[0-9] - [A] - [B] - [C] - [D] - [E] - [F] - [G] - [H] - [I] - [J] - [K] - [L] - [M] - [N] - [O] - [P] - [Q] - [R] - [S] - [T] - [U] - [V] - [W] - [X] - [Y] - [Z]
RA(S)CI
Methode om taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden (TBV's) van medewerkers toe te wijzen aan uit te voeren activiteiten (processtappen uit een procesbeschrijving). RASCI is een matrix waar de relatie tussen processtap (op de verticale as) en de verschillende functionarissen (op de horizontale as) wordt vastgelegd in vijf mogelijke rollen. Voor elke processtap geldt dat er precies één verantwoordelijkheid moet worden toegedeeld. Daarnaast wordt maximaal één functionaris verantwoordelijk gemaakt. De overige rollen kunnen per processtap aan één of meer functionarissen worden toebedeeld.
RASCI bestaat uit de volgende vijf rollen: Responsible (R) verantwoordelijk, Accountable (A) afgerekend, ter verantwoording roepbaar, Supportice (S) ondersteunend aan verantwoordelijke, Consulted: advies gevraagd (C) en Informed (I): achteraf geïnformeerd
Acroniem voor Responsible, Accountable, (Supportive), Consulted, Informed. Methode voor het specificeren van bevoegdheden en verantwoordelijkheden.
Random word
Laterale denktechniek waarbij je door willekeurige woorden en concepten met elkaar te verbinden, uitgedaagd wordt om de wereld met nieuwe ogen te kijken.
Zie ook: Lateraal denken
Randvoorwaarden
Kritieke succesfactoren van de opdracht die door de opdrachtgever moeten worden ingevuld en waar de opdrachtnemer dus niets aan kan èn mag doen. Als niet aan de randvoorwaarden is voldaan, kan niet met de opdracht worden begonnen.
Zie ook: Kritieke succesfactoren
Range
Maat van de variabiliteit in een dataset; het verschil tussen de hoogste waarde en de laagste waarde in een (oplopende) getallenreeks.
Range (R) = maximale waarde -/- minimale waarde. De range is erg gevoelig voor uitschietende waarnemingen.
Alias: Bereik, variatiebreedte
Ratio
Meeteenheid waarbij het resultaat specifiek is berekend door de ene meeteenheid te delen door de andere.
Reactieplan
Zie: Out of Control Action Plan (OCAP)
Regeldiagrammen
Grafisch hulpmiddel om de prestaties (performance) van een kenmerk in de tijd in kaart te brengen.
Hulpmiddel voor statistische procesbeheersing (reeksgrafiek, statistisch bepaalde boven- en ondergrenzen, respectievelijk de upper en lower control limits en een doelwaarde-middenlijn).
Verloop van meetwaarden in de tijd wilt bijhouden en wilt controleren of deze waarden binnen de toegestane grenzen blijven.Wordt veel gebruikt bij kwaliteitscontrole en statistische proces controle.
In een regeldiagramwordt het verloop in de tijd van een meetwaarde geregistreerd. Verder worden tevens de grenzen aangegevenwaarbinnen de meetwaarde mag varieren. Regeldiagrammenworden
veel gebruikt bij de Statistische Proces Controle (SPC) om vast te stellen of een productieproces of bedrijfsproces nog goed functioneert.Wanneer de meetwaarde buiten de toegestane grenzen
komt moet er worden ingegrepen en het proces worden bijgesteld.
Alias: Regelkaart
Regelgrenzen
Grenswaarde die de toegestane afwijking (marge) van een norm aangeeft. Valt de gerealiseerde waarde binnen de regelgrenzen, dan is de norm voldoende behaald; valt de gerealiseerde prestatie er buiten, dan is bijsturing nodig.
Boven- en ondergrenzen in een regelkaart, vastgesteld door het proces zelf.
Regelgrenzen zijn bruikbaar om speciale of proceseigen variatieoorzaken te ontdekken.
Alias: Control limits
Zie ook: Control chart, Common-cause variation
Regelkring
Concept om te bewaken of een vooraf beoogd resultaat ook daadwerkelijk bereikt wordt. De meest gebruikte regelkring bij processturing is de PDCA-cirkel.
Registratiekaart
Formulier voor het systematisch verzamelen van gegevens. Met de verzamelde gegevens is het vervolgens mogelijk om onderzoeken, voorstellen en besluiten te onderbouwen met feiten.
Regressie
Causal verband tussen afhankelijke variabele (Y) en onfafhankelijke variabele (X).
Zie: Regressie-analyse
Zie ook: LSS: Regressie-analyse
Regressie-analyse
Statische techniek voor het onderzoeken van een causaal verband tussen variabelen (gemeten op interval- of ratio-meetniveau)
Zie: Regressie
Zie ook: LSS: Regressie-analyse
Relatiediagram
Diagram dat relaties aanbrengt tussen reeds aanwezige items. De items worden in het diagram aangeduid met rondjes, de relaties met lijnen of pijlen tussen de rondjes.
Instrument om een centraal thema, belangrijke kwestie of probleem bij de kop te nemen en de logische verbanden tussen factoren in kaart te brengen. Het relatiediagram kan opzichzelf of na het affiniteitsdiagram gebruikt worden; in het laatste geval worden gegevens uit het affiniteitsdiagram als input gebruikt.
De stappen die je volgt zijn:
(1) Neem één duidelijke uitspraak die een goede omschrijving geeft van het te bespreken probleem. Schrijf die uitspraak op een kaartje. Geef duidelijk aan dat dit kaartje het centrale thema vertegenwoordigt.
(2) Genereer kwesties of problemen die hiermee te maken hebben. Dit kan gebeuren door brainstormen, maar ook direct via de output van een affiniteitsdiagram. Ze el idee op een kaartje en groepeer de kaartjes rond het centrale thema.
(3) Gebruik pijlen om aan te geven welk items met elkaar in verband staan en wat tot wat leidt. Zoek naar mogelijke verbanden tussen alle items.
(4) Kijk of er patronen in de pijlen te ontdekken zijn die op belangrijke factoren of oorzaken duiden.
(5) Gebruik deze belangrijke factoren in een boom-diagram voor verdere analyse.
Alias: Intererlatie-diagram, interrelationships diagram
Repeatability (herhaalbaarheid)
Mate waarin herhaalde metingen van een bepaald object door dezelfde operator die hetzelfde meetsysteem gebruikt, dezelfde waarde oplevert.
Zie ook: Meetsysteemanalyse, Gage R&R, Reproducibility
Reproducility (reproduceerbaarheid)
Mate waarin herhaalde metingen van een bepaald object door een bepaald individu dezelfde waarde opleveren.
Zie ook: Meetsysteemanalyse, Gage R&R, Repeatability
Resultaat- en impactmeting
Het deel van evalueren, waarbij (statistisch) onderzoek wordt uitgevoerd naar de resultaten en interne en externe effecten van programma’s, projecten en activiteiten van organisaties met als doel inzicht te krijgen in hetgeen er is bereikt.
Resultaatgebied
Beschrijving van een verzameling van samenhangende resultaten binnen een afgebakend leveringsproces.
Werkveld waarop resultaten behaald kunnen/moeten worden.
Resultaatmeting
Metingen van resultaatparameters van een proces. In de formule f (x) = y zijn dat de metingen van de y-en.
Resultaatverantwoordelijk team
Resultaatgericht werkend team, waarin het team verantwoordelijk is voor het leveren van concrete resultaten. Het team wordt door het management aangesproken op hun prestaties. Dit betekent een verschuiving van de aanspreekbaarheid van het individu naar de groep.
Resultaatverplichting
De verplichting om het afgesproken resultaat ook daadwerkelijk te leveren. In veruit de meeste gevallen moet het resultaat kwantitatief worden gedefinieerd.
Zie ook: Inspanningsverplichting
Retrospective
Teamevaluatie van het proces. Deze bijeenkomst sluit de sprint af en wordt benut om lessen te trekken uit de vorige sprint, met als doel om in de volgende sprint als team nog beter te presteren. De product owner kan op eigen verzoek of dat van het team aansluiten.
Terugkerend evaluatieoverleg met als doel terug te kijken en verbeteringen te ontdekken.
Risicoprioriteitsnummer (RPN)
Een, als onderdeel van het maken van een Failure Mode and Effects Analysis (FMEA) bepaalde, score voor de risico's die horen bij alles wat mogelijk mis kan gaan (faalwijze). De score wordt berekend door het product te berekenen van drie gekwantificeerde aspecten van de faalwijze: (a) de ernst van de gevolgen, (b) de frequentie, en (c) de ontdekkingskans.
Robotic Process Automation (RPA)
Zorgt ervoor dat tijdrovende en repetitieve werkzaamheden geautomatiseerd worden. Doel hiervan is efficiëntere en effectievere processen en ruimte om je te focussen op wat écht belangrijk is: meer waarde creëren voor uw organisatie.
Rol
Een rol wordt toegepast bij het koppelen van een functie aan een activiteit. Hierbij kunnen verschillende rollen gebruikt worden (uitvoerend, beslissen, controlerend, betrokken)
Rolled Throughput Yield (RTY)
Kans dat een product zonder enig defect en/of herbewerking door een keten van processtappen komt.
Alias: First Pass Yield
Zie ook: Yield
RUMBA
Acroniem voor vijf criteria voor het beoordelen van klanteisen: Reasonable (redelijk), Understandable (begrijpelijk), Measurable (meetbaar), Believable (geloofwaardig) en Achievable (haalbaar).
Run chart
Grafiek waarin gegevens worden uitgezet in de tijd om te beoordelen of een proces stabiel is.
Binnen een proces zijn er vier mogelijke vormen van instabiliteit te onderscheiden:
- Trends (geleidelijke verbetering/verslechtering)
- Patronen (bijvoorbeeld per dag/week/maand)
- Sprongen/verschuivingen (shifts): plotselinge verandering in de procesprestatie
- Pieken: tijdelijke uitschieters
Alias: Run-sequence plot, Run Sequence Plot, Run-grafiek
Zie ook: LSS: Run chart, Times Series Plot
RTY
Zie: Rolled Throughput Yield (RTY)