In het boek Praktijkboek voor procesarchitecten geeft Stef Joosten een beschrijving van het Proces Architectuur Model (PAM):
Het Proces Architectuur Model (PAM) is primair een referentiemodel. Het zet de kernbegrippen waardeketen, proces, procedure, werk, handeling en applicatieservice op hun plaats, zodat we ernaar kunnen verwijzen.
(...)
Waardenketen
De samenstelling van een waarden maakt de strategische positie van ketendeelnemers inzichtelijk. (...) In de waardeketenlaag vindt elke organisatie zich terug als een schakel in de keten, waarbij het toevoegen van waarde centraal staat. (...) Op dit abstractieniveau bespreekt de organisatie de samenwerking met externe partners.
Proces
Een proces wordt gekenmerkt door de rechten en plichten die de organisatie heeft als schakel in een waardeketen. (...) Processen hebben business doelen als uitgangspunt. Een concreet busineess doel laat zich direct vertalen in termen van product/proces/markt-combinaties. Waar business doelen ontbreken helpt het om de organisatie te zien als een verzameling processen.
Procedure
Een procedure beschrijft de voorschriften, die gelden voor alle zaken van dezelfde soort. Een hypotheekaanvraagprocedure, het uitboeken van een acte, een fiatteringsprocedure en een procedure voor betalingsachterstand zijn voorbeelden van procedureel werk in de context van bijvoorbeeld een hypothekenproces. Elke keer dat een procedure wordt uitgevoerd noemen we een 'zaak', of 'geval'. Zo is het uitvoeren en afwikkelen van een enkele inkooporder een zaak in de procedure 'inkopen'.
Een procedure geeft structuur aan een proces. Welke handelingen worden in welke fase uitgevoerd, in welke volgorde, en wie is waarvoor verantwoordelijk?
Werk
Werk bestaat uit handelingen en besluiten, waarbij de volgorde van besluiten bepalend is voor de procedure. Als een procedure een kapstok is, dan zijn besluiten de knaapjes, waaraan de jassen hangen. Een procedure legt de volgorde van de besluiten vast, en specificeert wie (welke rol) verantwoordelijk is voor welk besluit.
Handeling
Voor gebruikers zijn handelingen de kleinste zelfstandige eenheid van werk. Het versturen van een bevestigingsbrief is daarvan een voorbeeld. Wanneer het versturen van een bevestigingsbrief als één handeling wordt gezien, dan is het dicht likken van de envelop geen handeling meer. Voor elke handeling kunnen we dus vaststellen wanneer het gebeurt is (tijd), waar het gebeurt is (plaats) en wat er gebeurd is (handeling). Deze eigenschap wordt ook wel 'eenheid van tijd, plaats en handeling' genoemd. Op het handelingsniveau stelt een procesarchitect vast op welke wijze de informatie en communicatietechnologie het inhoudelijke werk ondersteunt. Hier krijgt de Business-ICT alignment een concrete invulling.
Gebeurtenis
Iets wat op één moment plaatsvindt noemen we een gebeurtenis. In technische zin spreken we bijvoorbeeld over het indrukken van een knop op het beeldscherm of het aanoepen van een dienst.
Bron: Praktijkboek voor procesarchitecten, Stef M.M. Joosten e.a.