Ton de Leeuw beschrijft in zijn boek Bedrijfskundige methodologie dat een vakgebied zich onderscheid van ander vakgebieden doordat elk vakgebied een specifiek manier van kijken (kenobject) heeft om verschijnselen in de werkelijkheid (empirische objecten):
Evenals andere wetenschappen kan men bedrijfskunde zien als geheel van kennis en daarmee het vak bedrijfskunde beschrijven door nader op de aard van die kennis in te gaan.
(...)
Algemeen bedrijfskundige kennis kan van andere kennis (economische, psychologische, sociologische, juridische, ...) worden onderscheiden door te kijken naar:
- Het doel van die kennis,
- Naar dat waarop die kennis betrekking heeft (empirisch object en kenobject),
- Naar de manier waarop die kennis wordt verworven oftewel de methodologie, en tenslotte
- Naar de aard van de kennis.
Wat het doel van bedrijfskundige kennis betreft volstaan we hier met te benadrukken dat bedrijfskundige kennis direct of indirect de verbetering van de bedrijfsvoering beoogt. Bedrijfskundige kennis beoogt verklaring en begrip en legt daarmee ook een basis voor effectief ingrijpen in de bedrijfsvoering.
Met de termen kenobject en empirisch object kan worden gepreciseerd waarop bedrijfskundige kennis betrekking heeft.
Het empirisch object is datgene waarnaar de bedrijfskunde kijkt: processen van organisaties en management binnen en tussen organisaties. Men vergelijke bijvoorbeeld een grote stad (empirisch object).
Het kenobject is de wijze waarop naar dat empirisch object wordt gekeken. Het kenobject geeft daarmee als het ware aan welke vragen een vakgebied aan de werkelijkheid stelt. Een stedebouwkundige, een verkeersagent, een vervoersondernemer en een toerist zullen elk op heel eigen wijze naar die stad kijken (kenobject).
Het kenobject van de bedrijfskunde oftewel de bedrijfskundige wijze van zien geeft weer hoe naar die processen van organisatie en management wordt gekeken: resultaatgericht, probleemgericht, denkend in samenhangen, interdisciplinair en besturingsgericht. Het is aardig dat de traditionele wijze van omschrijven van management als: "Getting things done" in feite in dit kenobject terugkomt. Juist in het kenobject zitten onderscheidingen met andere vakken. Centraal in het kenobject van de bedrijfskunde zit besturing: hoe kunnen besturingsprocessen worden ingericht? Voor een econoom ligt dat anders. Daar staat allocatie van schaarse bronnen centraal? Voor de psycholoog staat menselijk gedrag in het centrum van de aandacht.
Bron: Bedrijfskundige methodologie, A.C.J. de Leeuw