Ernest C. Huge beschrijft in het boek Total Quality - wat alle managers nu en in de toekomst moeten weten en toepassen van de 'nieuwe filosofie' van kwaliteitsverbetering het 7-ledige basisinstrumentarium voor het oplossen van problemen:
Veel problemen kunnen opgelost worden met behulp van wat bekend is geworden als de 'zeven basisinstrumenten voor probleemoplossing'. Deze instrumenten zijn de Pareto-analyse, het proces-stroomdiagram, de checklijst, het oorzaak-en-gevolgdiagram, het histogram, het spreidingsdiagram en de regelkaart.
(1) De Pareto-analyse past de 80/20-regel toe om de paar belangrijke oorzaken te identificeren die grotendeels verantwoordelijk zijn voor het probleem. Het onderscheidt de 'vital few' van de 'trivial many'. Alle potentiële oorzaken of variatieproblemen worden gerangschikt naar hun bijdrage aan kosten, variatie of andere maatstaven.
(2) Het proces-stroomdiagram geeft de belangrijke stappen van een proces aan en helpt een proces te begrijpen.
(3) De checklijst of het controleblad geeft kwantitatieve gegevens over de frequentie van gebeurtenissen. Het kan bijvoorbeeld gebruikt worden om te bewijzen dat wat mensen als een probleem voelen, ook werkelijk een probleem is.
(4) Het oorzaak-en-gevolgdiagram organiseert en geeft in grote categorieën de mogelijke oorzaken aan van gewenste of ongewenste effecten.
(5) Het histogram geeft de spreiding weer van een aantal werkelijke variabelen, zoals gewicht, in frequentievorm Het is een middel om gegevens visueel te evalueren.
(6) Het spreidingsdiagram helpt bij het onderzoeken van de relatie tussen gegevens.
(7) De regelkaart wordt gebruikt om de aard te bepalen van de oorzaak van variatie (gewone of bijzondere oorzaken).