Volgens Daniel Kahneman is ons denken feilbaar, door vervormingen en afwijkingen bij het interpreteren van de wereld om ons heen:
Kahneman, ons feilbare denken:
Daniel Kahneman wordt gezien als (een van de) belangrijkste hedendaagse gedragseconomen. Voor zijn werk heeft hij in 2002 de Nobelprijs voor de Economie gewonnen. Hij beschrijft in zijn boek Ons feilbare denken (2012) het menselijk denken vanuit twee systemen. Het denken vanuit deze systemen kan worden gelinkt aan risicoperceptie. Het eerste systeem is het meeste actief. Kahneman noemt dit systeem ‘de ervarende zelf’. Het systeem is intuïtief, impulsief, snel en gemakzuchtig. Het maakt gebruik van onderwerpen uit het eerdere onderzoek van Kahneman en Tversky naar vervormingen en afwijkingen op logische risicopercepties.
Dit is ten eerste de beschikbaarheidsbias: De beschikbaarheidsbias houdt in dat hoe eenvoudiger systeem 1 kennis uit het geheugen beschikbaar heeft, hoe overtuigder individuen zijn van de waarheid. Een andere bias is de bevestigingsbias. De bevestigingsbias houdt vast aan de overtuiging van een individu. Zodra een individu ergens van overtuigd is, zal hij alleen maar waarnemingen doen die de overtuiging bevestigen. De derde bias waar systeem 1 gebruik van maakt is de optimismebias. Dit is de eigenschap van systeem 1 die ervoor zorg dat de eigen prestaties en goede ervaringen worden overschat.
Daarnaast maakt systeem 1 regelmatig andere fouten. Het maakt gebruik van wat Kahneman noemt WYSIATI (what you see is all there is). Hieronder vallen verschillende fouten. Dit zijn bijvoorbeeld overmoed, het framing effect en het negeren van de a-priori kans. Overmoed houdt in dat individuen overtuigd raken van het verhaal, ook al is de beschikbare informatie beperkt. Het framing effect is dat het presenteren van informatie op verschillende manieren leidt tot verschillende gevoelens. Bij de presentatie van een overlevingskans van 90% zijn er positieve gevoelens, dit is omgekeerd als er staat een kans van 10% op overlijden. Het negeren van de apriorikans houdt in dat er bij een beschrijving van een gebeurtenis de statistische kans door systeem 1 regelmatig wordt onderdrukt. Omdat systeem 1 een gemakzuchtig systeem is, denkt het dat het bij zijn waarnemen ook het enige is wat er is. Ook maakt het gebruik van het ‘halo-effect’. Dit effect is de neiging om alles van een onderwerp of een persoon te waarderen of te verafschuwen. Een andere fout dat systeem 1 maakt is het ‘mere exposure effect’. Als men vaak een gezicht of een woord ziet, ook al is dit in het voorbeeld van het boek slechts enkele miniseconden, zal je brein dit positiever beoordelen (ook wel priming). Ook maakt systeem 1 fouten met betrekking tot referentie. Een referentiefout die Kahneman in het boek beschrijft is bij de donatie aan een goed doel. Als hij een referentieniveau van 5 dollar stelde, leverde dit gemiddeld 20 dollar op. Als hij een referentieniveau van 400 dollar stelde, leverde dit gemiddeld 143 dollar op.
Systeem 2, door Kahneman ‘de herinnerende zelf’ genoemd, is het systeem dat lui is. Als het systeem geactiveerd wordt zorgt dit voor mentale, rationele gedachtes. Het zorgt voor concentratie en zelfbeheersing, en wanneer het in werking treedt, zal systeem 1 en de eigenschappen van dit systeem naar de achtergrond worden gedrukt. De werking van systeem 2 wordt vaak gekoppeld aan de subjectieve ervaring van handelingsvermogen, keuze en concentratie. Systeem 1 genereert voortdurend waarnemingen. Als deze waarnemingen worden opgepikt door systeem 2 veranderd dit in overtuiging, ingeving en actie.
Bron: Eindrapport onderzoek GvRM, Thom Leijendekker