We kaderen prestatiemeting en de gerelateerde begrippen in een input output schema. Dit schema structureert de werking van een organisatie in de omgeving. Alle aspecten van administratief rationeel handelen vinden er een plaats.
Idealiter ziet het plaatje er als volgt uit. Vooreerst worden er strategische doelstellingen (a) vooropgezet. Dit is het lange termijnperspectief van de organisatie. Juist vanwege de lange termijn zijn ze niet concreet, maar geven een algemene visie op de rol van de organisatie in de maatschappij. De strategische doelstellingen worden regelmatig geconcretiseerd. Deze concretiseringen zijn de operationele doelstellingen (b). Deze doelstellingen zijn meestal heel wat beter grijpbaar en meetbaar. Nu de organisatie heel concreet weet wat de doelstellingen zijn, zullen er middelen (c) ingezet worden, waarmee er processen (d) worden opgestart (activiteiten). Dit resulteert in een output (e). Input, proces en output situeren zich in de organisatie. Nadat de output de deur van de organisatie uit is, zal het een effect doen gelden in de maatschappij.
Er wordt een onderscheid gemaakt tussen impact (f) en effect (g). Effect is het uiteindelijke resultaat van de output. Vaak manifesteert het effect zich op de lange termijn. Impact daarentegen geeft de eerste reacties van de maatschappij op de overheidsoutput aan. Meestal zien we al op korte termijn een impact. Vanzelfsprekend spelen omgevingsfactoren meestal een belangrijkere rol op de lange termijn effecten en minder voor wat betreft de korte termijn impact.
Een voorbeeld uit het verkeersbeleid. De strategische doelstelling is het verminderen van het aantal verkeersdoden (Stevaert 2000). De strategische doelstelling is in dit geval al redelijk
concreet. Men spreekt immers van een halvering van het aantal verkeersdoden om zo op het niveau van de buurlanden te komen. Deze doelstelling kan verder geoperationaliseerd worden
in doelstellingen inzake heraanleg van kruispunten, aantal onbemande camera’s, etc. Om deze operationele doelstellingen te bereiken worden er middelen ingezet. Men zal aanbestedingen
uitschrijven voor fietspaden en rotondes, vergunningen afleveren voor camera’s, etc. De output is dan het aantal km. nieuwe fietspaden, het aantal gecontroleerde wagens, etc. Tot zover heeft de organisatie een goede greep op de gebeurtenissen. Maar de proef op de som is het effect in de maatschappij. Op korte termijn kan het fietspad ertoe leiden dat meer kinderen met de fiets naar school gaan en dat het aantal geflitste voertuigen in verhouding tot het aantal gecontroleerde voertuigen afneemt. Dit is de impact van de output. Op lange termijn streeft men
echter minder verkeersdoden na. Is dit ook het geval of blijft het bij het korte termijneffect?
Tenslotte spelen ook omgevingsfactoren een rol. Verkeersbeleid is niet alleen een Vlaamse, maar ook een federale en een lokale bevoegdheid. In welke mate beïnvloeden deze niveaus het effect? En zou een daling in het aantal aangereden fietsers te wijten kunnen zijn aan een slechte zomer, waardoor er überhaupt minder fietsers op de baan waren?
(...)
Een typologie van indicatoren
Enkelvoudige indicatoren
- inputindicator wat gaat in het systeem? Welke middelen zet men in?
- outputindicatoren welke producten en diensten worden afgeleverd?
- impactindicatoren wat zijn de directe gevolgen van de output?
- effectindicatoren wat zijn de uiteindelijke gevolgen van de output?
- omgevingsindicatoren welke omgevingsvariabelen zijn relevant om impact en effect te
- duiden?
Verhoudingsindicatoren (ratio)
- zuinigheid input/input
- efficiëntie input/output
- productiviteit output/input
- effectiviteit output/effect (of impact)
- kosteneffectiviteit input/effect (of impact)
(...)
Prestatiemeting is het systematisch opvolgen van indicatoren met bepaalde eigenschappen. Al naargelang de behoefte zal het prestatiemeetsysteem andere types indicatoren kunnen
bevatten, met name voornamelijk effectindicatoren voor beleid en input outputindicatoren voor het beheer. Prestatiemanagement gaat een stap verder. Bij prestatiemanagement gaat men de
prestatie-informatie bekomen uit het meetsysteem aanwenden in managementbeslissingen. De informatie wordt dan niet alleen verzameld, maar ook gebruikt.
(...)
Wanneer is een bepaalde uitkomst op een indicator goed, wanneer slecht en in welke mate is het goed of slecht? Deze vragen worden opgelost door de uitkomst van een indicator te vergelijken met een norm. Maar waar komen die normen vandaan?