• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Home Lean Six Sigma Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): F
Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): F

[0-9] - [A] - [B] - [C] - [D] - [E] - [F] - [G] - [H] - [I] - [J] - [K] - [L] - [M] - [N] - [O] - [P] - [Q] - [R] - [S] - [T] - [U] - [V] - [W] - [X] - [Y] [Z]

 

lss woordenboek lean six sigma f glossary

 

Factor

Een factor is een eigenschap van een systeem die van belang is voor de beantwoording van de onderzoeksvraag ("Een factor is een aspect waar je rekening mee moet houden.") Het begrip factor is sterk gekoppeld aan dat van actor: als geen enkele actor geïnteresseerd is in een bepaald systeemaspect, dan is dat aspect geen factor. Het kan wel zijn dat een bepaalde systeemeigenschap in eerste instantie door geen enkele actor van belang wordt geacht, maar dat uit de systeemanalyse (bijvoorbeeld in de vorm van een causalerelatiediagram) blijkt dat die eigenschap direct of indirect invloed heeft op iets waar een van de actoren wél in geïnteresseerd is. Dan kan die eigenschap dus alsnog een factor worden.

Alias: Aspect

 

Factoranalyse

Factor analyse wordt gebruikt om te kijken of meerdere variabelen samen te voegen zijn tot één of enkele factor. De factor analyse kijkt naar onderliggende patronen en correlaties tussen de verschillende items. Items die vergelijkbare patronen hebben worden bij elkaar geplaatst. Op deze manier ontstaat er mogelijk één factor of enkele factoren.

 

F-toets

Berekenen van de F-waarde door de tussenvariantie te delen door de binnenvariantie.

De toetsingsgrootheid F wordt berekend door de tussenvariantie te delen door de binnenvariantie. Een F-waarde van 1 geeft aan dat de gemiddelden van alle groepen aan elkaar gelijk zijn. De nulhypothese (H0) wordt dan niet verworpen. Indien de F-waarde (duidelijk) groter is dan 1, is de tussenvariantie significant groter dan de binnenvariantie. Het merendeel van de totale variantie komt dan voor rekening van verschillen tussen groepen (tussenvariantie). De nulhypothese van gelijke groepsgemiddelden wordt dan verworpen. Als de F-waarde (ongeveer) gelijk is aan 1 zijn binnen- en tussenvariantie aan elkaar gelijk. De groepen verschillen dan niet van elkaar, maar zijn afkomstig uit dezelfde populatie. H0 wordt dan niet verworpen.

Zie: variantie-analyse, One-Way ANOVA

 

F-test

Test die de vraag beantwoord of het voorspelde model geldig is voor de populatie en niet alleen voor de steekproef. Het model is statistisch significant als dit het geval is.

 

Failure Mode Effects Analysis (FMEA)

Failure Mode and Effects Analysis (FMEA) is een systematische manier om binnen een proces de risico's op te sporen en te prioriteren; je onderzoekt hoe een product of proces zou kunnen falen in haar taak (faalwijzen), wat hiervan de gevolgen zijn voor de klant (gevolgen) en hoe groot de kans is dat je de faalwijze ontdekt (detecteerbaarheid), met als doel preventief actie te kunnen ondernemen.

Techniek gericht op het analyseren van mogelijke faalwijzen en hun effecten. De techniek gebruik je voor het inschatten en prioriteren van risico's door te letten op drie aspecten: (i) kans dat het probleem optreedt, (ii) kans op tijdige ontdekking van het probleem, (iii) de schade die het probleem mogelijk tot gevolg heeft. Voor elk potentieel probleem (risico) wordt een inschatting gemaakt in de vorm van een score. Op basis van deze scores kan het zgn. Risk Priority Number (RPN) worden bepaald door de verschillende scores met elkaar te vermenigvuldigen.

Door gebruik te maken van een FMEA kun je aandacht richten (in de vorm van het nemen van mitigerende maatregelen) op geprioriteerde risico's met de grootste 'RPN'.

Faillure Mode and Effect Analyses. De weging van het risico (ernst, kans en detecteerbaarheid) van het optreden van een bepaalde fout in een installatie.

Instrument waarmee op voorhand in kaart wordt gebracht wat de gevolgen zijn van een mogelijk falen, om vervolgens constructieve maatregelen of procesmaatregelen te nemen.

Techniek voor (proces)analyse om in een product of proces de foutbronnen te lokaliseren en maatregelen te bepalen die dit kunnen verhelpen.

Alias: Faalwijzen- en gevolgenanalyse, PFMEA ('P' van process of product), DFMEA ('D' van design)

Zie: Risicoprioriteitsnummer (RPN)

Zie ook: LSS: Risico-reductie met Failure Mode Effect Analysis ( FMEA)

 

Feedback

Informatie ontstaan door het meten van de output van een proces, die wordt gebruikt om de procesgang te verbeteren.

Iedere vorm van communicatie die iemand ontvangt naar aanleiding van zijn gedrag

 

 

FIFO

Zie: First In First Out (FIFO)

 

First In First Out (FIFO)

Proces om orders of voorraad te beheren zodat het oudste het eerst wordt verwerkt.

FIFO staat voor: First-in-First-out. Bij dit principe geldt: het onderdeel dat of die order die als eerste een proces in gaat, komt er ook als eerste uit.

Het doel van FIFO is om te voorkomen dat eerdere orders onredelijke vertraging oplopen ten gunste van nieuwe orders.

First In, First Out. Manier van voorraadbeheer waarbij de goederen die het eerst zijn binnengekomen het eerst worden gebruikt of uitgeleverd.

FIFO
• First In First Out
• FIFO is een vorm van Flow, die wordt gebruikt om twee niet-gekoppelde processen op elkaar af te stemmen

F.I.F.O
FIFO staatvoor First In – First Out.Deze methode van voorraad houden wordt ingezet bij de opslag van verouderingsgevoelige producten. Deze methode waarborgt dat de klant het artikel ontvangt dat het langst op voorraad heeft gelegen. In een ‘slim magazijn’ is veelal 1 van de zijde van een schap de ingaande kant en de andere zijde de uitgaande kant.
Een voorbeeld van verouderingsgevoelige producten:
•             voedsel
•             medicijnen
•             verf en lijm
•             hout (krom trekken)
Een voorbeeld van een FIFO systeem is een taxistandplaats. De voorste taxi heeft het langst moeten wachten op een klant. Een ander voorbeeld is de zuivel in een supermarkt
13 - 2 BIN

FiFo-baan + supermarkt
Om in waardestromen ervoor te zorgen dat verschillende processen en werkcellen goed op elkaar aansluiten (ontkoppelen én synchroniseren) wordt gebruik gemaakt van (tussen)voorraden. Een tussen-opslagplaats kan worden verkregen door het instellen van een FiFo-baan, waarbij onderdelen volgens het First-In-First-Out-principe wrden opgeslagen en verscheept. FiFo-banen zijn in het algemeen kleine opslagplaatsen met hooguit enkele producttypes. Als er meer tussenvoorraad nodig is, en dus een grotere opslagplaats, dan wordt er gebruik gemaakt van een Lean-supermarkt: een opslagplaats van standaard-onderdelen om een stroomafwaarts gelegen proces te bevoorraden. Daarnaast komen er Lean-supermarkten met eindproducten voor.


First Time Right

Het in één keer goed doen; het foutloos voortbrengen van een product of dienst.

 

First Time Yield (FTY)

First Time Yield is het aantal producten dat in één keer goed is (producten zonder herbewerkingen) gedeeld door het totale aantal producten.

Zie: Yield

 

First Pass Yield (FPY)

Zie: Yield

 

Flow

De beweging van een product of dienst door de waardestroom.

Onverstoorde doorstroming

Een ononderbroken, ongehinderde, liefst stuksgewijze doorstroming van het product of de service door het proces.

Is (als een vloeistof) door het proces stromend, rustig en gelijkmatig. Er is balans in de omvang van werkzaamheden en in de werkdruk.

Ongestoorde, ononderbroken gang van het product of de dienst door het proces richting de klant.

Flow staat synoniem voor continue doorstroming. We spreken van Flow wanneer de goederen of materialen tijdens de productie als het ware door het proces stromen.

Synoniem voor continue doorstroming. We spreken van Flow wanneer de goederen of materialen tijdens de productie als het ware ongehinderd door het proces stromen. Flow beschrijft een systeem zonder wachttijden, waarin werk in batches van 1 (“enkelstuks”) aan de volgende processtappen wordt doorgegeven. Als een proces in flow gebracht is, is een zodanige segmentatie en lijnbalancering aangebracht dat cyclustijden op elkaar zijn afgestemd (enkelstuks kunnen zonder wachttijd continu doorstromen) Uitgangspunten van Flow zijn doorlooptijdverkorting en het reduceren van voorraden. Elk stuk individueel werk blijft in beweging. Des te korter het werk blijft wachten, des te korter is de doorlooptijd. Daarnaast voorkomt een goede flow voorraadvorming tijdens het voortbrengingsproces. Continue Flow is één van de drie componenten waaruit het concept ‘Just-in-Time’ bestaat. De andere twee zijn: ' Takttijd'  en ' Pull'.

Lean streeft naar flow. Flow wil zeggen dat het werk zo is georganiseerd dat er altijd waarde toegevoegd wordt, vanaf het moment dat de klantvraag de organisatie binnenkomt tot het moment dat het werk gereed is. Hoe méér flow benaderd wordt, hoe sneller de doorlooptijd en hoe minimaler de kosten. Op zichzelf zijn bekorte doorlooptijden en reductie van kosten een hooggewaardeerde opbrengst van werken in flow. Maar nog belangrijker is dat het continu streven naar flow de organisatie dwingt om systematisch de onderliggende problemen, de muda op te ruimen en te elimineren.

'Continue flow' is de ideale situatie waarbij producten door een productieproces stromen of mensen door een dienstenproces stromen; één voor één, zonder dat het proces stokt en zonder oponthoud.

Flow: een ononderbroken, ongehinderde, liefst stuksgewijze doorstroming van het product of de service door het proces
Vormen van Flow: One Piece Flow, FIFO, Pull/supermarkt

Flow-berekening: tel de P/T’s van de processtappen in de FS die samengevoegd kunnen worden bij elkaar op. Deel dit door de PCT; dan weetje hoeveel operators er nodig zijn (Line Balance). Alle operators hebben evenredig veel werk, soms de laatste in rij niet

 

Flow chart

Diagram waarin de logische stappen van een proces visueel worden weergegeven.

• Het proces in beeld gebracht met behulp van figuren
• Rechthoek is een processtap, ruit is een beslismoment, rond is een keuze, etc. (wordt veelal gebruikt om processen te beschrijven)
• Microsoft Visio beschikt over de verschillende vormen



Flow production

Een manier om onderdelen en producten in kleine aantallen te maken, zodat zijn in één ruk afgemaakt kunnen worden. Dit in tegenstelling tot batch productie waarbij grote tussenvoorraden noodzakelijk zijn.


Flow rack

Opslag van materiaal op een hellend vlak, zodanig dat de artikelen altijd naat de laagste kant toe glijden.

 

FMEA

Zie: Failure Mode Effects Analysis (FMEA)

 

FOPFIETS

Acroniem voor de verschillende kanalen van klantcontact (manieren van interactie met klanten), namelijk Face to face, Online (web), Post (papier), Fax, IVR (Intelligent Voice Response), E-mail, Telefoon, SMS/social media

 

Foplossing

Snelle verbeteractie die de bronoorzaak niet aanpakt, alleen het symptoom. Probleem zal daarom weer terugkomen.

 

Fout

Ook wel defect genoemd. Fout is een niet correcte actie, dit kan in software, een proces of een menselijk handelen zijn. De definitie van een fout volgens Lean Six Sigma is alles wat niet voldoet aan de verwachtingen van de klant. De klant geeft dus de maat aan wat goed of fout is en niet de eigen organisatie.

 

Foutenmarge

Statistische term die de grootte van de fout aangeeft die wordt toegestaan in de uitkomsten van een steekproef. Een lager percentage qua foutenmarge, zorgt ervoor dat een grotere steekproefgrootte nodig is.

 

Foutvrij produceren

Methodes die medewerkers helpen fouten te vermijden.

Een veel voorkomende voorbeeld van foutvrij produceren is het ontwerpen van een product met fysieke dimensies die het onmogelijk maken om onderdelen op een verkeerde manier te installeren.

Alias: Error-proofing, mistake-proofing, poka-yoke, baka-yoke

Zie ook: Poka Yoke

 

 

Frequentieverdeling

Samenvattend overzicht van frequenties van waarnemingsuitkomsten.

Een frequentieverdeling is een ordeningstechniek waarbij een gegevensverzameling wordt samengevat in een tabel die de verschillende waarden van de variabele rangschikt in een categorie. In de tabel wordt, in absolute aantallen en/of procenten, aangegeven hoe vaak een variabele in een specifieke categorie voorkomt.

Doel van een frequentietabel is het zodanig rangschikken van waarnemingsuitkomsten uit turfstaten of meetstaten (lijst waarop waarnemingsuitkomsten (variabelen) van een meting met een meetinstrument overzichtelijk worden vastgelegd) dat duidelijk wordt hoe vaak bepaalde uitkomsten voorkomen (frequentieverdeling).

Een frequentietabel bevat de absolute, relatieve en/of cumulatieve frequenties van waarnemingsuitkomsten.

Alias: Frequentietabel

 

FTE

Full Time Equivalent. 1 fte = de hoeveelheid menselijke arbeid equivalent met een voltijds aanstelling (e.g. 40 uur per week).


FTR

First Time Right. Het percentage van een populatie producten die in één keer goed zijn gemaakt, dus zonder blokkering, extra inspectie of herbewerking.

 

First Time Through (FTT)

First Time Through
Het percentage producten/diensten dat in een keer goed door het proces komt

Functiestroomdiagram

Diagram die een visuele weergave geeft van een proces, waarin de interactie tussen processtappen en functies/rollen wordt verhelderd.

 

Future State

De VSM/waardestroom van de toekomstige situatie

















 

Laatst aangepast op vrijdag, 21 februari 2020 12:14  

The most successful people are those who are good at Plan B.

James Yorke

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 100 gasten online
Artikelen

kaizen robert maurer kleine stapjes

Banner
Banner

predictably irrational, Dan Hariely

Predictable Irrational
The Hidden Forces That Shape Our Decisions
Dan Ariely

Bij Bol.com | Managementboek | Amazon.nl



Lean boekentips

Banner