Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-03: Overtolligheidsprincipe
Definitie
...
Boeken:
- Multimedia Learning, Richard E. Mayer
- The Cambridge Handbook of Multimedia Learning, Richard E Mayer
Zie ook:
CTML-principes van Richard E. Mayer
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-01: Coherentieprincipe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-02: Signaleringsprincipe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-04: Ruimtelijk nabijheidsprincipe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-05: Tijdelijke nabijheidsprincipe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-06: Segmenting principe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-07: Pre-training principe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-08: Modaliteitsprincipe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-09: Multimediaprincipe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-10: Personaliseringsprincipes
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-11: Stemprincipe
- Richard E. Mayer's Cognitieve theorie multimediaal leerprincipe-12: Beeldprincipe
Alias: Redundantieprincipe
Redundantieprincipe
Beeld en audio is beter dan beeld en audio en tekst. Ook daarvoor geldt namelijk dat in het tweede geval het werkgeheugen onnodig belast wordt omdat beeld en tekst via het visuele kanaal verwerkt worden. Overigens geldt dat met name voor grotere stukken tekst. Signaalwoorden in een beeld, bijvoorbeeld op een dia, dat kan natuurlijk prima.
Bron: Effectief leren - de docent als regisseur, Michel van Ast, Otto de Loor & Lambrecht Spijkerboer
Het overbodigheidsprincipe
Wanneer je samen met een beeld zowel gesproken als geschreven woorden aanbiedt, dan kan dit te overwel-digend worden voor de leerlingen. Ze krijgen de informatie dan drie keer aangeboden: tweemaal in woorden (wat ze moeten lezen en wat ze horen) en eenmaal in beeld. Voor het werkgeheugen is één van deze vormen van presenteren overbodig . Lees dus bijvoorbeeld de teksten op je slides niet voor. Houd de tekst op je slides minimaal als je erbij wilt ver-tellen, zodat je leerlingen kunnen luisteren terwijl ze de beelden opslaan. Dit wil niet zeggen dat het 'not-done' is om tekst op je slide te zetten. Een korte omschrijving of definitie kan wel goed werken naast jouw uitleg. Zorg er dan wel voor dat de tekst een aanvulling is op het verhaal, of hooguit een herformulering van wat werd verteld.
Bron: Wijze lessen - 12 bouwstenen voor effectieve didactiek, Tim Surma (e.a.)
Het redundantieprincipe
Het redundantieprincipe wordt door Sweller & Chandler (1994) en Sweller (2003) in een brede betekenis van het woord gebruikt. Zij stellen dat het elimineren van extra en overbodig materiaal resulteert in het beter presteren en leren. Dit sluit aan bij het coherentieprincipe. Mayer gaat verder en past dit toe op het aanbieden van leermaterialen via animatie (illustratie) en geluid (narratie) versus animatie, geluid aangevuld met geschreven tekst. Het principe impliceert dat studenten beter leren van animatie en geluid (narratief) dan van animatie, gecombineerd met geluid en tekst. Opnieuw kan de dual channel assumptie helpen om dit te verklaren. Wanneer een animatie en een tekst visueel worden gerepresenteerd, dan is de kans groot dat er een cognitive overload ontstaat van het visuele kanaal in het werkgeheugen. Het principe stelt ook zeer expliciet de vraag naar: 'Waarom zou men nog geschreven tekst toevoegen, wanneer dezelfde informatie al via een auditief kanaal is weergegeven ?' In de literatuur verwijst men in deze context naar mogelijke leervoorkeuren van de studenten waaraan men tegemoet kan komen door het aanbieden van verschillende presentatievormen. Maar vanuit de cognitieve multimediatheorie wordt dit extra toevoegen van de geschreven tekst in vraag gesteld. De limited capacity assumptie stelt dat door het toevoegen van die gedrukte tekst de cognitieve load in het visuele kanaal te groot wordt. Onderzoek bevestigt dit. Uit dit alles kan worden afgeleid dat er tijdens het ontwikkelen van leermaterialen geen on-screen gedrukte tekst moet worden toegevoegd wanneer deze informatie reeds narratief wordt aangeboden.
Bron: Digitaal leren - ICT-toepassingen in het hoger onderwijs, Ivan D'Haese & Martin Valcke (Red.)
Het redundantieprincipe
Volgens dit principe is het niet nodig om dezelfde informatie twee keer — bijvoorbeeld volgens een auditieve en grafische modaliteit — te presenteren. Lerenden zullen sneller en accurater informatie verwerken in een presentatie die bestaat uit een animatie aan-gevuld met een audio-uitleg dan leermaterialen waarin de tekst van de audio-uitleg ook nog wordt weergegeven op het scherm. Dit ligt voor de hand. Want hoe kan men tegelijkertijd kijken naar een animatie en de tekst lezen? We kunnen wel tegelijkertijd kijken naar een animatie en luisteren naar de tekstuele uitleg.
Bron: Onderwijskunde als ontwerpwetenschap - van leren naar instructie, Martin Valcke
Overtolligheidsprincipe (Redundancy Principle)
Cursisten leren beter van animatie met beschrijvende audio dan van animatie, beschrijvende audio én onscreen tekst.
Soms wordt bij de grafische elementen onscreen tekst geplaatst en tegelijkertijd herhaalt de audio die geschreven tekst. Het leereffect blijkt hierbij kleiner te zijn. Voeg dus geen tekst bij een met audio begeleid grafisch element, anders overbelast je het visuele kanaal van het werkgeheugen omdat de cursist teveel aandacht moet besteden aan de tekst en dus minder aandacht kan geven aan het bijhorende grafische element.
Bron: http://www.digitaledidactiek.be/modules/2-ontwerp/uitdieping/mayer/overtolligheidsprincipe/
Het overtolligheidsprincipe (je zou dit ook het dubbelop principe kunnen noemen)
Dit principe komt er op neer dat je niet dezelfde tekst in woorden en audio moet aanbieden. Dit leidt af blijkt uit onderzoek. Deelnemers die plaatjes en een verhaal te horen kregen scoorden beter dan deelnemers die dezelfde plaatje en verhaal kregen maar ook nog het verhaal bij de plaatjes uitgeschreven. Dit betekent voor video simpelweg dat je niet moet ondertitelen met dezelfde tekst als de stem bij de video.