Ben Kuiken beschrijft in zijn boek De zinmakers - nieuw organiseren in tijden van complexiteit en onzekerheid het bovenstaande model van Jurgen Appelo:
[De Nederlandse Agile-goeroe Jurgen Appelo onderscheidt in zijn model] twee dimensies:
(1)
Allereerst de structuur van een systeem en hoe goed we dit kunnen doorgronden. Dan is bijvoorbeeld simpel iets wat makkelijk te doorgronden is, en gecompliceerd iets wat juist erg moeilijk te bevatten is.
(2)
De tweede dimensie is die van het gedrag van het systeem en hoe goed we dit kunnen voorspellen. In het geval van een geordend systeem is het gedrag ervan volledig te voorspellen, bij een complex systeem wordt dit al lastiger en als er sprake is van chaos, dan is er eigenlijk geen peil op te trekken.
Door deze twee dimensies in een grafiek uit te zetten ontstaat er een matrix van zes domeinen: geordend simpel, geordend gecompliceerd, complex simpel, complex gecompliceerd, chaotisch simpel en chaotisch gecompliceerd.
Een voorbeeld van een simpel complex systeem is volgens Appelo een team van drie softwareontwikkelaars: gooi er een paar bijeenkomsten tegenaan, wat pizza's en een paar flesjes bier en het team draait wel. Een stad is echter complex gecompliceerd: nog enigszins voorspelbaar, maar het kost een taxichauffeur soms jaren om de plattegrond ervan te leren kennen.
Of het nuttig is, weet ik niet. Onjuist is het model van Appelo volgens mij zeker. Het doet namelijk volledig afbreuk aan het bijzondere karakter van complexe systemen. Want die complexiteit ontstaat niet doordat je het aantal agents opvoert, maar is een eigenschap van het systeem zelf. Dat begint al bij twee interacterende entiteiten, zeker als het om softwareontwikkelaars gaat, want ook dat team van twee ontwikkelaars kan volledig onvoorspelbaar gedrag vertonen waar niemand nog iets van begrijpt - ook de ontwikkelaars zelf niet. Een stad is op zich gecompliceerd, maar omdat ze bewoond wordt door mensen die met elkaar interacteren, ontstaan daar patronen die zeer complex kunnen zijn. Dat wordt dus niet veroorzaakt door de stad en haar stratenpatroon.
Een ander probleem is dat Appelo de aandelenmarkt als chaotisch gecompliceerd omschrijft. Maar de aandelenhandel kan juist heel voorspelbaar verlopen, en is daarmee dus bij uitstek complex. Chaos is dan ook geen 'ergere' vorm van complexiteit, het is een heel andere categorie.
Waar zijn model nuttig kan zijn, is in de conclusie die Appelo trekt dat het 'veronderstelt dat managers zelforganiserende teams niet kunnen construeren en sturen'. In plaats daarvan moet zo'n team groeien en gevoed worden. Hij erkent dat 'productieve organisaties niet gemanaged worden met modellen en plannen. In plaats daarvan moet het ontstaan door de kracht van zelforganisatie en evolutie.' Als managers dat in hun oren knopen, heeft het model van Appelo zeker nut.
Bron: De zinmakers - nieuw organiseren in tijden van complexiteit en onzekerheid, Ben Kuiken