• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Onderwijskundig ontwerpen
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Onderwijskundig ontwerpen

Definitie

...


Alias: ...

instructioneel ontwerp instructional design

Wat is onderwijskundig ontwerpen?


[Hoobroeckx & Haak geven een] beschrijving van onderwijskundig ontwerpen als het oplossen van een opleidingsprobleem.

Concreet betekent onderwijskundig ontwerpen volgens deze opvatting: het bedenken van een verantwoord en gedetailleerd plan voor een te ontwilckelen opleiding, cursus, coachingstaject, leerboek, of studiehandleiding.

Onderwijskundig of educatief ontwerpen is ook te omschrijven als een systematisch en creatief proces van uitdenken, ordenen en opstellen van een plan van aanpak om een gewenste vernieuwing of verandering te kunnen realiseren op het gebied van leren en opleiden.

[O]nderwijskundig ontwerpen beperkt zich niet uitsluitend tot producten als een opleiding of een cursus, maar is ook gericht op de veranderingen of vernieuwingen die met deze producten gepaard moeten gaan.

Bron: De verleiding weerstaan - Over de noodzaak van het doordacht ontwerpen van opleidingen, M. Banens, A.B.H. Wilkens, E.L.C. de With & A. Reints

Tags:
Laatst aangepast op woensdag, 03 maart 2021 11:42  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Opdracht
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Opdracht

Definitie

...


Alias: ...

instructioneel ontwerp instructional design

Wat is nu eigenlijk een opdracht?

Het antwoord op deze vraag lijkt eenvoudig. maar toch doen er tal van definities de ronde, zoals:

'Een opdracht is een didactische werkvorm die de student - bij wijze van verwerking - aanzet tot toepassingsgerichte activiteiten (Boekaerts & Simons,1995).'

'Studietaken zijn systematische instructies aan de lerende om welomschreven activiteiten te ondernemen ten aanzien van informatie in het leermateriaal en kennis in het geheugen, om op basis daarvan een omschreven respons te leveren (Willems,1987).'

Grootste gemene deler in deze definities is dat er in ieder geval iets gedaan moet worden, en dat 'iets' is meer dan alleen 'bestudeer deze stof. Naar de opvatting van De Bie en Gerritse (1999) zou ook een dergelijke instructie een opdracht genoemd kunnen worden. Het gaat De Bie en Gerritse vooral om het betrekkingsaspect in opdrachten:

'Ik (de docent) wil dat jij (de student, leerling, cursist) ... doet'.
De docent verplicht zich tot het geven van opdrachten, de student tot het uitvoeren ervan. In deze opvatting valt onderwijs samen met het geven van opdrachten: er is geen principieel verschil tussen.

Belangrijke eis bij De Bie en Gerritse is overigens wel dat opdrachten schriftelijk gegeven worden, zodat er vastligt wat er gedaan moet worden.
Daarnaast noemen De Bie en Gerritse nog een aantal andere eisen waaraan opdrachten zouden moeten voldoen.

Ze moeten bijvoorbeeld doelgericht zijn en gelegitimeerd, liefst tot concrete resultaten leiden en bij voorkeur zijn ingebed in een logisch geheel.
Ze moeten uitdagend zijn en lonend. aansluiten op voorkennis, voldoende feedbackmogelijkheden bieden en voorzien zijn van duidelijke beoordelingscriteria.

Zo bezien lijken er toch wel degelijk principiële verschillen te bestaan tussen een opdracht als 'bestudeer deze tekst' (ook al staat die op papier) en 'maak een brochure over'.

Het is dus nog niet zo eenvoudig, zo'n definitie. In dit boek is het uitgangspunt dat het in ieder geval gaat om het aansturen van leeractiviteiten, in welke vorm dan ook.

De nadruk ligt hierbij meestal op wat complexere activiteiten dan alleen het bestuderen van leerstof.

[Het] gaat erom een zo compleet mogelijk beeld te geven van wat er allemaal bij een opdracht komt kijken. Wat voor soorten opdrachten zijn er allemaal?

Hoe moet een opdracht er precies uitzien? Welke rol speelt de docent?
Opdrachten kunnen leuk zijn, maar hoe zorg je er nu voor dat ze ook daadwerkelijk worden uitgevoerd?
Opdrachten waarbij moet worden samengewerkt worden apart besproken.
Samenwerken is een onderwerp dat sterk in de belangstelling staat, maar ook zo zijn eigen problemen met zich mee brengt. Hoe zorg je ervoor dat iedereen zijn deel van het werk ook echt doet? Hoe voorkom je 'meeliften'? De oplossingen die in dit hoofdstuk voor dit soort problemen worden genoemd, hebben nogal eens te maken met de manier waarop opdrachten beoordeeld worden.

(...)

Indeling naar fasen en functies

Het is wij gangbaar om opdrachten te onderscheiden naar de fase van het leerproces: voor, tijdens of na de bestudering of behandeling van leerstof.

Het gaat dan om opdrachten ter voorbereiding, opdrachten om leerstof te verwerven/verwerken en opdrachten om te controleren of het gestelde doel bereikt is.

Binnen deze fasen is het mogelijk een onderscheid te maken naar de (leer)functies die opdrachten kunnen vervullen (Vermunt, 1992).

Leerfuncties zijn activiteiten die moeten worden uitgevoerd om te zorgen dat er wordt geleerd. Dat kunnen activiteiten zijn die direct te maken hebben met het leren zelf (cognitieve functies), zoals kennis selecteren, toepassingen bedenken enzovoort, maar ook activiteiten daaromheen.

Zo zijn regulatieve functies nodig om het leerproces te 'managen'. Daar vallen activiteiten onder die te maken hebben met de voorbereiding op het leerproces (zoals oriëntatie), de afsluiting ervan (evalueren en zonodig bijstellen) en met het in goede banen laten verlopen van het leerproces zelf.
Affectieve functies ten slotte hebben te maken met de motivatie die nodig is om aan het leerproces te beginnen of op gang te houden.

Bron: Alles over Opdrachten, I. Verheul


Tags:
Laatst aangepast op dinsdag, 02 maart 2021 20:59  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Learning & Development
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Learning & Development

Definitie

...


Alias: ...

learning development

What is Learning and Development?


L&D gives people the skills, knowledge and experiences to hit their personal, team and organizational goals. Whether learning something from scratch or up-skilling, L&D teams must identify knowledge gaps then design and deliver the right learning solutions. And, crucially, measure the impact to see if they’re working.

Bron: What is Learning and Development? - Lifting the lid on learning and development, Alastair Roy


Laatst aangepast op zaterdag, 17 april 2021 08:49  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Interactieve multimedia
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Interactieve multimedia

Definitie

...


Alias: ...

interactieve multimedia interactive

Wat is Interactive Multimedia?

De term interactieve multimedia is een omschrijving van computergestuurde producten of diensten die reageren op acties van de gebruiker. Deze elektronische media zorgt voor een specifieke informatieoverdracht door middel van content in vorm van tekst, bewegende afbeeldingen, animatie, video’s, gesproken informatie en videogames.

Het is een communicatiemethode waarbij de uitvoer afhankelijk is van de invoer van de gebruikers. In dit opzicht is interactive multimedia vergelijkbaar met een vraag- en antwoord programma. De invoer van de gebruiker is bepalend voor de vormgeving van de interactie van de interactieve multimedia.

Interactieve multimedia is een verzamelwoord voor media waarbij het gebruik ligt op de menselijke interactie met computergestuurde devices. De wederzijdse interactiviteit is een belangrijk kenmerk van interactieve multimedia.

Bron: https://www.thehuddle.nl/kennisbank/e-learning-tips/interactive-multimedia/

interactieve multimedia interactive

 

Wat is interactieve multimedia?

Interactieve multimedia is een dynamische technologie die bepaalde input van de gebruiker vereist om een ??set informatie te leveren door middel van woorden, afbeeldingen, afbeeldingen of video's. Afhankelijk van of een computergebruiker bepaalde tekst typt of op een bepaalde knop klikt, zijn veel interactieve multimediatoepassingen geprogrammeerd om een ??specifiek resultaat weer te geven en onmiddellijke feedback te geven. Het onderliggende doel van deze technologie is het overbrengen van informatie in meer interessante formaten die de aandacht van de gebruiker kunnen trekken en rijke leerervaringen kunnen creëren.

Bron: https://www.netinbag.com/nl/technology/what-is-interactive-multimedia.html



Laatst aangepast op vrijdag, 23 april 2021 06:29  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Curriculaire spinnenweb
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Curriculaire spinnenweb

Definitie

...

curriculaire spinnenweg akker


Alias: ...

curriculaire spinnenweb curriculum akker

Het beschrijven van het curriculum is meer dan alleen het weergeven van de afspraken die er in de school heersen over de inhoud van de lessen. Het is de bedoeling dat er bij de lezer een helder samenhangend beeld ontstaat van hoe het [onderwijs] op de werkvloer in al zijn facetten wordt vormgegeven. Daarbij kan gebruikgemaakt worden van het curriculaire spinnenweb (Van den Akker, 2003). Hierin wordt duidelijk hoe een curriculum vanuit een leerstoflijn kan worden beschreven: de visie op taalonderwijs is de kern van het leerstofaanbod. Van daaruit wordt bepaald welke specifieke doelen worden nagestreefd, welke leerinhouden daarbij worden ingezet en welke activiteiten er plaatsvinden. Ook wordt beschreven welke bronnen hier-voor worden gebruikt en welke leermiddelen, zoals methodes, daarbij worden ingezet. Daarnaast zal er aandacht moeten zijn voor de rol van de docent, de omgeving waar het leren plaatsvindt, hoe de leerlingen worden gegroepeerd en hoeveel tijd er aan een onderdeel wordt besteed. Ten slotte zal beschreven moeten worden op welke wijze er aandacht is voor evaluatie, toetsing en beoordeling. Deze aspecten zijn ook weer onderling met elkaar verbonden. Zo wordt toetsing niet alleen bepaald door de visie van de school op taalonderwijs, maar ook door de doelen die worden nagestreefd en kan de inzet van middelen en keuze van activiteiten samenhangen met de omgeving waarin de lessen plaatsvinden.

Bron: Taalbeleid op school - handboek praktijk, Paula Eversdijk

curriculaire spinnenweb curriculum akker

De kern van een leerplan wordt doorgaans door de doelen en inhouden van het leren bepaald. Veranderingen in die kern vragen meestal ook om wijzigingen in andere leerplanonderdelen. Een verhelderende manier om dat te visualiseren is het zogenaamde curriculaire spinnenweb (Van den Akker, 2003).

De kern en de negen draden van het spinnenweb verwijzen naar tien onderdelen van het curriculum die elk een vraag over het (plannen van) leren door leerlingen betreffen. De visie vormt de centrale, verbindende schakel; de overige onderdelen (leerplanaspecten) zijn verbonden met die visie. Idealiter zijn ze ook met elkaar verbonden, zodat er sprake is van consistentie en samenhang. De metafoor van het spinnenweb onderstreept het kwetsbare karakter van een curriculum. Spinnenwebben zijn weliswaar enigszins flexibel maar dreigen toch te scheuren als er te hard en eenzijdig aan bepaalde draden getrokken wordt zonder dat de andere draden meebewegen.

Elk leerplanaspect van het curriculaire spinnenweb werpt een kernvraag op met betrekking tot het onderwijzen en leren van leerlingen:

(1) Basisvisie (Waartoe leren zij?)
[A]ntwoord op de vraag waartoe de leerlingen van een specifieke school leren. Een visie op schoolniveau geeft richting aan de manier waarop de school invulling geeft aan de persoonsvorming, de kennisontwikkeling en de maatschappelijke toerusting van leerlingen. (...) Vanuit de schoolvisie kunnen veel componenten van het leerplan op school- en klasniveau afgeleid worden, zoals op welke doelen en inhouden de school de nadruk legt of de vraag welke pedagogisch-didactische aanpak en welk toetsbeleid daarbij horen.

(2) Leerdoelen (?Waarheen leren zij?, Waar leren zij voor?)
?[Beschrijving van] wat leerlingen gedurende een schoolperiode aangeboden krijgen en wat ze voor een vaardigheid, vak- of leergebied moeten kennen en kunnen. ...

(3) Leerinhoud (?Wat leren zij?)
[A]lle kennis, vaardigheden en houdingen die op schoolniveau worden vastgesteld. Denk bijvoorbeeld aan een schoolbreed vastgestelde invulling (thema's, concepten, onderwerpen) voor vakken en leergebieden. Leerinhouden kunnen worden afgeleid van nationaal vastgestelde leerdoelen en aangevuld worden met de doelen die de school belangrijk vindt.

(4) Leeractiviteiten ?(Hoe leren zij?)
[Weergave] op hoofdlijnen van op welke wijze leerlingen leren op een school.

(5) Docentrollen (??Wat is de rol van de docent bij het leren?
[O]overzicht van alle rollen, taken en bijbehorende uren die binnen een school vervuld worden om het leerproces van leerlingen in goede banen te leiden. Denk daarbij aan de rollen van (vak)docenten, icc-ers, ambulant begeleiders, onderwijsondersteuners (klasse-assistenten, tio's), onderwijsontwikkelaars, gastdocenten.

(6) Bronnen en materialen ?(?Waarmee leren zij?)
[O]verzicht van de (digitale) middelen waarmee leerlingen leren. Voor specifieke vakken, leergebieden en thema's zal in veel gevallen schoolbreed (of op het niveau van bijvoorbeeld vaksecties of teams) besloten worden welke lesmaterialen de leerlingen tot hun beschikking hebben. Het kan daarbij gaan om lesmethodes, al dan niet zelf ontwikkelde materialen, verbruiksmaterialen en digitale bronnen.

(7) Groeperingsvormen ?(Met wie leren zij?)
[Z]icht op de vraag met wie leerlingen op school leren. Het gaat het om beslissingen over de grootte en de samenstelling van klassen en groepen.

(8) Leeromgeving ?(Waar leren zij?)
[U]itspraken over de plek waar leerlingen leren. Hiertoe behoren klaslokalen binnen de school, werkhoeken buiten het klaslokaal en locaties buiten de school waar leerlingen bijvoorbeeld stage lopen of projectwerk doen. (...) Op schoolniveau worden afspraken gemaakt over de inrichting en het gebruik van zowel de fysieke als digitale leeromgeving.

(9) Tijd ?(?Wanneer leren zij?)
[L]esurentabel/het lesrooster. (...) Het is ... aan de school om hier een verantwoorde keuze te maken. Wel moeten er op schoolniveau afspraken worden gemaakt wanneer bepaalde onderdelen op het lesrooster komen te staan. Ook zullen er afspraken gemaakt moeten worden om ervoor te zorgen dat toetsen over het jaar verdeeld worden (en piekbelasting wordt voorkomen).

(10) Toetsing ?(Hoe wordt hun leren getoetst?)
[A]fspraken die op schoolniveau worden gemaakt voor het toetsen, beoordelen en waarderen van wat leerlingen leren.

Bron: https://www.slo.nl/thema/vakspecifieke-thema/kunst-cultuur/leerplankader-kunstzinnige-orientatie/handreiking-schoolleiders/curriculaire-spinnenweb/

curriculaire spinnenweb curriculum akker

Prof. dr. Jan van den Akker, de ontwikkelaar van het spinnenweb, heeft bewust de metafoor van een spinnenweb gekozen om aan te geven dat als je aan één draadje trekt, alle andere draadjes meetrillen. Een verandering aan één van de onderdelen, bijvoorbeeld bronnen en materialen bij een overstap op digitaal verwerken, heeft in principe altijd effect op de andere onderdelen, zoals leeractiviteiten en docentrollen. Bovendien wordt zo tevens het kwetsbare karakter gesymboliseerd: het kan makkelijk scheuren als er hard getrokken wordt.

Centraal in het spinnenweb staat de visie: waartoe leren de leerlingen? Als school geef je hierin aan wat je belangrijk vindt in de persoonlijke, maatschappelijke en kennisontwikkeling van leerlingen. Hieruit kun je de vormgeving van de onderdelen van het curriculum afleiden.

In de negen poten daaromheen staan de elementen waaruit een curriculum is opgebouwd:

(1) Leerdoelen: waarheen leren de leerlingen?
De vertaling van de landelijke eisen (kerndoelen) naar vakspecifieke of vakoverstijgende leerdoelen, zoals de leerlijnen van een methode.

(2) Leerinhouden: wat leren de leerlingen?
Inhoudelijke vertaling van leerdoelen naar wat de leerling moet leren om de doelen te bereiken. Dit kan bijvoorbeeld een bepaalde strategie zijn.

(3) Leeractiviteiten: hoe leren de leerlingen?
De pedagogisch-didactische aanpak van de school en werkvormen in de klas. Denk bijvoorbeeld aan een bepaalde methodiek.

(4) Docentrollen: hoe is de rol van de leraar bij het leren van de leerlingen?
Welke taken, verantwoordelijkheden en functies zijn voor de leerkracht weggelegd. Bijvoorbeeld waker over leerstof, coach of informatiebron.

(5) Bronnen en materialen: waarmee leren de leerlingen?
Welke bronnen en materialen de leerlingen (kunnen) gebruiken in hun leerproces. Bijvoorbeeld fysieke, papieren of digitale materialen.

(6) Groeperingsvormen: met wie leren de leerlingen?
De omvang en samenstelling van groepjes en klassen. Bijvoorbeeld of leerlingen met verschillende talenten juist wel of niet bij elkaar in groepjes zitten.

(7) Leeromgeving: waar leren de leerlingen?
De fysieke/virtuele locaties waar het leren plaatsvindt en de inrichting hiervan. Bijvoorbeeld het klaslokaal, leerpleinen, en de opstelling van tafels.

(8) Tijd: wanneer leren de leerlingen?
De verdeling van leerinhouden en -activiteiten over een jaar, periode, week en dag. Dit zijn bijvoorbeeld blokplanningen en verroostering van lessen.

(9) Toetsing: hoe wordt het leren getoetst?
Afspraken over wat, hoe en wanneer er wordt getoetst en hoe dit wordt beoordeeld en gewaardeerd. Dit kunnen normeringen, maar ook observatieschema’s zijn.

De term ‘toetsing’ kan breed worden opgevat, hieronder kan ook meten van voortgang en monitoring van leerprocessen worden verstaan.

Bron: https://www.gynzy.com/nl/beschouwing/overwegingen-voor-je-visie-en-implementatie/

Tags:
Laatst aangepast op zondag, 25 april 2021 08:58  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Leerlijn
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Leerlijn

Definitie

Beredeneerde opbouw, van leerinhouden en tussendoelen, leidend naar een einddoel.

leerlijn


Alias: ...

leerlijn

Leerlijn


Een leerlijn is in het onderwijs in Nederland een uitwerking van de algemene kerndoelen, zoals die door de overheid zijn vastgesteld, naar concrete doelen die omschrijven wat leerlingen moeten kennen en kunnen.Deze zijn onderverdeeld in doelen per leerjaar, die op hun beurt zijn onderverdeeld in tussenstappen.

Een leerlijn geeft aan wat behandeld wordt per groep of klas en ook wat behandeld moet zijn alvorens een volgende stap kan worden gezet. De invulling van de leerlijnen kan sterk verschillen per school. In Nederland heeft de overheid de kerndoelen uitgewerkt in meer concrete tussendoelen in de zogenaamde referentieniveaus taal en rekenen. Deze beschrijven wat leerlingen moeten beheersen aan het eind van de basisschool, eind vmbo kader/vmbo-kader, eind havo en eind vwo.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Leerlijn

leerlijn

 

Leerlijn

Een leerlijn geeft per leergebied aan op welke manier de leerlingen van het startniveau tot de kerndoelen komen. Belangrijke momenten in de leerlijn heten tussendoelen. De leerlijnen zijn een leidraad voor leerkrachten, want daardoor kunnen zij de ontwikkeling van hun leerlingen beter volgen. Ook weten zij op welk niveau de kinderen ongeveer moeten zitten om te voldoen aan de tussendoelen en kerndoelen. De leerlijnen zijn ontstaan toen uit de praktijk bleek dat het voor scholen moeilijk was om de kerndoelen naar de praktijk te vertalen. De leerlijnen geven een praktische invulling aan de algemeen geformuleerde kerndoelen.

Bron: https://wij-leren.nl/leerlijn.php

leerlijn

Wat is een leerlijn?

Een leerlijn is een beredeneerde opbouw, van inhouden en tussendoelen, leidend naar een einddoel. Twee vragen staan centraal: – WAT wil ik dat de leerlingen leren? – HOE wil ik dat de leerlingen leren?

Bron: https://leerling2020.nl/zelf-een-leerlijn-maken/

leerlijn

Wat is een doorlopende leerlijn?

Een leerlijn beschrijft per leerjaar wat leerlingen moeten kennen en kunnen. De opbouw van een leerlijn wordt onderbouwd vanuit vakdidactische inzichten.

Een leerlijn vertaalt de kerndoelen die de overheid voor het onderwijs heeft vastgesteld in concrete tussendoelen en einddoelen.

Een doorlopende leerlijn zorgt ervoor dat de lesstof op elkaar aansluit bij de overgang naar een volgende klas of bij de overstap van primair naar voortgezet onderwijs.  
Je kunt een doorlopende leerlijn op twee manieren uitwerken:

  • Theoretisch: de leerlijn bevat elementen van algemene ontwikkeling, van generieke competenties en streefcompetenties.
  • Praktisch: de leerlijn bevat uitgewerkte, praktische voorbeelden van inhoud en activiteiten, ondersteund door de theoretische leerlijn.

Bron: https://www.lkca.nl/artikel/van-leerplan-naar-leerlijn/

Tags:
Laatst aangepast op zaterdag, 24 april 2021 08:27  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Leerplan ('curriculum')
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Leerplan

Definitie

Omschrijving van de kerndoelen en eindtermen die de leerlingen voor een vak of leergebied moeten behalen.


Alias:

  • Curriculum
  • Onderwijsplan

leerplan curriculum

Curriculum

Curriculum is een uit het Latijn afkomstige term voor het leerplan van een school of opleiding. Het curriculum bevat ten minste een opsomming van de leerstof en de doelen die behaald dienen te worden.

Een curriculum is de snelle weergave van de inhoud van een opleiding, dat wil zeggen de vakken en de inhoud van die vakken, ten behoeve van geïnteresseerden die kennis willen nemen van of wellicht deel willen nemen aan de betreffende opleiding.

Er zijn verschillende niveaus waarop een curriculum vorm kan krijgen, op landelijk niveau zijn er voor het primair onderwijs en de onderbouw van het voortgezet onderwijs kerndoelen. Voor de bovenbouw van het voortgezet onderwijs spreekt men over eindtermen en examenprogramma´s. Commerciële opleiders gebruiken het curriculum om de eigen opleidingen in de markt te zetten en aan te prijzen.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Curriculum

leerplan curriculum

Een curriculum is een plan voor het leren. De begrippen 'curriculum' en 'leerplan' betekenen hetzelfde en zijn dus uitwisselbaar. Het ontwikkelen van een curriculum verloopt op een cyclische manier met als kernactiviteiten: analyse, ontwerp en evaluatie.

Bron: https://www.slo.nl/thema/meer/curriculumontwikkeling/

leerplan curriculum

 

Curriculum

Een curriculum is een leer- en onderwijsplan. Het beschrijft de inhoud en doelen van een opleiding of schoolloopbaan en vormt zo een fundering voor de te onderwijzen vakken of competenties.

Bron: https://www.ensie.nl/redactie-ensie/curriculum

leerplan curriculum

 

Wat is een leerplan?

Curriculum en leerplan: uitwisselbare termen
Soms is het verrassend lastig om ogenschijnlijk eenvoudige termen beknopt en eenduidig te definiëren. Zo luidt een bekende verzuchting dat de (internationale) onderwijskundige literatuur even veel definities van het begrip ‘curriculum’ verschaft als het aantal auteurs dat er over schrijft. Bovendien doen die auteurs dat vaak met veel omhaal van woorden of met een overmatig smal blikveld op een bepaalde context. In dergelijke verwarrende situaties is het altijd verstandig op zoek te gaan naar de etymologische wortels van het begrip. Het woord curriculum blijkt af te stammen van het Latijnse werkwoord currere, dat wil zeggen (hard) lopen. Het daaraan gerelateerde Latijnse woord curriculum behelst zowel ‘(om)loop’ als ‘renwagen’, en verwijst kortom zowel naar een traject als naar een vehikel.

Passen we deze termen toe op onderwijs, dan ligt het voor de hand te spreken over de loop of het traject voor de activiteit ‘leren’. In de Angelsaksische literatuur is de zeer bondige definitie van de Amerikaanse Hilda Taba (1962) van curriculum als ´plan for learning’ daarom zeer adequaat. Het treft dat het vrijwel eensluidend is aan de klassieke Nederlandse term ‘leerplan’ (en overigens ook aan vergelijkbare termen in andere talen als bijvoorbeeld het Duitse Lehrplan en het Zweedse läroplan).

Gezien bovenstaande reconstructie, stellen we dan ook voor de generieke termen curriculum en leerplan als uitwisselbaar te beschouwen. Het belangrijkste voordeel is dat die bondige formulering het perspectief niet te snel en onnodig versmalt, maar ruimte laat voor specificatie naar velerlei niveaus en verschijningsvormen van leerplannen of curricula. Om helder te kunnen communiceren over leerplanzaken binnen bepaalde contexten, zijn dergelijke specificaties zeer behulpzaam.

Bron: Leerplan in ontwikkeling, SLO (pdf)

leerplan curriculum

 

Wat is een leerplan?

Een leerplan bestaat uit verschillende elementen. De kern van het leerplan is de visie. De overige leerplanelementen zijn hiermee verbonden. Idealiter zijn ze ook met elkaar verbonden, zodat er sprake is van consistentie en samenhang. De elementen zijn weergegeven in het zogeheten curriculair spinnenweb

Bron: https://www.lkca.nl/artikel/van-leerplan-naar-leerlijn/

leerplan curriculum

 

Ontwikkelen van een curriculum


‘Een goed curriculum is meer dan de optelsom van de afzonderlijke studieonderdelen’

Op zoek naar een eenduidige definitie van de term curriculum, blijkt dit geen makkelijke opgave te zijn. Een curriculum kan namelijk vanuit diverse perspectieven en niveaus worden gedefinieerd, waaronder: de opleiding of de lerende, het ideale of het bereikte curriculum, of een curriculum op macro-, meso- of microniveau. Hoewel al 50 jaar oud, is de definitie die Taba (1962) hanteert, nog steeds toepasselijk: een curriculum is een ….”plan for learning”. Meer concreet: “All curricula, no matter what their particular design, are composed of certain elements. A curriculum usually contains a statement of aims and of specific objectives; it indicates some selection and organization of content; it either implies or manifests certain patterns of learning and teaching, whether because the objectives demand them or because the content organization requires them. Finally, it includes a program of evaluation of the outcomes.” (p. 10). Passende synoniemen in het Nederlands zijn leerplan of leerweg.

Bron: https://cat-database.sites.uu.nl/knowledge_item/ontwikkelen-van-een-curriculum/

leerplan curriculum

Samenhang in een curriculum

De kern van een curriculum wordt gevormd door een visie op onderwijs. De doelen, inhouden van het leren, en de toetsing spelen daarbij een belangrijke rol, evenals de leeractiviteiten en de rol van de docent. Al deze onderdelen hangen met elkaar samen: cursussen bouwen op elkaar voort, docenten werken vanuit de eindtermen van de opleiding en stemmen met elkaar af, de werkvormen roepen de gewenste leerprocessen op, de studenten worden getoetst op zaken die er toe doen, krijgen tijdige terugkoppeling over hun vorderingen en de middelen worden evenwichtig ingezet. Deze samenhang kan gevisualiseerd worden aan de hand van het curriculaire spinnenweb van Van den Akker (2003).

Hoewel de terminologie vooral lijkt aan te sluiten bij het voortgezet onderwijs, geeft deze afbeelding duidelijk de complexiteit van een curriculum weer. Alle onderdelen zijn verbonden met de visie en idealiter ook met elkaar. Een verandering in één onderdeel kan daarbij ook van invloed zijn op de andere onderdelen.

Bron: https://cat-database.sites.uu.nl/knowledge_item/ontwikkelen-van-een-curriculum/










Tags:
Laatst aangepast op zaterdag, 24 april 2021 08:41  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Likert-schaal
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Likert-schaal

likert schaal likert-schaal

Definitie

  • Gevoeligheidsschaal
  • Intensiteitsschaal


Alias: ...

likert-schaal likert schaal

Omdat de meeste van deze psychologische eigenschappen op een continuüm liggen dat zich in het denken van de respondent uitstrekt van het ene naar het andere uiterste, is het standaardpraktijk om vragen met antwoordschalen te ontwerpen van het type 'veronderstelde intervalschaal'. Soms wordt één eenheid afstand tussen elke positie op de schaal aangegeven met cijfers. Meestal, maar niet altijd, varieert de reikwijdte van een schaal van extreem negatief via neutraal naar extreem positief. Het neutrale punt wordt niet als nul of de oorsprong beschouwd; het is slechts een punt op een continuüm. Zoals eerder aangegeven, is het geen goede praktijk om bij elke nieuwe vragenlijst een nieuwe schaal te verzinnen. Marktonderzoekers vallen juist vaak terug op standaardschalen uit de branche. Tot deze werkpaardschalen horen onder andere de aangepaste Likert-schaal, de levensstijlinventarisatie (...). Uiteraard is er niet altijd al eerder een schaal ontwikkeld; als die wel bestaat, is hij soms in een andere context ontwikkeld dan de onderzoeker voor ogen had.

De aangepaste Likert-schaal
Een antwoordschaal die marktonderzoekers veel gebruiken is de aangepaste Likert-schaal, waarbij respondenten moeten aangeven in hoeverre ze het eens of oneens zijn met een aantal uitspraken op een symmetrische eens-oneensschaal. De waarde van de aangepaste Likert-schaal moet duidelijk zijn, omdat respondenten moeten aangeven hoe sterk ze het eens of oneens zijn met de uitspraak. De schaal meet dus de intensiteit van hun gevoelens.

[De aangepaste] Likert-schaal, die is ontleend aan een formele schaalontwikkelingsmethode die Rensis Likert heeft ontwikkeld, is veel gewijzigd en aangepast door marktonderzoekers, zo veel zelfs, dat de definitie van de schaal per onderzoeker verschuilt. Sommige onderzoekers gaan ervan uit dat alle intensiteitsschalen die beschrijvende aanduidingen gebruiken als 'zeer', 'tamelijk', 'enigszins' en dergelijke varianten van de Likert-schaal zijn. Andere onderzoekers gebruiken de term alleen voor vragen met antwoordmogelijkheden als 'eens/oneens'. We neigen naar het tweede standpunt en geven er de voorkeur aan schalen die iets anders dan de ' eens/oneens'-dimensie meten 'gevoeligheidsschalen' of 'intensiteitsschalen' te noemen. Maar deze regel heeft slechts onze voorkeur. Bedenk dat verschillende onderzoekers er anders over denken.

De levensstijlinventarisatie
Er bestaat een speciale toepassing van de aangepaste Likert-schaal die de levensstijlinventarisatie (of psychografische inventarisatie) heet, die gaat over de waarden en persoonlijkheidskenmerken van mensen zoals die tot uitdrukking komen in hun unieke activiteiten, interesses en meningen (activities, interests and opinions of AIO's in het Engels) wat betreft werk, vrije tijd en aankopen. Reclamestrategen die beschrijvingen van groepen consumenten wilden hebben, hebben deze techniek ontwikkeld om zo effectiever te kunnen adverteren. Het onderliggende idee is dat kennis van de levensstijl van consumenten, in tegenstelling tot louter demografische kenmerken, de richting aanwijst voor marktonderzoek. Veel bedrijven gebruiken psychografische kenmerken als instrument om de marktonderzoek te bewerken.

Levensstijlvragen meten de unieke levenswijze van consumenten. Met deze vragen kun je onderscheid maken tussen bijvoorbeeld zware en lichte gebruikers van een product, vaste klanten en onregelmatige klanten of gebruikers van mediadragers en niet-gebruikers. Met deze vragen kun te vaststellen in hoeverre iemand prijsbewust of modebewust is, graag meningen verkondigt, een sportfanaat is, op kinderen of op het gezin gericht, of een optimist in financiële zin. (...)
Elke respondent geeft aan in hoeverre hij het eens of oneens is met de Likert-achtige categorieën. Bij sommige toepassingen bevat de vragenlijst een lange lijst met verschillende levensstijlvragen die variëren van zeer algemene beschrijvingen van de AIO's van de persoon in kwestie tot zeer speotieke uitspraken over bepaalde producten, merken, diensten of andere dingen die de marktonderzoeker interesseren. Idealiter gebruik je meer dan één uitspraak voor elke levensstijldimensie. De antwoorden van de respondenten op de met elkaar samenhangende vragen worden gewoonlijk bil elkaar opgeteld of gemiddeld. Vervolgens krijgt elke respondent één score op elke levensstijldimensie.

Bron: Marktonderzoek, Patrick De Pelsmacker & Patrick Van Kenhove

likert-schaal likert schaal

Likertschalen zijn schalen met een x aantal schaalpunten waarvan de respondent één positie moet kiezen om in een bepaalde mate wel of niet in te stemmen met een gegeven stelling. De schaal begint bij een uiterste en eindigt, na een x aantal schaalpunten die in bepaalde mate op- of aflopen, bij het tegenovergestelde uiterste. De schaalpunten kunnen een tekstueel label bevatten; alleen een cijfer bij een schaalpunt wordt in dit onderzoek niet als label beschouwd. Zowel de uitersten als de tussenposities kunnen door de respondent als antwoord gekozen worden.

Likertschalen bevatten een bepaalde informatieload (in de vorm van het aantal schaalpunten of het aantal labels) die de respondent tot zich moet nemen. Veel gebruikte schaallengtes zijn 5- en 7-punts Likertschalen, maar ook kortere of langere schalen zijn in omloop. Omdat er grenzen bestaan aan de hoeveelheid informatie die een mens tegelijkertijd kan opslaan, zal niet elke Likertschaal even goed worden opgenomen in het geheugen. Er zijn aanwijzingen uit experimenten op basis van de meettheorie dat men voor de meeste psychometrische constructen (zoals attitude) geen zinnig onderscheid meer kan maken tussen meer dan vijf antwoordopties. Beschikbaar wetenschappelijk onderzoek naar Likertschalen is tevens vooral benaderd vanuit de statistiek en niet vanuit de informatiekunde. Er is niet eenduidig bekend wat de meest ideale Likertschaal is om de informatie-overload zo minimaal mogelijk te maken of zelfs helemaal te voorkomen.


Bron: De meest ideale Likertschaal, Nynke Heussen (pdf)

likert-schaal likert schaal

Likertschaal

De likertschaal is een doorgaans schriftelijke methode om moeilijk te kwantificeren gegevens toch te kunnen ondervragen en te kunnen behandelen op intervalmeetniveau. De schaal is vernoemd naar Rensis Likert, die de schaal voor het eerst in 1932 gebruikte. Het gebruik van likertschalen is vooral in de psychologie en sociale wetenschappen nog steeds erg populair.

Aan de respondent wordt gevraagd de mate van instemming met een bepaalde uitspraak aan te geven door middel van een meerkeuze antwoordmodel. De extremen van het antwoordmodel geven de mate van instemming met, dan wel afwijzing van, de uitspraak aan. Veel gebruikte extremen zijn "volledig mee eens" en "volledig mee oneens", hoewel ook andere varianten tot de mogelijkheden behoren.

Veel gebruikte schaallengten zijn 5- en 7-puntslikertschalen, maar ook langere schalen worden soms gebruikt. Wel zijn er aanwijzingen uit experimenten op basis van de meettheorie dat mensen over het algemeen voor de meeste psychometrische constructen geen zinnig onderscheid tussen meer dan 5 verschillende antwoordcategorieën maken

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Likertschaal

likert-schaal likert schaal

 

Wat is de definitie van een Likert-schaal?


Om de Likert-beoordelingsschaal te begrijpen, moet u eerst weten wat een enquêteschaal is.

Een enquêteschaal staat voor een set (numerieke of uitgeschreven) antwoordopties die een aantal meningen over een onderwerp weergeven. Een dergelijke schaal is altijd onderdeel van een gesloten vraag (een vraag waarbij de antwoorden al voor de respondent zijn ingevuld).

Dus wat is een enquêtevraag met een Likert-schaal? Dat is een vraag waarbij gebruik wordt gemaakt van een schaal met 5 of 7 punten, van het ene uiterste tot het andere. Het wordt ook wel een tevredenheidsschaal of tevredenheidsenquête genoemd. Een Likert-enquêtevraag bevat vaak ook een gemiddelde of neutrale optie. De schaalverdeling van de enquête loopt bijvoorbeeld in een 5 puntsschaal van nooit tot altijd of van eens tot oneens.

Likert-schalen (genoemd naar de uitvinder hiervan, de Amerikaanse socioloog Rensis Likert) zijn erg populair omdat ze één van de meest betrouwbare manieren zijn om meningen, gezichtspunten en gedrag te meten.

Vergeleken met binaire vragen, die maar twee antwoordopties hebben, krijgt u met Likert-vragen gedetailleerdere feedback over uw product. Zo kunt u vragen of uw product alleen maar ‘goed genoeg’ of (hopelijk) ‘uitmuntend’ was. Deze vragen kunnen duidelijk maken of werknemers 'zeer tevreden', 'enigszins ontevreden', of misschien alleen neutraal waren over een recent bedrijfsuitje.

Met deze methode kunnen respondenten een genuanceerdere mening geven. Na uw Likert-schaal analyse kunt u de feedback beter interpreteren. Daarnaast ziet u precies op welke gebieden u uw dienst of product nog verder kunt verbeteren.

Bron: Wat is een Likert-schaal?


likert-schaal likert schaal

 

Likert Scale vragen

Likert schaalvragendefinitie

Een Likert-schaal is een schaal die vaak wordt gebruikt in enquêtes en onderzoek. Over het algemeen krijgt de respondent een verklaring en wordt zijn / haar niveau van overeenstemming met de verklaring gevraagd door een punt op de schaal te selecteren. Aan deze punten zijn vaak verbale verklaringen of cijfers gehecht. De schaal moet worden uitgebalanceerd tussen positieve en negatieve opties voor overeenkomsten. Net als Thurstone of Guttman Scaling is Likert Scaling een eendimensionale schaalmethode.

Bij het beantwoorden van een Likert-vragenlijst specificeren respondenten hun mate van overeenstemming of onenigheid over een symmetrische, niet-eens, niet-akkoord schaal voor een reeks uitspraken. Het bereik geeft dus de intensiteit van hun gevoelens voor een bepaald item weer.

Een Likert-item is eenvoudigweg een verklaring dat de respondent wordt gevraagd te evalueren door het een kwantitatieve waarde te geven voor elke soort subjectieve of objectieve dimensie, waarbij een mate van overeenstemming / onenigheid de meest gebruikte dimensie is. Goed ontworpen Likert-items vertonen zowel "symmetrie" als "balans". Symmetrie betekent dat ze gelijke aantallen positieve en negatieve posities bevatten waarvan de respectievelijke afstanden van elkaar tweezijdig symmetrisch zijn ten opzichte van de "neutrale" / nulwaarde (ongeacht of die waarde als een kandidaat wordt gepresenteerd). Saldo betekent dat de afstand tussen elke kandidaatwaarde hetzelfde is, waardoor kwantitatieve vergelijkingen zoals middeling geldig zijn voor items die meer dan twee kandidaat-waarden bevatten.

De term wordt vaak door elkaar gebruikt met een beoordelingsschaal, ook al zijn deze twee niet synoniem. Een Likert-schaal is een soort beoordelingsschaal, ze stellen iemand in staat om attitudes te rangschikken, maar niet om het verschil tussen attitudes te meten.

Bron: https://help.surveyanyplace.com/nl/support/solutions/articles/35000041593-likert-scale-vragen

likert-schaal likert schaal

De Likertschaal is een veelgebruikte manier van het vragen naar attitudes en meningen van respondenten (Likert scale, nd). Likert (1932) heeft deze ooit ontworpen om invulling te geven aan de wens om aspecten van persoonlijkheids- en karaktereigenschappen (‘traits of personality and character’) meetbaar te krijgen. De meest gebruikte vorm is in Nederland een vijfpuntsschaal (Brinkman, 2014), maar ook een zevenpuntsschaal komt voor. Een standaard antwoordschaling kent equidistantie ( Likert, 1932; Schriemer, 2014). Equidistantie is een begrip ontleent uit de geografie en betekent ‘gelijke afstanden’. Dat houdt in dit geval in dat de afstand tussen ‘1’ en ‘2’ even groot is als de afstand tussen ‘2’ en ‘3’, enzovoorts.

Bron: http://hethikkendeheksje.nl/likertschaal-ordinaal-of-intervalgeschaald/

likert-schaal likert schaal

 

Likert-schaal: wat is het en hoe te gebruiken?


Een Likert-schaal is een close-end, gedwongen keuze-schaal die wordt gebruikt in een vragenlijst die een reeks antwoorden biedt die van het ene uiterste naar het andere gaan. Een schaal kan bijvoorbeeld vijf keuzes hebben die aan de ene kant beginnen met 'helemaal mee eens' en aan de andere kant eindigen met 'helemaal niet mee eens', met minder extreme keuzes in de middelste drie punten. Likert-schalen worden veel gebruikt in psychologie en ander sociaalwetenschappelijk onderzoek.

Bron: https://www.greelane.com/nl/science-tech-math/sociale-wetenschappen/likert-scale-4685788

likert-schaal likert schaal

De Likertschaal kan worden gebruikt in bijna elke situatie waarin u een waarderingsschaal wilt gebruiken om informatie te krijgen over het gedrag en de gevoelens van klanten.

Er is geen vuistregel bij de keuze van de te gebruiken schaal, hoewel u ervoor moet zorgen dat uw keuzes uitgebreid genoeg zijn en voldoende details aan de respondenten geven.

Daarnaast is het belangrijk om te onthouden dat er verschillende manieren zijn om de Likertschaal te presenteren (via emojis, tekstopties, beoordelingen) en verschillende puntensystemen.
De punten op de Likertschaal:

Er worden geen passende eisen gesteld aan de keuze van het aantal opties, of “punten” die een Likert-vraag moet bevatten.

In het algemeen is het het beste om uitgebreid te zijn en voldoende mogelijkheden te bieden voor respondenten om een accuraat antwoord te geven, maar niet zo veel dat ze zich overweldigd voelen.

Bron: https://www.efficy.com/nl/likertschaal/

Laatst aangepast op zaterdag, 24 april 2021 12:27  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Machinaal leren
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Machinaal leren

Definitie

...


Alias:

  • Machine learning

machine learning machinaal leren

Machinaal leren

Automatisch leren of machinaal leren is een breed onderzoeksveld binnen kunstmatige intelligentie, dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van algoritmes en technieken waarmee computers kunnen leren.

De methodes zijn te verdelen in twee ruwe categorieën: aanleidinggevend en deductief. Aanleidinggevende methodes creëren computerprogramma's door het vormen van regels of het extraheren van patronen uit data. Deductieve methoden hebben als resultaat een functie die net zo generiek is als de invoerdata.

Automatisch leren is sterk gerelateerd aan statistiek, aangezien beide velden de studie van data analyseren. Automatisch leren is meer gericht op de algoritmische complexiteit of de implementatie in programma's. Het is ook gerelateerd aan datamining, waarin op een geautomatiseerde manier patronen en relaties worden gezocht in grote hoeveelheden gegevens.

Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Machinaal_leren

machine learning machinaal leren

What is machine learning?


Machine learning is a subfield of artificial intelligence, which is broadly defined as the capability of a machine to imitate intelligent human behavior. Artificial intelligence systems are used to perform complex tasks in a way that is similar to how humans solve problems.

The goal of AI is to create computer models that exhibit “intelligent behaviors” like humans, according to Boris Katz, a principal research scientist and head of the InfoLab Group at CSAIL. This means machines that can recognize a visual scene, understand a text written in natural language, or perform an action in the physical world.

Machine learning is one way to use AI. It was defined in the 1950s by AI pioneer Arthur Samuel as “the field of study that gives computers the ability to learn without explicitly being programmed.”

Bron: Machine learning, explained - Sara Brown

machine learning machinaal leren

Wat is Machine Learning of Machinaal Leren?

Machine Learning is een wetenschappelijk onderzoeksveld dat zich bevind in de kunstmatige intelligentie. Machine Learning is onder andere gericht op het ontwikkelen van algoritmes. Met deze algoritmes kunnen computers patronen ontdekken in grote databestanden (zogenaamde Big Data). Door het ontdekken van deze patronen kunnen computers of machines zichzelf ontwikkelen en dus leren. Computers leren nieuwe patronen ontdekken wanneer weer nieuwe gegevens worden toegevoegd aan de database. Voor mensen is het vaak onmogelijk om enorme hoeveelheden data te verwerken, computers doen dit veel sneller en maken daarbij steeds minder fouten. Daarom is Machine Learning interessant. Machine Learning is gerelateerd aan data mining, hierbij worden op een geautomatiseerde manier patronen, verbanden en relaties gezocht in grote hoeveelheden data.

Methoden voor Machine Learning

De methodes die gebruikt worden voor Machine Learning kunnen grofweg in twee grote categorieën worden ingedeeld:

  • Aanleidinggevend. De aanleidinggevende mehodes vormen computerprogramma’s door het maken van regels of het extraheren van patronen uit data.
  • Deductief. Bij een deductieve methode is het resultaat een functie net zo generiek is als de invoerdata.

Bron: Wat is Machine Learning of Machinaal Leren?, P. Geertsma

machine learning machinaal leren

 

Wat is machinaal leren? Een definitie

Machinaal leren is een toepassing van kunstmatige intelligentie (AI) die systemen de mogelijkheid biedt om automatisch te leren en te verbeteren van de ervaring zonder expliciet geprogrammeerd te zijn. Machine learning richt zich op de ontwikkeling van computerprogramma’s die toegang hebben tot gegevens en deze zelf kunnen gebruiken om te leren.

Bron: https://datascience.eu/nl/machine-learning/wat-is-machinaal-leren-een-definitie/

machine learning machinaal leren

Binnen het onderzoeksveld van gerichte AI heb je twee grote stromingen: semantiek (semantics) en machinaal leren (machine learning). De top-down benadering van het semantische web veronderstelt dat je voor een specifiek probleem samenzit met een domeinexpert en dat probleem samen zo goed mogelijk op voorhand probeert te beschrijven in entiteiten, relaties en bijhorende regels door middel van ontologiën. Eens die ontologiën voor die specifieke problemen opgesteld zijn, kunnen ze zelfs met elkaar gelinkt worden via hun gemeenschappelijke concepten. Een specifiek web-winkel probleem (er zal wel ergens een fysiek adres van koper of verkoper gemodelleerd zijn) kan aldus automatisch gelinkt worden aan een specifiek vrachtwagen-routeringsprobleem (er zal wel ergens een laadadres en losadres gemoddelleerd zijn). Ze gebruiken immers (ongeveer) hetzelfde concept "adres", waardoor die twee oplossingsdatasets automatisch met elkaar gelinkt kunnen worden via het concept "adres" dat ze dus delen. Eens al die ontologiën geraadpleegd kunnen worden door semantische agenten op het web, kunnen die agenten zelf nieuwe kennis genereren door middel van deductie. Ergens is het concept "gezin" gemodelleerd met relaties 'A is gehuwd met B" en "C is dochter van A", dan weet de software-agent door deductie automatisch dat "B is (plus)ouder van C". Semantische Al werkt dus onmiddellijk en zonder veel extra data, gegeven dat het probleemdomein op voorhand zo goed mogelijk is gemodelleerd. Al deze semantische AI-kennis wordt bijgehouden in kennisgrafen (knowledge graphs), waarvan het gekendste voorbeeld door iedereen gezien kan worden in elke zoekmachine. Waar je vroeger enkel een lijst met webadressen terugkreeg die van boven naar onder minder relevant werden, zie je nu aan de rechterkant een extra kadertje met relevante informatie die onmiddellijk door software-agenten kan geïnterpreteerd worden. Als daar een mobiel nummer bij staat, dan weet die software-agent dat er een sms kan naar gestuurd worden of eventueel rechtstreeks kan naar gebeld worden via een chatbot. Het is dus veel meer dan een reeks niet betekenisvolle nummertjes. De software-agent is "slim" genoeg om er in zijn niche probleem iets betekenisvol mee te doen en dus een (deel)oplossing aan te bieden.

Aan de andere kant van het spectrum hebben we het machinaal leren dat bottom-up in heel veel data patronen gaat proberen herkennen om aldus dichter bij een oplossing
van een specifiek probleem te kunnen komen. Let wel, als we bijvoorbeeld een machinaal lerend algoritme hebben dat kan zeggen of er een "kat" dan wel een "hond" op een foto staat afgebeeld, dan kan dat algoritme dan ook maar dat zeggen. Het antwoordt met het woord "kat" of "hond" zonder enig idee te hebben wat het concept "kat" of "hond" inhoudt. Indien we dit vanuit semantisch oogpunt zouden bekijken, dan zou een semantisch algoritme wel weten wat een "kat" is — namelijk een kat spint, heeft snorharen en haat een hond — en zou er dus ook gegeven de specifieke probleemstelling navenant beter deductief kunnen op inspelen. Laat ons nu eens verder kijken welke vlag bij machinaal leren welke lading dekt. Machinaal leren behelst immers reeds honderden verschillende algoritmes en het kiezen van het juiste algoritme of de combinatie van algoritmes voor het uitvoeren van een bepaalde taak is een constante uitdaging voor elke AI-onderzoeker. Op het ogenblik van schrijven (2.02.0) kunnen we een 6-tal families algoritmes machinaal leren onderscheiden die elk een bepaald soort probleem het best kunnen oplossen:

  • gecontroleerd leren (supervised learning);
  • ongecontroleerd leren (unsupervised learning);
  • overdragend leren (transfer learning);
  • versterkend leren (reinforcement learning);
  • diep neuraal netwerk (deep neural network);
  • generatief conflicterend netwerk (generative adversarial network).

Bron: Artificiële intelligentie en maatschappij - Jan De Bruyne & Nicolas Bouteca (Red.)

machine learning machinaal leren

Machine learning is programming computers to optimize a performance criterion using example data or past experience. We need learning in cases where we cannot directly write a computer program to solve a given problem, but need example data or experience. One case where learning is necessary is when human expertise does not exist, or when humans are unable to explain their expertise. Consider the recognition of spoken speech, that is, converting the acoustic speech signal to an ASCII text; we can do this task seemingly without any difficulty, but we are unable to explain how we do it. Different people utter the same word differently due to differences in age, gender, or accent. In machine learning, the approach is to collect a large collection of sample utterances from different people and learn to map these to words. Another case is when the problem to be solved changes in time, or depends on the particular environment. We would like to have general-purpose systems that can adapt to their circumstances, rather than ex-plicitly writing a different program for each special circumstance. Consider routing packets over a computer network. The path maximizing the quality of service from a source to destination changes continuously as the network traffic changes. A learning muting program is able to adapt to the best path by monitoring the network traffic. Another example is an intelligent user interface that can adapt to the biometrics of its user, namely, his or her accent, handwriting, working habits, and so forth. Already, there are many successful applications of machine learning in various domains: There are commercially available systems for rec-ognizing speech and handwriting. Retail companies analyze their past sales data to learn their customers' behavior to improve customer rela-tionship management. Financial institutions analyze past transactions.

(...)

Machine learning is programming computers to optimize a performance criterion using example data or past experience. We have a model defined up to some parameters, and learning is the execution of a computer pro-gram to optimize the parameters of the model using the training data or past experience. The model may be predictive to make predictions in the future, or descriptive to gain knowledge from data, or both. Machine learning uses the theory of statistics in building mathematical models, because the core task is making inference from a sample. The role of computer science is twofold: First, in training, we need efficient algorithms to solve the optimization problem, as well as to store and pro-cess the massive amount of data we generally have. Second, once a model is learned, its representation and algorithmic solution for inference needs to be efficient as well. In certain applications, the efficiency of the learn-ing or inference algorithm, namely, its space and time complexity, may be as important as its predictive accuracy.

Bron: Introduction to Machine Learning, Ethem Alpaydin

Tags:
Laatst aangepast op maandag, 03 mei 2021 18:33  
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Flitskaart (flashcard)
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Flitskaart

Definitie

Leermiddel, waarbij je een tweezijdig bedrukt kaartje gebruikt met op de ene zijde een vraag of aanwijzing en op de andere zijde het antwoord.

Alias:

  • Flashcard

flitskaart flash card flashcard

Flitskaarten

Wetenschappelijk onderzoek zegt dat studenten die flitskaarten gebruiken over het algemeen hogere resultaten behaalden (Nate Kornell 2009). Maar wat zijn het eigenlijk?

Flitskaarten, oftewel flashcards, zijn kaartjes met op de ene kant een vraag of term en aan de andere kant het antwoord of de definitie.

Bron: https://debijlesmeester.nl/flitsend-leren/

flitskaart flash card flashcard

V: Dus stampen is geen goed idee?

A: Niet per se. Stampen werkt prima als laatste redmiddel, om vaart te maken als je achterloopt en niet anders kunt. Het is tenslotte een beproefde methode. Het nadeel is alleen dat je na het examen een heleboel van wat je 'geleerd' hebt weer vergeet — als je je er überhaupt nog iets van herinnert. De reden is dat de hersenen een herinnering alleen sterker kunnen maken als deze eerst een beetje vergeten is. Wat dat betreft lijkt het geheugen op een spier: een beetje 'afbraak' helpt om later meer kracht te ontwikkelen. Bij stampen gebeurt dit per se niet. Een veel betere manier van voorbereiden is met tussenpozen te leren of te oefenen (zie vorige vraag) of jezelf te overhoren (zie de vraag hierna). Dan herinner je je het lesmateriaal langer, ook nog in het volgende blok of semester. Uit onderzoek blijkt dat mensen tot tweemaal zoveel lesmateriaal onthouden als ze in verschillende sessies met overhoringen werken dan wanneer ze gaan stampen. Als je zo nodig moet stampen, doe het dan bij voorkeur voor cursussen of vakken die niet zo belangrijk zijn voor wat je echt interesseert.

V: Helpt het om jezelf te overhoren, bijvoorbeeld met flitskaarten?

A: Heel veel zelfs. Jezelf overhoren is een van de beste studeertechnieken die er zijn. Ouderwetse flitskaarten werken prima, maar ook een vriend, collega of klasgenoot die je door de stof loodst. Jezelf overhoren werkt het best als het je dwingt het juiste antwoord uit meerdere mogelijkheden te kiezen en je onmiddellijk feedback krijgt, goed of fout.

Bron: Hoe we leren: gebruik je hersenen en je geheugen effectiever, Benedict Carey

flitskaart flash card flashcard

Stampen
Ook al zorgen goede technieken ervoor dat je dingen langer onthoudt, het kan voorkomen dat iets leren met behulp van geheugentechnieken je meer tijd kost. Dit geldt vooral als het moeilijk of tijdrovend is om een goede techniek te bedenken. In dat geval kun je net zo goed de dingen op de ouderwetse manier proberen te onthouden door te stampen, dat wil zeggen het materiaal steeds maar weer doornemen zonder verdere creativiteit. Dit geldt ook als je niet veel tijd hebt, en als je wat je moet onthouden de volgende dag moet gebruiken. In een dergelijk geval is het belangrijk dat je een methode vindt waarmee je iets in een heel korte tijd leert. Dat kan gewoon stampen zijn.

Herhaling en jezelf overhoren
Vergeet niet dat welke techniek je ook gebruikt, het belangrijk is dat je de stof herhaalt en jezelf overhoort om het goed te leren. Je kunt je eigen aantekeningen, je collegeaantekeningen of het boek hiervoor gebruiken. Een ander alternatief zijn flitskaarten.

Flitskaarten
Flitskaarten zijn een goede manier om herhaling en zelfoverhoring te combineren. Kijk op een kant van het kaartje en probeer je te herinneren wat er op de andere kant staat. Je kunt de kaarten door elkaar schudden en kiezen welke van de twee kanten je leest. Flitskaarten zijn heel geschikt om iets telkens even kort te herhalen. Je kunt ook een app voor je mobiel of tablet downloaden en elektronische flitskaarten maken, zodat je ze altijd bij je hebt.

Bron: Superstudent, Olav Schewe

flitskaart flash card flashcard

Leitner Leersysteem

The Leitner system is a widely used method of efficiently using flashcards that was proposed by the German science journalist Sebastian Leitner in the 1970s. It is a simple implementation of the principle of spaced repetition, where cards are reviewed at increasing intervals.

Bron: https://en.wikipedia.org/wiki/Leitner_system

flitskaart flash card flashcard

De leitnerbox

Een leitnerbox of leitnersysteem is een methode om flitskaarten (flashcards) te sorteren op basis van hoe lang de lerende deze heeft onthouden. De methode is bedacht door en vernoemd naar de Duitse wetenschapsjournalist Sebastian Leitner. Hij publiceerde deze in de vroege jaren ’70 in het boek So lernt man lernen. De bekende leerprincipes retrieval en gespreide herhaling komen duidelijk terug in deze methode.

Bron: https://www.vernieuwenderwijs.nl/leren-met-de-leitnerbox/

Laatst aangepast op maandag, 03 mei 2021 19:17  


JPAGE_CURRENT_OF_TOTAL

If you can't describe what you are doing as a process, you don't know what you are doing.

William Edwards Deming

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 90 gasten online
Artikelen

standaarden taiichi ohno lean

Banner
Banner

art of the start guy kawasaki

The Art of the Start
The Time-Tested, Battle-Hardened Guide for Anyone Starting Anything
Guy Kawasaki

Bij Bol.com

Lean boekentips

Banner