• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Gespreid leren (spaced practice)
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

bob belangrijke onderwijskundige begrippen

leren learn

Gespreid leren (spaced practice)

Definitie

....

 

 

retrieval practice onderwijskundige begrippen

Gespreide herhaling (spaced practice)


Het spreiden van de leermomenten in de tijd, oftewel herhalen.

Door je hersenen steeds te trainen op het ophalen van informatie uit je langetermijngeheugen, versterk je de verbinding tussen de neuronen in je hersenen, waardoor je makkelijker informatie uit je langetermijngeheugen kan halen (zie vergeetcurve). Dit door bijvoorbeeld het maken van oefenvragen (toetsvragen, quizvragen) van leerstof van de afgelopen weken (zie retrieval practice).

Door het afwisselen van onderwerpen en type oefenvragen daarover (zie interleaved practice), blijft de informatie vervolgens nog beter hangen.

Het heeft dan ook weinig zin om lang achter elkaar te leren: je geheugen kan maar een beperkte hoeveelheid informatie achter elkaar aan: leer je meer dan dat, dan worden er ook weer dingen vergeten.

https://leer.tips/tip/spaced-practice/

retrieval practice onderwijskundige begrippen

Gespreid leren (spaced practice)

Bij gespreid leren deel je de kennis of vaardigheden die je moet aanleren of waarmee je moet oefenen op in een aantal korte sessies in plaats van dat je er één lange sessie aan besteedt (‘blokken’). Waarom is gespreid oefenen zo effectief, vooral als het gaat om het onthouden van kennis of kunnen beoefenen van vaardigheden over een langere periode? Daar zijn verschillende verklaringen voor. Éen theorie stelt dat meer korte sessies je steeds dwingen de eerder geleerde stof terug te halen uit je langetermijngeheugen, waardoor het geheugenspoor sterker wordt. Bij één lange sessie is dit herhaalde herinneren niet gevraagd en ook niet nodig.

Bron: Tips voor gespreid leren, Paul Kirschner

retrieval practice onderwijskundige begrippen

Distributed Practice = Gespreid Leren

Leer- en oefenmomenten spreiden in de tijd is beter dan deze leermomenten te bundelen in één tijdspanne.

  • Hoe werkt het? Verspreide oefen- en studiemomenten hebben een beter effect op het langetermijngeheugen dan gebundeld oefenen en studeren (het zogenaamde ‘blokken’). Drie keer een uur studeren aan een onderwerp verspreid over een week is beter dan één keer drie uur studeren op dezelfde dag. Leerlingen moeten leerstof herhalen, maar liefst niet onmiddellijk na de les. Dit voelt niet zo aangenaam aan, vandaar dat leerlingen intuïtief verkiezen om op korte tijd hard te studeren.
  • Wanneer werkt het? Voor alle leeftijden, voor zowel het leren van woordenschat, begrippen en vaardigheden (zoals wiskunde, muziek). Het is makkelijk te integreren, ook al bundelen handboeken oefeningen vaak per onderwerp. Je plant als leraar best vooruit en voegt herhalingsoefeningen op gepaste tijdstippen toe om het uitstelgedrag van de gemiddelde leerling te counteren.

Bron: Distributed Practice = Gespreid Leren, , Tim Surma & Kristel Vanhoyweghen

retrieval practice onderwijskundige begrippen

Making Learning Work

Learning happens over time. It turns out that learning is really about strengthening the connections between neurons. It happens by triggering them in conjunction with one another. As the saying goes: “the neurons that fire together, wire together.” While it happens at the neuronal level, the firing for formal learning happens by activating patterns triggered by semantic elements. That is, words or images, not triggering individual neurons.

In fact, we build bigger patterns, or chunks, by activating things together enough that they become connected below consciousness. What we’ve chunked is what we’ve learned, as well as the ability to apply those chunks to make decisions. Practice automates the ability to recall things.

Now it turns out that the mechanism that does the strengthening of the connections gets tired. It can only do so much strengthening before you pretty much literally need sleep before you can strengthen some more. In short, you’ve got to practice a bit one day, and then come back to it another. Again and again.

That’s called "spaced learning," and it’s a robust phenomenon. You can get people to perform to a certain level at the end of a day, but much will be gone the next one. Think about anything you can do with any reasonable degree of excellence; it’s a safe bet that you’ve done it much over time.

Bron: Making Small Learnings Work

 

Laatst aangepast op zaterdag, 01 mei 2021 08:52  
Probleemoplossing volgens H.L. Mencken
Gepubliceerd in Citaten: systeemdenken
E-mail Afdrukken

problem wrong complex mencken

Laatst aangepast op dinsdag, 05 maart 2019 21:12  
Brainwriting als creativiteitstechniek
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

brainwriting creativiteitstechniek creativiteit

brainwriting creativiteitstechnieken creativiteit

Creativiteitstechniek: Brainwriting

Brainwriting is een techniek die uiterst effectief is wanneer het team snel met elkaar een groot aantal ideeën wil genereren en waarbij het zaak is dat iedereen zijn input levert. De bekendste techniek daarvoor is brainstormen. Mensen brengen ideeën naar voren. De afspraak is dat men alle ideeën naar voren kan brengen, ook al lijken ze gek of onuitvoerbaar. Wat het ene teamlid als een idee naar voren brengt kan het andere teamlid weer oppakken. Een groepslid noteert ondertussen de ideeën op een bord.

Een nadeel van brainstormen is dat de personen die verbaal vaardig zijn of die een grote durf hebben in groepen, de overhand kunnen hebben. De personen die goede ideeën hebben, maar zich niet graag op de voorgrond willen dringen of vinden dat ze een gek idee hebben, voelen zich dan geremd. ... Deze bezwaren kan men geheel ondervangen door in plaats van brainstorming de techniek brainwriting te gebruiken. Bij brainwriting zitten mensen aan een tafel met een vel papier dat is ingedeeld in bijvoorbeeld 9 kaders waarin u een idee kunt noteren.

Ieder groepslid schrijft na het startsein een idee in een kader. Ook hier geldt, net als bij brainstormen, dat elk idee, hoe gek ook, kan. Daarna geeft iedereen het vel door naar de persoon links. Dat betekent dat u van rechts nu ook een vel met een idee erop krijgt. U leest het idee. Het lezen van de ideeën van anderen is wezenlijk voor het brainwriting. Met het leven van die ideeën vergroot u de kans op nieuwe ideeën. U mag tijdens het brainwriten niet met de ander praten over het  idee dat u net hebt gelezen. U schrift nu in het volgende kader een nieuw idee. Het kan gaan om een idee dat te maken heeft met het idee dat u net hebt gelezen, maar het hoeft niet. Nadat u dit idee hebt opgeschreven schuift u het vel weer door naar links en ontvangt u vanuit rechts ook een vel met twee ideeën. Die leest u weer even en schrijft een derde idee op en u geeft het vel daarna weer door.

Zo ontstaat in deze doorgeefkring van het liefst zo'n 6 of 7 personen, binnen een korte, afgesproken tijd een lawine van ideeën. De ervaring is dat het me een team van 7 personen binnen 10 minuten lukt om elk een vel met 9 ideeën te genereren. De oogst bestaat dus uit 63 ideeën.

Vraag daarna alle deelnemers een vel voor zich te nemen en het idee te omcirkelen wat hem of haar het meest aantrekt. Ieder lid van het team maakt dus ter plekke een selectie. Dat kan het eigen idee zijn of een idee van een ander. Vervolgens vraagt u iedereen het omcirkelde idee voor te lezen. Over deze geselecteerde ideeën kan dan een dialoog volgen waar varianten op de ideeën kunnen ontstaan.

U verkrijgt hiermee dat men toch in een groep ideeën kan bespreken. U hebt echter gegarandeerd dat iedereen zijn ideeën in ruime mate kwijt kon op papier. Wees zuinig op de ideeën die niet zijn omcirkeld. Ook daar kunnen parels tussen zitten. De ervaring is voorts dat u gedurende een brainwrite-sessie het best wat achtergrondmuziek kunt draaien, om de stilte te breken.

Deze brainwrite-techniek is ook geschikt om tijdens conferenties toe te passen. Met honderd mensen in de zaal kan men zo binnen twintig minuten meer dan duizend ideeën rond een thema verkrijgen.

Laatst aangepast op zondag, 17 februari 2019 19:09  
Proces, procedure en werkinstructie volgens Ruud van Laar
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

processen icoon process icon

Ruud van Laar (QNH) beschrijft in het artikel Begripsverwarring van proces, procedure en werkinstructie wat hij verstaat onder de begrippen proces, procedure en werkinstructie:

proces procedure werkinstructie

Begripsverwarring van proces, procedure en werkinstructie

(...)

Begripsverwarring

Wat ik tegenkom is dat de begrippen proces, procedure en werkinstructie vaak op verschillende manieren wordt gebruikt, waardoor onnodige begripsverwarring ontstaat en daardoor zelfs een verkeerde structuur wordt opgebouwd. Iets wat de onderhoudbaarheid niet ten goede komt. Ik neem de verschillende begrippen daarom graag nog eens onder de loep.

Een proces: een opeenvolging van activiteiten, getriggerd door een startevent/gebeurtenis, met als uitkomst een resultaat (bv. verleende hypotheek, geleverde bank). Een proces kan worden uitgevoerd door één of meerderde rollen en kan afdelings- of bedrijfsoverstijgend zijn.

Een activiteit: een activiteit bestaat uit een opeenvolgende reeks van handelingen. Het is een beschrijving van achtereenvolgend te nemen stappen. Het is een instructie die beschrijft wat en hoe je iets moet doen.

Vaak worden deze handelingen ondersteund door een geautomatiseerd systeem, maar dat hóeft niet.

Activiteiten kunnen worden afgebakend door het OTOPOP principe te hanteren. One Time-One place-One Person. Het principe werkt als volgt. ‘kan je na de uitvoering van een activiteit pauze nemen, een kop koffie drinken of naar huis gaan?’. Als het antwoord ‘ja’ is, dan heb je een activiteit te pakken.

Een ander woord voor activiteit is taak. Een functionaris in een organisatie heeft dus verschillende taken, welke in een proces bijdragen aan een resultaat. In een proces heeft de functionaris een rol.

(...)

Werkinstructie: in een werkinstructie beschrijven we de handelingen die tijdens de uitvoering van een activiteit moeten worden uitgevoerd. Het begrip procedure laten we varen.

Bron: Begripsverwarring van proces, procedure en werkinstructie, Ruud van Laar (QNH)

Laatst aangepast op zaterdag, 11 januari 2020 07:57  
Lean culture change (boekentip)
Gepubliceerd in Boeken over Lean Six Sigma
E-mail Afdrukken

lean culture change steven leuschel

Lean Culture Change
Using a Daily Management System
Steven R Leuschel

Bij Bol.com | Amazon



Laatst aangepast op zaterdag, 20 maart 2021 09:24  
Gegevens, informatie en kennis volgens Mathieu Weggeman
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

informatie gegevens kennis mathieu weggeman

Mathieu Weggeman beschrijft in zijn boek Organiseren met kennis wat hij verstaat onder gegevens, informatie en kennis:

kennis kenniswerker weggeman

Vanaf het midden van de 19e eeuw is de betekenis van kennis ... radicaal gewijzigd. In de post-industriële  samenleving zijn de traditionele productiefactoren arbeid, kapitaal en grondstoffen naar de achtergrond verdrongen. Westerse organisaties zijn niet arbeidsintensiever, niet materiaal-intensiever, niet energie-intensiever maar kennis- en kapitaal-intensiever geworden. In die organisaties treffen we vele groepen kenniswerkers aan die bij het produceren nauwelijk fysieke kracht of handvaardigheid gebruiken, maar vooral ideeën, begrippen, modellen en informatie.

(...)

Over data, informatie en kennis

... De meest eenvoudige manier om - in een enigszins ontwikkeld gezelschap - met de vraag naar het verschil tussen kennis en informatie om te gaan, is mee te delen dat informatie en kennis zogenaamde primitieve termen zijn: termen die worden begrepen zonder dat die exact kunnen worden gedefinieerd. Andere voorbeelden van primitieve termen zijn kwaliteit, tijd, organisatie, waarheid, schoonheid. Inzicht in de betekenis van een primitieve term komt tot uiting in de juiste manier van toepassen van het betreffende begrip. Dat wordt al doende geleerd. Zo kan men inzicht in de betekenis van schoonheid opdoen door het zien van veel als mooi aangeduide schilderijen.

Dat de achter de primitieve term liggende sociale realiteit subjectief en contingent is - dat wil zeggen: varieert naar persoon, tijd en plaats - moge duidelijk zijn. Zouden er evenveel aardappels zijn als nu truffels, dan is de kans groot dat in die situatie een aardappel de status krijgt die thans de truffel bezit en gezien gaat worden als een kostbare lekkernij. De operationele definitie van een lekkernij wordt dan: iets wat schaars is en van ver komt.

(...)

Een meer direct antwoord wordt verkregen door te trachten, data, informatie en kennis zo disjunct mogelijk te omschrijven. Daartoe volgt hier een poging:

Onder data (of gegevens) verstaan we symbolische weergaven van getallen, hoeveelheden, grootheden of feiten; een gegeven is een weergave van datgene wat een menselijke of geonstrueerde sensor waarneemt over de toestand van een in beschouwing genomen variabele. Voorbeelden van data zijn: 70 mensen, 1874 Kinderwetje van Van Houten, 21 graden Celsius, maar ook: een plezierige ervaring. Dat is evengoed een feit als 'een gebroken ruit' omdat in beide gevallen iets aangegeven wordt over de toestand van de betreffende variabele.

Informatie ontstaat wanneer iemand betekenis toekent aan verkregen gegevens. In de meeste gevallen gebeurt dat door het vergelijken van doelgericht geordende data. Voorbeeld: vandaag zijn er 30 mensen meer dan gisteren, het weerbericht en in de de geschiedenis van de Nederlandse wetgeving komt men één en slechts één kinderwetje tegen. Communiceert de betreffende persoon die betekenis - schriftelijk, mondeling of anderzins - dan verzendt hij vanuit zijn standpunt gezien nog steeds informatie. Zo beschouw ik dit essay als informatie. U kunt niet anders dan die informatie in eerste instantie als een verzameling gegevens waarnemen waaraan u al dan niet een betekenis wenst toe te kennen.

Er zullen maar weinig Nederlands zijn die het telefoonboek van Nova Scotia als informatie wensen te beschouwen.

Alvorens tot een definitie van kennis te komen, dienen eerst nog twee primitieve basisaannames gedaan te worden.

De eerste is dat kennis buiten een individu niet kan bestaan. Als informatie een onmisbare bouwsteen van kennis en als tevens geldt - zoals hiervoor is betoogd - dat informatie buiten een individu niet kan bestaan, dan geldt dat bij implicatie ook voor kennis. De consequentie hiervan is dat kennis niet van de ene op andere persoon kan worden overgedragen. Door het bestuderen van een ander-in-actie of van de resultaten van die actie kan door de beschouwer wel informatie verkregen worden over de kennis van die ander. Kennis kan dus ook niet in machines of administratieve systemen worden opgeslagen.

Ten tweede wordt aangenomen dat kennis een vermogen is. Deze basisaanname mag zich verheugen in een hoge intuïtieve validiteit omdat de betekenis van de term 'vermogen' door velen gevoelsmatig makkelijk met kennis geassocieerd worden.

Nu kan kennis gedefinieerd worden als een - al dan niet bewust - persoonlijk vermogen dat iemand in staat stelt een bepaalde taak uit te voeren. Een vermogen dat het metaforisch product is van de informatie, de ervaring, de vaardigheid en de attitude waarover iemand op een bepaald moment beschikt K = I x EVA.

De informatiecomponent van kennis wordt ook wel geëxpliciteerde, encyclopedische of gecodificeerde kennis genoemd. Het betreft hier kennis die dadelijk - door de bezitter van die kennis - opgeschreven kan worden of kennis die al in symbolen zoals tekst, tekeningen en schema's is uitgedrukt en daarna eigen gemaakt is.

De informatiecomponent van kennis is vooral van invloed op het kennen, het weten. Synoniemen voor de EVA-component zijn: impliciete kennis en tacit knowledge ofwel stilzwijgende kennis.

Deze implicieite kennis bestaat uit:

  • de verzameling persoonlijke ervaringen die de bron is van gevoelens, associaties, fantasieën en intuïties
  • het vaardigheden repertoire, waartoe behoren: ambachtelijke vaardigheden, analytische vaardigheden, communicatieve vaardigheden, ruimtelijk inzicht en dergelijke
  • de attitude: de door basis assumptions, waarden en normen ingegeven houding die kenmerkend is voor een persoon in een bepaalde situatie en die zijn manier van waarnemen richt.
De EVA component van kennis kan immaterieel via socialisatie gedeeld worden of door middel van elicitatie worden omgezet in informatie.
Ervaringen en Vaardigheden zijn vooral van invloed op het kunnen, Attitude op het willen en het - van jezelf - mogen.


Laatst aangepast op vrijdag, 31 mei 2019 10:25  
The professional product owner (boekentip)
Gepubliceerd in Boeken over softwareontwikkeling
E-mail Afdrukken

professional product owner jocham

The Professional Product Owner
Leveraging Scrum as a Competitive Advantage
Don McGreal, Ralph Jocham

Bij Bol.com | Managementboek | Amazon





 

Laatst aangepast op zaterdag, 20 maart 2021 09:25  
BiSL Next in uitvoering (boekentip)
Gepubliceerd in Boeken over informatiemanagement
E-mail Afdrukken

bisl next yvette backer machteld meijer

BiSL Next in uitvoering
Handboek voor uitvoerende business-informatiemanagement professionals
Yvette Backer, Machteld Meijer

Bij Bol.com | Managementboek

 

Laatst aangepast op zaterdag, 28 maart 2020 16:40  
Het principal-agent-probleem volgens Hans-Jürgen Wagener
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

principal agent probleem

In het boek Elementen van economische orde beschrijft H.J. Wagener de drie basistypen van eigendomsrecht:

wagener eigendomsrechten

[We kunnen] onderscheid maken tussen drie basistypen van eigendomsrechten, zoals deze reeds in het Romeinse recht waren gedefinieerd:

(1) Usus of het recht op gebruik van een middel

  • dit betekent vooral dat men anderen kan uitsluiten van het gebruik;
  • het recht op gebruik veronderstelt echter geen juridisch eigendom: een auto voor eigen gebruik kan bijvoorbeeld worden gehuurd;
(2) usus fructus of het recht op vruchtgebruik:
  • het recht om over het product te beschikken dat met de betreffende middelen kan worden voortgebracht: dit is niet vast verbonden met het recht op gebruik; in de huisindustrie maken zelfstandige arbeiders vaak gebruik van weefgetouwen die zij van de ondernemer hadden gehuurd aan wie zij ook het product moesten afstaan;
  • het recht op commercieel gebruik van een middel omvat usus en usus fructus: een transportbedrijf kan een vrachtauto leasen en daarmee op de vervoersmarkt opereren, dat wil zeggen de vruchten van het gebruik, de vervoersdiensten, op de markt aanbieden;
  • het recht om over de inkomsten daaruit te beschikken, welke uiteraard met vorderingen belast kunnen zijn: de loonvorderingen van de chauffeurs, de vorderingen uit het leasingcontract, de belastingvorderingen van de fiscus;
(3) abusus of het recht om over de middelen zelf te beschikken:
  • het recht om de aard van de middelen te veranderen: bijvoorbeeld de vrachtauto anders te laten uitrusten;
  • het recht om deze rechten of het eigendom in het algemeen over te dragen;
  • het recht om de middelen te verbruiken: onder het systeem van arbeidserszelfbestuur en maatschappelijk eigendom had een Joegoslavisch bedrijf bijvoorbeeld niet het recht om de productiemiddelen die in het beheer van het bedrijf stonden te verbruiken, dat wil zeggen hun afschrijving achterwege te laten, en zodoende de vermogenswaarde te consumeren.
Dit zijn rechtenbundels, die natuurlijk verder opgesplitst kunnen worden. Het zal duidelijk zijn dat het beschikkingsrecht (abusus) het meest vergaande recht is. Degene die dit recht in handen heeft noemen we dan ook de eigenaar van een goed.
Door deze eigendomsrechten wordt een verzameling van beslissingen afgegrensd waarover de houder van een recht zeggenschap heeft.

(...)

Het principal-agent-probleem

[Als] het usus, usus fructus en abusus in verschillende handen terechtkomen, dat wil zeggen als er een scheiding plaatsvindt tussen eigendom (abusus en delen van usus fructus) en zeggenschap (usus en delen van usus fructus en abusus) bepaalt de één het gebruik van de middelen, bijvoorbeeld de manager of de ambtenaar, terwijl de ander met de kosten en baten zit, bijvoorbeeld de aandeelhouder of de gemeenschap. De beslisser hoeft dan niet automatisch de gevolgen van zijn besluiten zelf te dragen. In dat geval bestaat er kans op opportunistisch gedrag ('men loopt de kantjes eraf') en sub-optimale beslissingen. Om dit te vermijden, moet de eigenaar de beslisser controleren.

Het probleem dat ontstaat wordt het principal-agent-probleem genoemd: een heer (principal) moet er voor zorgen dat zijn knecht (agent) niet zijn eigen belang nastreeft, maar de belangen van de heer behartigt. ... Het principal-agent-probleem treedt op bij iedere scheiding van eigendom en zeggenschap, of nog algemener, bij iedere opsplitsing tussen verschillende individuen van de bundel van eigendomsrechten op een productiemiddel.

Bron: Elementen van economische orde, H.J. Wagener

Laatst aangepast op zondag, 10 februari 2019 08:28  
PDCA-cyclus volgens Marcel Nieuwenhuis
Gepubliceerd in Lean Six Sigma
E-mail Afdrukken

plan do check act marcel nieuwenhuis regelkring pdca

 

In het artikel Wat is een PDCA of Deming-cirkel? beschrijft Marcel Nieuwenhuis wat hij verstaat onder de PDCA-cyclus. Bij de Act-fase maakt hij overigens onderscheid in re-act and pro-act. Dit onderscheid heb ik hier bewust weggelaten om vooral de essentie van de cyclus te benadrukken.

marcel nieuwenhuis pdca regelkring deming

Het antwoord is eenvoudig: aan de basis van elk proces ligt een regelkring waarin permanent bewaakt wordt of het beoogde resultaat ook daadwerkelijk bereikt wordt. De meest gebruikte regelkring bij pocesbesturing is de PDCA–cirkel. Het concept is in de jaren vijftig ontwikkeld door dr. W. Edwards Deming en wordt daarom wel Demingcirkel genoemd.

PDCA is een afkorting die staat voor de belangrijkste stappen uit de cirkel: Plan (maak een plan met de resultaten die je wilt bereiken), Do (voer het plan uit), Check (vergelijk de resultaten met wat je had willen bereiken), Act (bij afwijking: neem maatregelen/stuur bij om de resultaten alsnog te bereiken).

De PDCA–cirkel bevat de meest essentiële stappen van besturing in het algemeen en van procesbesturing in het bijzonder.


P L A N  -  het plannen (bepalen van de gewenste output, de norm)
In de plan– of onderhandelingsfase wordt een plan opgesteld waarin opgenomen is welke resultaten je wilt bereiken ('soll') en hoe je dat wilt doen. Daarbij wordt rekening gehouden met eventuele kaders die als randvoorwaarde aan het proces zijn opgelegd. Elk resultaat wordt precies gedefinieerd aan de hand van ‘smart’ doelstellingen of normen. Tevens leggen we vast hoe we deze doelstellingen via prestatie–indicatoren (PI) willen gaan meten.

(...)

D O  -  het uitvoeren (het realiseren en registreren van de output)
In de do–fase vinden alle uitvoerende activiteiten van het proces plaats. Het goedgekeurde plan uit de vorige fase vormt daarbij het uitgangspunt. Tijdens de uitvoering vindt permanente meting van vastgestelde prestatie–indicatoren plaats.

(...)

C H E C K  -  het controleren (het vergelijken van de realiteit en de norm)
De check– of acceptatie–fase vergelijkt werkelijk behaalde resultaten met de resultaten die gepland waren ('gap'). De verschillen worden geëvalueerd en oorzaken van opgetreden verschillen achterhaald.


A C T  -  het bijsturen (evalueren en ingrijpen)
... Indien de voortgang daar aanleiding toe geeft wordt in de [act] fase daadwerkelijk bijgestuurd. Het management (de proceseigenaar) intervenieert en neemt maatregelen om het oorspronkelijk geplande resultaat alsnog te behalen.



Bron: Wat is een PDCA of Deming-cirkel?, Marcel Nieuwenhuis





Laatst aangepast op zondag, 03 februari 2019 15:03  


JPAGE_CURRENT_OF_TOTAL

What's your biggest problem?
Events, dear boy, events.

Harold Macmillan 

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 63 gasten online
Artikelen

continu verbeteren john hunter

Banner
Banner

storyfactor annette simmons

The Story Factor (Engels)
Influence and Persuasion Through the Art of Storytelling
Annette Simmons

Bij Managementboek.nl | Bol.com

Lean boekentips

Banner