Marcel van Assen, Gerben van den Berg en Paul Pietersma beschrijven in Het Groot Managementmodellenboek Peter Senge's model van de Vijfde Discipline als volgt:
Senge's vijfde discpiline
De kern
De vijfde discipline is een model, ontwikkeld door Peter Senge (1990), dat de vijf disciplines beschrijft die nodig zijn om een lerende organisatie te vormen: persoonlijke meesterschap, mentale modellen, gedeelde visie, teamleren en systeemdenken. De laatste discipline, systeemdenken, integreert alle vijf de disciplines. Een 'discipline' is een serie principes en praktijken die we bestuderen, leren beheersen en integreren in ons leven. De vijf disciplines moeten op drie niveaus worden bekeken.
- Praktijken - wat je doet
- Principes - leiden ideeën en inzichten
- Essenties - de zijnstoestand die met hoge niveaus van meesterschap in de discipline samenhangt
Elke discipline vormt een cruciale dimensie die de organisatie moet leren.
Bruikbaarheid
De vijfde discipline is een model waarmee een lerende organisatie is te creëren, dat wil zeggen: een organisatie waarin mensen voortdurend hun capaciteiten vergroten door de resultaten te behalen die ze werkelijk willen en waarin expansieve denkpatronen worden gekoesterd, collectieve aspiratie de vrijheid heeft en mensen voortdurend leren om samen het geheel te zien.
Uitvoering
De vijf disciplines die nodig zijn om een lerende organisatie tot stand te brengen zijn:
(1) Systeemdenken.
Systeemdenken is de hoeksteen van de lerende organisatie. Dit is de discipline die de andere integreert tot een lerende organisatie en alle disciplines samensmelt tot een coherent geheel van theorie en praktijk.
(2) Persoonlijk meesterschap.
Organisaties leren alleen via individuen die leren. Individueel leren garandeert echter geen organisatieleren. Desalniettemin is organisatieleren zónder niet mogelijk. Persoonlijk meesterschap is de discipline van 'voortdurend onze persoonlijke visie verhelderen en verdiepen, ons richten op onze energieën, geduld ontwikkelen en relatief objectief kijken.
(3) Mentale modellen.
Dit zijn 'diep ingesleten veronderstellingen, generalisaties of zelfs beelden die beïnvloeden hoe we de wereld begrijpen en actie ondernemen'. De discipline van mentale modellen begint ermee de spiegel naar binnen te keren, om te leren om onze interne beelden van de wereld naar boven te halen en deze vervolgens scherp tegen het licht te houden. Het omvat ook het vermogen om 'leerzame gesprekken te voeren waarin onderzoek en pleitbezorging in evenwicht zijn, waarmee mensen hun innerlijk denken effectief blootleggen en dat vatbaar maken voor de beïnvloeding door anderen.
(4) Gedeelde visie ontwikkelen.
Senge stelt dat de capaciteit om een helder beeld van een toekomstige situatie te ontwikkelen en te delen belangrijk is voor leiders om zo werknemers tot leren aan te zetten. Een dergelijke visie heeft de kracht om verheffend te zijn en moedigt experimenteren en innovatie aan. Het kan ook een langetermijngevoel kweken, wat fundamenteel is voor de 'vijfde discipline'.
(5) Teamleren.
Teamleren wordt gezien als 'het proces om de capaciteiten van een team op elkaar af te stemmen en te ontwikkelen om de resultaten tot stand te brengen die de leden echt willen'. Het bouwt voort op persoonlijke meesterschap en gedeelde visie, maar die zijn niet voldoende. Mensen moeten ook in staat zijn met elkaar samen te werken. Als teams met elkaar leren, zo stelt Senge, vloeien er niet alleen goede resultaten voor de organisatie uit voort, maar leden zullen ook sneller leren dan anders.
Zie ook: