Kate Raworth beschrijft in haar boek Donuteconomie - in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw systeemdenken in termen van voorraad en stroom, terugkoppelingslussen en vertraging:
De complexiteitsdans
Centraal in het denken over systemen staan drie bedrieglijk eenvoudige begrippen: voorraad en stroom, terugkoppelingslus en vertraging. Ze klinken duidelijk genoeg, maar het wordt echt moeilijk zodra er sprake is van interactie. Uit de wisselwerking tussen deze zaken ontstaan veel verrassende, uitzonderlijke en onvoorspelbare gebeurtenissen.
(...)
Dus wat is een systeem? Het is eenvoudigweg een verzameling dingen die op zo'n manier met elkaar verbonden zijn dat ze duidelijke gedragspatronen produceren - of het nu gaat om cellen in een organisme, demonstranten in een menigte, vogels in een zwerm, leden van een familie, of banken in een financieel netwerk. En het zijn de relaties tussen de afzonderlijke onderdelen gevormd door voorraden en stromen, de terugkoppelingen en de vertragingen - die hun emergente gedrag doen ontstaan.
Voorraden en stromen vormen de basiselementen van elk systeem: dingen die kunnen toenemen of afnemen - zoals water in een bad, vissen in de zee, mensen op de planeet, vertrouwen in een gemeenschap, of geld op de bank. De voorraad fluctueert in de loop van de tijd, als gevolg van de balans tussen instroom en uitstroom. Een bad loopt vol of leeg, afhankelijk van het verschil tussen de snelheid waarmee het water uit de kraan komt en het wegloopt via de afvoer. Een toom kippen groeit of krimpt afhankelijk van de mate waarin er kuikens worden geboren en er kippen sterven. Een spaarvarken raakt voller als er meer munten in worden gegooid dan eruit worden gehaald.
Als voorraden en stromen de basiselementen van een systeem zijn, dan vormen de terugkoppelingslussen de onderlinge verbindingen. En elk systeem kent twee soorten: versterkende (of 'positieve') en balancerende (of 'negatieve') terugkoppelingslussen. Bij versterkende terugkoppelingslussen is het zo dat hoe meer je hebt, hoe meer je krijgt. Ze versterken wat er gebeurt, ze creëren positieve of negatieve spiralen die, wanneer er niets tegen gedaan wordt, tot explosieve groei of ineenstorting leiden. Kippen leggen eieren, waar koppen uit komen, waardoor de kippenpopulatie blijft groeien. Op dezelfde manier kan tijdens een haatdragende ruzie op het schoolplein één ruwe duw tot een complete vechtpartij leiden. Rente op spaargeld wordt geteld bij dat spaargeld, wat in de toekomst leidt tot een hogere rente, zodat het vermogen groter wordt. Maar een versterkende terugkoppeling kan ook leiden tot ineenstorting van het systeem: hoe minder je hebt, hoe minder je krijgt. Wanneer bijvoorbeeld mensen het vertrouwen in hun bank verliezen en hun spaargeld opnemen, zal de bank steeds minder geld hebben, waardoor het vertrouwen nog minder wordt en er een run op de bank ontstaat.
Terwijl versterkende terugkoppeling ervoor zorgt dat een systeem beweing is, zorgt de balancerende terugkoppeling ervoor dat het niet ontploft of implodeert. Het compenseert en geeft tegengas, en zodoende reguleert het sytemen. Ons lichaam gebruikt balancerende terugkoppeling om de juiste temperatuur te houden: wannee rje het heet krijgt gaat je huid zweten, om zo af te koelen; wanneer je het koud krijgt, begint je lichaam te huiveren, om zichzelf op die manier op te warmen. Een huisthermostaat werkt op een soortgelijke manierom de kamertemperatuur stabiel te houden. En bij een ruzie op het schoolplein kan iemand ingrijpen en zo voorkomen dat het uit te and loopt. Waar het op neerkomt is dat balancerende terugkoppeling een systeem stabiliseert.
Complexiteit onstaat uit de interactie tussen versterkende en balancerende terugkoppelingslussen: uit hun dans komt het gedrag van het systeem als geheel voort, en dat kan vaak onvoorspelbaar zijn.
(...)
Vertragingen - tussen instroom en uitstroom - komen in veel systemen voor en kunnen grote gevolgen hebben. Soms bezorgen ze het systeem de nodige stabiliteit, doordat voldoende voorraad ontstaat die als buffer of schokdemper kan fungeren: denk aan energie die wordt opgeslagen in een accu, voedsel in de kast of spaargeld op de bank. Maar voorraad-stroomvertragingen kunnen het systeem ook weerbarstig maken: het maakt niet uit hoeveel inspanning er verricht wordt, maar het kost gewoon tijd voordat een heuvel opnieuw bebost is, voordat er in een gemeenschap vertrouwen is opgebouwd, of voordat de examenresultaten van een school verbeteren. En wanneer systemen langzaam reageren, kunnen er grote schommelingen optreden - zoals iedereen weet die onder een onbekende douche heeft gestaan en, terwijl hij aan de kranen draaide, beurtelins bijna verbrandde en het ijskoud kreeg.
Uit deze interacties tussen voorraden, stromen, terugkoppelingen en vertragingen ontstaan complexe adaptieve systemen: complex omdat hun emergente gedrag onvoorspelbaar is, en adaptief omdat ze zich blijven ontwikkelen. Als we verder kijken dan het domein van spreeuwen en kippen, badkuipen en douches, wordt het al snel duidelijk hoe krachtig het denken in systemen kan zijn wanneer we onze continu veranderende wereld willen begrijpen - van de opkomst van zakelijke imperia tot de ineenstorting van ecosystemen.
Bron: Donuteconomie - in zeven stappen naar een economie voor de 21e eeuw, Kate Raworth