Eduard Kimman beschrijft in zijn boek Marktethiek de zes belangrijkste denksporen die ten grondslag liggen aan ethisch handelen:
Ethisch gedrag is gedrag dat beschreven wordt of aangeprezen wordt met het doel om navolging van dit gedrag te bewerkstelligen. Ethiek heeft dus altijd iets praktisch: het is uiteindelijk op handelingen gericht. (...) [Ethiek wil] de mens van het al dan niet ethisch zijn van een bepaalde handeling of situatie overtuigen zonder diens vrijheid aan te tasten. Ethiek veronderstelt altijd de vrijwilligheid van de handelende persoon.
(...)
In een cursus ethiek gaat het om het aanleren van de systematische en argumentatieve manier van oordeelsvorming en oordeelsopbouw.
(...)
Zes denksporen
Bij de beoefening van ethiek gaat het om een communicatieve vaardigheid: we zullen anderen duidelijk moeten kunnen maken waarom we vinden dat iets billijker is dan wat anders. ... Er zijn verschillende wegen of denksporen waarlangs we tot een ethische uitspraak kunnen komen. Voor dit boek houden we het op zes. Deze denksporen zijn belangrijk om te kunnen achterhalen hoe bepaalde mensen hun gedrag, hun besluiten, hun maatschappelijke situatie of hun beleid willen rechtvaardigen of verklaren. Omdat het tot de taak van de ethiek hoort de motieven tot rechtvaardiging te analyseren, is het onderkennen van de denktrant hierbij een hulp.
(...)
Verantwoording afleggen is een vaardigheid. Verantwoordelijkheid is het vermogen zo vrij en overwogen te leven dat van alle handelingen verantwoording kan worden gegeven als daarom gevraagd wordt.
(1) Doelethiek
Op de eerste plaats zijn we allemaal wel vertrouwd met het laten prevaleren van een activiteit terwille van een doel, dat soms een ideaal en soms een a moreel doel. Het gaat wel om een uiteindelijk doel, niet om een doel dat instrumenteel is om andere, verder gelegen doelen te bereiken. De kernachtige Nederlandse uitspraak: 'het werk of het meisje?' is een voorbeeld van een doelmiddelenredenering. Ook wel genoemd een doelethiek of teleologie.
(2) Afspraakethiek
Ten tweede is er de contractbenadering die in het dagelijks leven vaak gebruikt wordt als er gerefereerd wordt aan iet 'omdat het zo is afgesproken'. ...
(3) Ontplooiingsethiek
Een derde redenering is het beroep op de ontplooiing van de individuele mens, spelenderwijze wel eens genoemd de aanspraak op zelf-ontplooiing. ...
(4) Voorrangsethiek
Soms wordt gedrag gelegitimeerd op grond van een reeks regels voor buitengewone situaties. Dit kan bijvoorbeeld een ramp betreffen. Wat dient er dan allereerst te gebeuren. Bij een scheepsramp geldt het adagium: 'vrouwen en kinderen eerst!'. ...
(5) Plichtethiek
Een vijfde redeneertrant zoekt het in een reeks plichten, zoals bijvoorbeeld 'glas in een glasbak gooien', 'niet-roken in openbare gebouwen' en 'opstaan voor invaliden en bejaarden in het openbaar vervoer'. Natuurlijk zijn er wel redenen met een doel-karakter aan te voeren waarom zo iets gezegd wordt, maar de formulering is een gebod of een verbod. Dat is kenmerkend voor de plichtethiek; ook wel deontologie genaamd. ....
(6) Deugdethiek
Tenslotte is er een benadering die afwijkt van de eerste vier benaderingen, maar aansluit op de plichtethiek, namelijk de deugdethiek. Op het sportveld wordt sportiviteit als houding aangeleerd: 'Be fair'. ... De deugdethiek concentreert zich op de opvoeding, op het aankweken van een mentaliteit van waaruit ethisch gedrag voortkomt.
Normen en waarden
Twee veel gebruikte begrippen zijn normen en waarden. Normen zijn gedragsregels. Normen staan tussen handelingen en grondbeginselen in. Normen hebben een sociaal karakter. Normen ordenen het menselijk samenleven, zoals ook geschreven of formele regels dat doen. Een norm heeft de functie van een regel. In de ethiek spreken we van normen, zijnde de regels waaraan mensen zich kennelijk houden en waaraan zij ook anderen wensen te houden.
(...)
Waarden staan tussen normen en grondbeginselen in. Voorbeelden van waarden zijn integriteit, eerlijkheid, onpartijdigheid, of onzelfzuchtigheid. Waarden hoeven niet altijd een fundering te hebben van een beginsel. Ook behoeven ze niet altijd een uitwerking te hebben in een reeks normen. Waarden spreken vaak voor zich. Waarden groeien van binnen uit. Ze zijn verbonden met iemands eigen geschiedenis. Normen komen van buiten af. Ze functioneren bij gratie van een sociaal verband.
Bron: Marktethiek, Eduard Kimman