerd, zodat elke leerling evenveel tijd krijgt om te praten. Ook zie je bij groepswerk vaak dat enkele leerlingen werken en de anderen meeliften. Bij Coöperatieve Structuren kan dat niet.
Bron: https://wij-leren.nl/cooperatief-leren-kagan.php
Coöperatief leren
Coöperatief leren (Johnson, 1991; Slavin, 1990) is een vorm waarbij men gebruikmaakt van kleine groepen waar studenten samenwerken om hun eigen en andermans leren te maximaliseren. Als dusdanig is het niet echt een aparte werkvoren, maar eerder een kenmerk van de meer constructivistisch gerichte methoden.
Coöperatie resulteert in het streven van de deelnemers om wederzijds voordeel te halen uit elkaars inspanningen en in een gemeenschappelijk vertrouwen binnen de groep. Wanneer men tot cooperatief leren wil komen, is het wenselijk om te streven naar een leeromgeving waarbij vijf basiselementen aanwezig zijn.
Een eerste element is de positieve onderlinge afhankelijkheid. De studenten moeten ervan overtuigd zijn dat men alleen succes kan hebben als men als groep slaagt. Hierbinnen kunnen verschillende klemtonen gelegd worden die uiteraard in combinaties kunnen voorkomen:
- positieve onderlinge afhankelijkheid gericht op het doel: de docent maakt de doelen duidelijk waarop de groep zich diens te richten (bijvoorbeeld: het opleveren van een product dat de oplossing rapporteert van een probleemtaak);
- positieve onderlinge afhankelijkheid gericht op beloning: binnen de groep krijgt iedereen een individuele score, maar ook de activiteiten die in groep worden uitgevoerd, noorden beoordeeld en krijgen een gewicht in de eindscore (bijvoorbeeld: een productscore voor de groep gecorrigeerd via peer-assessment);
- positieve onderlinge afhankelijkheid gericht op bronnen: wanneer er een beperkt aantal bronnen wordt gevonden, worden deze verspreid in de groep;
- positieve onderlinge afhankelijkheid gericht op rollen: iedereen in een groep krijgt tijdens elke bijeenkomst een nieuwe rol toebedeeld (zoals lezer, notulist, voorzitter, enzovoort).
Deze positieve onderlinge afhankelijkheid resulteert in bevorderlijke interactie. Dit betekent dat men individuen gaat aanmoedigen en elkaars inspanning om taken af te werken gaat faciliteren. Bevorderlijke interactie wordt dus gekarakteriseerd door het efficiënt en effectief helpen van individuen, het uitwisselen van de nodige bronnen, het geven van feedback om zo de opeenvolgende prestaties te verbeteren, het uitdagen van elkaars conclusies en redeneringen om zo te komen tot beslissingen van hogere kwaliteit, enzovoort.
Een derde basiselement is de individuele verantwoordelijkheid. Deze komt het gemakkelijkst tot stand wanneer de prestatie van elke student wordt beoordeeld en wanneer ook over de prestaties van individuen groep feedback wordt teruggegeven aan de groep en aan de student (bijvoorbeeld: samen met de studenten de rapporten per blok en de resultaten van de peer-assessment bespreken).
Een groep kan niet efficiënt functioneren zonder sociale vaardigheden. Er is nood aan vaardigheden in leiderschap, beslissingen nemen, vertrouwen opbouwen, communiceren.
Coöperatief leren
J. van Vugt (2002) beschrijft in coöperatief leren binnen adaptief onderwijs', naast een groot aantal uitgewerkte werkvormen, ook de achterliggende motieven voor coöperatief leren. Een van de motieven voor coöperatief leren is. dat uit onderzoek blijkt, dat sterk individueel onderwijs niet altijd leidt tot betere prestaties. Soms zelfs integendeel.
De zwakke leerling kan met sterk individueel onderwijs zelfs zwakkere prestaties leveren. Binnen cooperatief leren werken leerlingen samen waardoor er zowel een individuele verantwoordelijkheid als een groepsverantwoordelijkheid is. Ieder levert een bijdrage aan het doel.
Binnen coöperatief leren is de samenstelling van de groepen afhankelijk van de doelen.
Vaak zal gekozen worden voor heterogene groepen. Een van de grote voordelen van het werken met groepen is dat de leerling ook de zone van de naaste ontwikkeling aangeboden krijgt.
Juist de zone van de naaste ontwikkeling is een belangrijke stimulans om tot leren te komen: dat wat je nu kan met behulp van anderen, kun je morgen alleen. coöperatief leren richt zich expliciet op de zone van de naaste ontwikkeling. Verschillen tussen leerlingen worden gewaardeerd en er wordt juist gebruik van gemaakt. De literatuur over coöperatief leren richt zich op het leerproces van leerlingen. We denken echter dat een en ander ook van toepassing is op het leerpro-ces van volwassenen. Ook volwassenen kunnen veel leren van elkaar, van collega's die dingen anders doen en die andere kennis, vaardigheden en ervaring hebben. Ook voor volwassenen is het belangrijk om de zone van de naaste ontwikkeling aan te spreken en aangeboden te krijgen.
Zelf ervaren we het altijd als erg stimulerend om te kunnen samenwerken met mensen die dingen anders doen dan wij zelf. Het kan erg prettig zijn wanneer je niet alles zelf hoeft uit te vinden.
Bron: School video interactie begeleiding - van meerdere kanten bekeken, Carla van den Heijkant (e.a.)