• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Home Lean Six Sigma Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): K
Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): K

[0-9] - [A] - [B] - [C] - [D] - [E] - [F] - [G] - [H] - [I] - [J] - [K] - [L] - [M] - [N] - [O] - [P] - [Q] - [R] - [S] - [T] - [U] - [V] - [W] - [X] - [Y] [Z]

 

lss woordenboek lean six sigma k glossary

Kaders

Beperkingen van het speelveld

Kaikaku

Radicale verbeteractiviteit om verspilling te verminderen.

Doorbraak Kaizen. Een radicale verandering in het proces.

Radicale, revolutionaire verbetering van een waardestroom om snel meer waarde te creëren met minder verspilling; soms ook kakusin genoemd.

Radicale verbeteringen die snel zorgen voor grote verbeteringen. Kaikaku wordt ook wel Breakthrough Kaizen genoemd.

Radicale verbeteringen of hervormingen die de toekomstige waardestroom beïnvloeden. Vaak zijn dit veranderingen in de business practices van businesssystemen.

Kaizen

'Goede verandering', 'verbetering'; stapsgewijze, voortdurende verbetering die de doeltreffendheid van een activiteit bevordert om meer waarde met minder verspilling te produceren.

Kaizen Veranderen (kai) ten goede (zen), continu in kleine stappen verbeteren.

"Continuous improvement involving everyone" (uitspraak van Masaaki Imai).

Incrementele verbetering

Kaizen

• Veranderen naar beter = mindset tot continu verbeteren

• In de VSM Future State wordt een te nemen verbetering om de Future State te bereiken aangegeven met dit symbool met daarin kort beschreven wat er verbeterd moet worden

• Bijvoorbeeld: het aantal defecten verminderen naar 0

 

Kaizen is een Japans concept dat kleine, continue verbeteringen stimuleert binnen de gehele organisatie. Al deze kleine verbeteringen leiden op lange termijn tot een grote verbetering.

Japans voor continu verbeteren. Blijven streven naar verbeteren door (kleinere) problemen structureel te identificeren, te analyseren, op te lossen en de oplossing te plannen, uit te voeren en te boregen. Alles gericht op het toewerken naar een ultiem doel, de ‘true north’ van de organisatie.

KaiZen is afgeleid van twee Japanse woorden Kai en Zen, Kai betekent verandering en Zen betekent goed. Vrij vertaald betekent het: geleidelijk en zonder ophouden verbeteren en "kleinigheden" beter doen, een steeds hogere standaard aannemenen. Kaizen zegt Masaaki Imai, is de simpele waarheid achter het Japanse economische "wonder" en de werkelijke reden voor het Japanse meesterschap over de technologie voor flexibele productiesystemen / het vermogen om fabricageprocessen snel aan te passen aan de veranderende eisen van klant en markt. Volgens het Kaizen principe worden voorgestelde verbeteringen opgezet als experimenten. Tijdens deze experimenten wordt gemeten of de verandering daadwerkelijk heeft geleid tot een verbetering. Indien het een verbetering betreft, wordt deze geïmplementeerd. Kaizen zorgt niet direct voor grote verbeteringen. Uiteindelijk zullen de opgetelde kleine verbeteringen gezamenlijk zorgen voor een grote verbetering.

Voortdurende verbetering van een complete waardestroom of een individueel proces om meer waarde te creëren met minder verspilling.

Een combinatie van twee japanse woorden: Kai (verandering) en Zen (goed). Een Kaizen volgt een PDCA-cyclus van het signaleren van een probleem, bepalen van de hoofdoorzaak, implementeren van een oplossing, standaardiseren en bevestigen van succes.

Kaizen is het Japans voor ‘veranderen naar beter’. Kaizen wordt ingezet bij;

•             het elimineren van verspillingen (zie 7Wastes)

•             Just in Time leveringen (zie JIT)

•             standaardisatie van werken

•             innovatie

Binnen dit principe gelden de volgende regels;

•             iedereen in de organisatie doet mee

•             elke dag een klein beetje verbeteren

•             verbeteren gebeurt structureel, zie PDCA, de cirkel van Deming

 

 

 

 

Kaizen event

Vorm van Kaizen waarbij een multidisciplinair team van expert (4 tot 10 personen) gedurende een korte periode (een halve dag tot maximaal een week) één proces of probleem onder de loep neemt en dat verbetert.

Kaizen staat voor het stapsgewijs verbeteren van de kwaliteit van voortbrengingsprocessen. Duizend dingen een klein beetje anders en beter doen levert enorm resultaat. De optelsom van kleine incrementele verbeteringen en de weg van de geleidelijkheid leidt tot aanzienlijke procesverbeteringen. Soms is het echter raadzaam (of noodzakelijk) om veel zichtbaarheid te creëren en in een kort tijdbestek dramatische verbeteringen na te streven door middel van een Kaizen event.

Gestructureerde verbeterworkshops gericht op het analyseren, experimenteren, verbeteren en standaardiseren.

Alias: Kaizen Blitz, Kaizen-even, grote Kaizen, Kaikaku

 

Kamishibai

Het Kamishibai-bord is een visuele manier, voor gebruik door senior mangementteamleden om te bevestigen dat Standaard Werk wordt verricht door de medewerkers en om Standaard Werk-discipline te handhaven. Net zoals supervisors en lijnmanagers een productiestatusbord per uur gebruiken om te bevestigen dat de productietargets worden gehaald, worden Kamishibai-borden gebruikt voor wekelijks, maandelijks en zelfs kwartaal-audits van Standaard Werk-elementen.

 

Kanban

Signaal dat aanspoort tot herbevoorrading, vervoer of productie in een pullsysteem.

Visuele trigger die van het eind naar het begin in het proces aangeeft dat er moet worden geproduceerd.

Visueel signaal van een processtap dat aangeeft dat er weer ruimte is om de volgnede klantorder, aanvraag of het volgende product te maken, en dat daarvoor weer nieuwe input nodig is.

Een Japans woord voor kaart of bord. Kanbans zijn veelal kaarten om weer te bestellen of een andere methode om het pull-systeem te triggeren op basis van daadwerkelijk gebruik van materialen. Kanbans worden bijgevoegd bij het feitelijke product, op de plek van gebruik. Kanbans zijn kaarten met informatie over de onderdelen, maar er wordn ook wel karren, dozen en electronische signalen gebruikt. Op de vloer geschilderde vierkanten die opslag- of inkomende gebieden aanduiden worden ook vaak, maar ten onrechte kanbans genoemd.

Een Kanban kaart wordt gebruikt om voorraden aan te vullen op basis van verbruik. De kaart wordt gebruikt binnen een Kanban systeem. Kanban staat synoniem voor 'kaart'.

Kanban is afgeleid van twee Japanese woorden Kan en Ban. Kan betekent visueel en Ban betekent bord of kaart. Een kanban triggert het vervoeren, produceren of bevoorraden van een entiteit (product, groep van dezelfde producten, een container, etc.). Een Productiekanban wordt bijv. gebruikt als signaal naar de productie dat er gestart kan worden met een productiestap. Kanban is een belangrijke tool om een 'Pull' systeem te introduceren en voor Just in Time (JIT) manufacturing.

Kanban technieken draaien om een reeks variabelen. Wijzigende waardes van de variabelen dienen dan ook periodiek beoordeeld te worden

Kanban-(besturings)systeem: Voorraadbeheer- en coördinatiesysteem waarbij het proces wordt bestuurd en men voorraden aanvult op basis van werkelijk verbruik. Daarbij wordt gebruik gemaakt van visuele signalen.

Een signaal (bijvoobeeld een Kanban-kaart) dat aanspoort tot herbevoorrading, vervoer, of productie in een Pull-systeem

Kanban is vrij uit het Japans vertaald ‘visuele kaart’. Kanban methodes zijn erop gericht om pull principes toe te passen in planning en voorraad logistiek. Kanban methodes komen in vele gedaantes voor. Kenmerkend is de kracht van het visueel maken van de status, maar tevens ook de eenvoud van uitvoering. Gelijk aan alternatieve systemen, is de factor mens ook hier veelal de zwakste schakel.

Grofweg zijn Kanban technieken in 4 varianten te onderscheiden:

1.            Vervoer-kanban, als signaal naar een vorige cell voor de aanlevering van een nieuwe batch

2.            Productie-kanban, als signaal naar de productie als start voor een nieuwe productie

3.            Vendor-kanban, als signaal naar de leveranciers dat men mag leveren.

4.            Signaal-kanban

Alias: Continuous Improvement (CI), Continu verbeteren

Kano-model

Methode (ontwikkeld door Noriaki Kano) om voorkeuren van klanten in te delen in drie categorieën: Must be-, More the better- en Delighter.

Instrument om klantwaarde van een product of dienst inzichtelijk te maken.

Model waarmee klanttevredenheid in kaart wordt gebracht. Het uitgangspunt is wat een klant expliciet en impliciet verwacht en hoe hij zal reageren als verwachtingen niet worden waargemaakt.

Model waarmee klanttevredenheid in kaart wordt gebracht.

  • Delighter:klantwaarde die de klant niet had verwacht, maar waarvan de klant wel heel blij wordt. De klant mist ze dus niet als ze er niet zijn.
  • Dissatisfier: klantwaarde die de klant mist als je hem niet goed invult. Het goed invullen van deze klantwaardes is een must.
  • Satisfier: klantwaarde waarvan de klant blij wordt als je er meer van levert. Meer is beter.
Instrument om inzichtelijk te maken wat de klant wil hebben (in termen van eisen en wensen, verwachtingen en prioriteiten) door te bepalen welke product- en/of dienstkenmerken belangrijk zijn bij het leveren van de juiste kwaliteit voor de klant.

 

Zie ook:

 

Kans

Mogelijkheid dat iets gaat gebeuren

Wiskundig is het begrip gedefinieerd als een relatieve frequentie: als in één op de 100 gevallen gebeurtenis A optreedt, is de kans op gebeurtenis A 1/100 (0,01). Een kans wordt aangegeven met de letter p (van het Latijnse probabilitas).Kansen zijn af te leiden als je weet hoe groot het totale aantal mogelijkheden is, en welke daarvan voldoen aan een bepaalde voorwaarde of kenmerk. Een kans ligt altijd tussen 0 en 1. Vaak vermenigvuldigt men het getal met 100 om tot een percentage te komen.

In het geval van een (zuivere) dobbelsteen bedraagt de kans om een 4 te gooien 16,67% of 1/6. Dit wordt genoteerd als P(X=4)=1/6, waarbij de hoofdletter X het aantal ogen aangeeft waarvan je de kans wilt berekenen. De uitdrukking X=4 noem je een gebeurtenis. Het is de gebeurtenis waarbij, na het werpen van de dobbelsteen, de vier boven ligt.

 

Kansdichtheid

Functie f(x) die de kansverdeling van een kansvariabele beschrijft

Alias: Probabity density

Zie ook: Normale verdeling

 

Kansenflowchart

Variatie op een gedetailleerde flowchart. Zij hebben deze naam gekregen omdat zij kansen voor verbetering aangeven. Zoals alle flowcharts maken zij het proces zichtbaar. Maar zij gaan nog een stap verder, door stappen die waarde toevoegen (de stappen die essentieel zijn voor het vervaardigen van het product of voor het leveren van de dienst) te scheiden van de stappen die alleen tot kosten leiden (de stappn die alleen nodig zijn om problemen te herkennen of op te lossen).

 

Kansverdeling

Tabel met voor elke mogelijke uitkomst van het kansexperiment de kans dat die uitkomst zich voordoet.

 

Kappa-waarde

Maat die wordt gebruikt om aan te geven in hoeverre twee beoordelaars of observatoren overeenstemmen in hun waarnemingen. Een kappa-waarde van 1 betekent dat er een perfecte overeenstemming is. Een kappa-waarde van 0 geeft aan dat de overeenstemming niet beter is dan men op grond van het toeval zou kunnen verwachten. Des te vaker observatoren het oneens zijn, des te lager de Kappa-waarde (K < 1).

Alias: Cohen's kappa

 

Kata

Kata betekent vrij vertaald, patroon of vorm. De letterlijke vertaling vanuit het Japans is 'manier van dingen doen'.

Coachingsroutine die mensen richting geeft in het vinden, uitvoeren en leren van het volgende kleine experiment op weg naar een groot resultaat.

Het ontwikkelen van medewerkers tot zelfstandige probleemoplossers via het doelgericht in kleine stappen verbeteren van processen op basis van experimenteren.

Een kata is een manier om uw gedachten en handelingen blijvend in harmonie te laten zijn met de dynamische, onvoorspelbare omstandigheden

 

Kengetal

Getal waarin de omvang van een bepaald verschijnsel wordt uitgedrukt.

Getal waarmee in kwantitatieve zin een bepaalde grootheid eenduidig wordt vastgelegd.

Getal dat een samenvatting geeft van een kenmerk door één bepaalde eigenschap ervan te benadrukken. Bijv. centrum- en spreidingsmaten.

Kwantitatieve grootheid die informatie verschaft over de stand van zaken in het bereiken van resultaten.

Een kengetal is een getal dat is uitgedrukt in geld of in fysieke eenheden en dat de toestand van of de ontwikkeling op een bepaald beleidsterrein weergeeft.

Kwantiatieve indicator die dient als vergelijkingsmateriaal, in historisch opzicht en als benchmark ten opzichte van andere organisaties. Kengetallen zijn niet hetzelfde als prestatie-indicatoren. ze kunnen dienen als vergelijkingsmateriaal en om trends over meerdere jaren zichtbaar te maken. Kengetallen kunnen input geven voor het stellen van de normen voor prestatie-indicatoren.

In het algemeen is dit een verhoudingsgetal, een ratio, waarbij de relatieve omvang van het verschijnsel tot uitdrukking komt. Men drukt de omvang van het verschijnsel uit in relatie tot de omvang van een ander verschijnsel. Verhoudingsgetallen dient men zodanig te kiezen dat de betrokken verschijnselen in een zinvol verband met elkaar worden gebracht. Kengetallen behoeven niet altijd verhoudingsgetallen te zijn, som hanteert men absolute grootheden als kengetal. Het begrip kengetal geeft een indicatie omtrent de functie, de significantie, of de omvang van grootheden. Er moet sprake zijn van kwantitatieve grootheden. Kengetallen blijken door hun informatiekarakter, de kwantificeerbaarheid van informatie en de specifieke vorm van informatie, geschikte hulpmiddelen te zijn om vele, complexe facetten van een te analyseren organisatie in kaart te brengen.

 


Kernoorzaak

Zie: Grondoorzaak

 

Key Process Input Variable (KPIV)   

Belangrijke factor die invloed heeft op het proces en daarmee het resultaat kan beïnvloeden.

 

Key Process Output Variable (KPOV)   

Belangrijk kenmerk van het product (of dienst) dat wordt voortgebracht door een proces.

Alias: CTQ

Zie: QTC

 

Keten

Activiteiten van verschillende organisaties die in samenhang toegevoegde waarde leveren voor een klant of afnemer.

Kick-off meeting

Bijeenkomst bij aanvang van een project of een fase binnen een project om een effectieve en efficiënte uitvoering van het project c.q. de fase te bevorderen.


Eerste overleg van het DMAIC-team bedoeld om teamleden te betrekken en te integreren in het project. De kick-off is geslaagd als elk teamlid zijn rol kent en het belang en de betekenis kent van het project voor de organisatie.

Alias: Kick-off

 

Klant

Iedereen die de output van een proces gebruikt of consumeert.

Bepaalt wat waarde toevoegt in een proces en staat daarmee centraal binnen Lean.

Een persoon of organisatie die een relatie met de organisatie onderhoudt en die (al dan niet tegen betaling) gebruik maakt van de diensten en/of producten van deze organisatie.

 

Klant Order Ontkoppelpunt (KOOP)


Het KOOP is binnen productieprocessen een punt waarop het karaktervan het proces verandert van produceren op voorraad (made to stock) naar het produceren naar wens van de klant (make to order).

 

Klantarena

Hulpmiddel voor het achterhalen en horen van de 'stem van de klant' door het voeren van een oppen dialoog met échte klanten.

Door juist de klanten te betrekken bij verbeteringen zorg je ervoor dat je continu kunt verbeteren. Een goede manier om antwoord op deze vragen te krijgen is in de vorm van een arena. Bij een arena zitten de klanten om een ronde tafel (binnenring) om een product of dienst te evalueren. De medewerkers zitten in de ring achter de klanten (buitenring). Een arena bestaat uit drie rondes:

  • Ronde 1: onder begeleiding van een procesbegeleider gaan de klanten met elkaar in gesprek over hun ervaringen t.a.v. het product of de dienst. De buitenring luistert en schrijft indien nodig vragen op, die zij later kunnen stellen.
  • Ronde 2: de buitenring gaat deze rond, onder begeleiding vragen stellen aan de binnenring.
  • Ronde 3: de medewerkers gaan in deze ronde in gesprek over hetgeen zij gehoord hebben en bepalen gezamenlijk wat zij vooral vast moeten houden en op welke punten zij moeten verbeteren. Dit wordt direct vertaald in afspraken, die SMART zijn geformuleerd.
De afspraken of acties worden weer teruggekoppeld aan de klanten die aanwezig waren tijdens de arena, maar ook de overige klanten die betrokken zijn bij het product of de dienst.

Zie ook: Klantarena volgens Jeroen Geelhoed, Hans van de Loo & Salem Samhoud

 

Klantgerichtheid

Competentie die gaat over het onderzoeken van wensen en behoeften van de klant en hiernaar handelen. Anticiperen op behoeften van klanten. Hoge prioriteit geven aan servicebereidheid en klanttevredenheid.

 

Klantreis

Een krachtige manier om de beleving van de klant weer te geven is die met een gevisualiseerde klantreis (Customer Journey Map). Kort gezegd is dat een methode om in de huid van de klant te kruipen tijdens de reis die hij maakt om het product te kopen of de dienst af te nemen. Met hoogtepunten en dieptepunten. Die reis van de klant volgt feitelijk de route van de waardestroom.

Een klantreis is per product, zaak of dialoog te tekenen. De klantreis bestaat uit de stappen van het betreffende proces, de klantcontacten die nodig zijn voor het leveren van het product dé emoties per processtap of klantcontact. Een klantreis laat voor een product of zaak goed zien hoe de inwoner de samenwerking en het contact met de gemeente beleeft.

Zie: Customer Journey

 

Klasse

Interval van getallen waarin waarnemingen kunnen liggen.

 

Kolom- en staafdiagrammen

Frequentieverdeling van data grafisch weer te geven. Het is mogelijk om meer dan 1 datasets in het diagram te tonen.

Een kolomdiagram heeft een verticale oriëntatie en een staafdiagram een horizontale oriëntatie.

Een staafdiagram is net als een kolomdiagram vooral bedoeld voor het grafisch weergeven van een frequentieverdeling van data. Een kolom- en staafdiagram verschillen in de oriëntatie. Bij een kolomdiagram heb je staande balken en bij een staafdiagram liggende balken.

Bij een staafdiagram zijn de categoriën geplaatst op de verticale as, zodat de staven op deze as geplaatst worden. Voor elke categorie wordt een staaf geplaatst. De schaalverdeling is op de horizontale as aangebracht.

Bij meerdere gegevensreeksen kun je kolommen en staven naast elkaar zetten, maar ook op elkaar. In het laatste geval ontstaat een gestapeld kolom- of staafdiagram.

Gestapelde diagrammen worden vooral gebruikt wanneer het totaal of de onderlinge verdeling van belang is.

 

Kortetermijnvariatie

Hoeveelheid waargenomen variatie in een kenmerk waarop nog niet alle variatiebronnen van de input hebben kunnen inwerken.

KOOP

Zie: Klant Order Ontkoppelpunt

 

KPI

Prestatie-indicator die strategisch relevant is.

Meetmethode die managementdoelstellingen kwantificeren zodat de uitvoering van de strategie gemeten kan worden.

'Strategisch relevant' betekent dat het goed scoren op de betreffende prestatie-indicator direct van invloed is op het realiseren van de strategische doelstellingen van de organisatie.

Meetbare eenheid die een grote correlatie heeft met de kritische succesfactor.

KPI staat voor Key Performance Indicator ofwel Kritieke Prestatie Indicator. Een KPI is kwantitatief en meet óf een doelstelling of Kritieke Succesfactor (KSF) wordt gerealiseerd.

Kritische Prestatie Indicatoren, de gewenste meetbare kenmerken van het proces die ervoor zorgen dat het resultaat voldoet aan de wensen van de klant.

Een KPI definitie dient aan de SMART principes te voldoen. Een KPI wordt uitgedrukt in een getal en gerelateerd aan een norm of target.

Meetbare indicator die de allerbelangrijkste resultaatcriteria van een organisatie(onderdeel) weergeeft.

Key performance indicator; meetbare bouwstenen van succes.

 

KPI-boom

Vertaling van strategische doelstellingen naar kritische succesfactoren en (kritische) prestatie-indicatoren, waarbij inzichtelijk wordt gemaakt welke prestaties nodig zijn voor het realiseren van de strategie van een organisatie.

 

KPIV

Zie: Key Process Input Variable (KPIV)

 

KPOV

Zie: Key Process Output Variable (KPOV)

 

Kritiek X

Input voor een proces of systeem die significante invloed uitoefent op een of alle belangrijke uitkomsten van een proces.

 

Kritieke pad

Het kritieke pad is de route door het netwerkdiagram die de kortste periode beslaat waarbinnen het project kan worden afgerond.

De langste keten van achtereenvolgende activiteiten die de doorlooptijd van een proces(keten) bepaalt.

Zie: Netwerkdiagram

 

Kritieke X

Input voor een proces of systeem die significante invloed uitoefent op een of alle belangrijke uitkomsten van een proces

Zie ook: Significante Y

 

Kritische succesfactoren (KSF)

Factor die bepalend is voor het succes en de continuïteit van een organisatie.

Een voor de organisatie belangrijke factor waar haar bestaansrecht van afhankelijk is.

Factor die van doorslaggevende betekenis is voor het bereiken van een procesdoel.

Een succesbepalende factor is dat wat de organisatie succesvol maakt in de ogen van de verschillende belanghebbenden. ... Een SBF is daarmee bepalend voor de continuïteit van de organisatie. Een SBF wordt altijd toekomstgericht geformuleerd, in een resultaat weergegeven en moet uiteindelijk meetbaar zijn.

Een kritieke succesfactor (KSF) is datgene waar de organisatie goed in moet zijn om haar strategische doelstellingen te bereiken. Zonder de betreffende KSF'en in de vingers te hebben worden de doelstellingen zeker niet gehaal,d maar zij zijn ook weer geen garantie voor succes. Er is dus sprake van een oorzaak-en-gevolgrelatie tussen de KSF'en en respectievelijk de strategische doelstellingen. (...) Met behulp van kritieke prestatie-indicatoren (KPI'en) worden KSF'en meetbaar gemaakt. Enkele KPI'en samen laten zien in hoeverre aan een doelstelling is voldaan.

 

Een kritieke succesfactor is een element dat bepalend is voor het succes van de organisatie in de toekomst.

Een kritische succesfactor is datgene waarin de organisatie moet excelleren om te kunnen overleven, ofwel datgene wat voor het succes van de organisatie van doorslaggevende betekenis is. Deze strategische thema's bepalen het concurrentievermogen van de organisatie. Het zijn factoren waarin de organisatie zich wil onderscheiden van anderen die haar uniek maken in de markt. Ze hebben met de kerncompetenties van de organisatie te maken. Kritische succesfactoren maken integraal deel uit van de organisatievisie. In de organisatievisie bevindt zich namelijk altijd een set kritische succesfactoren die gerelateerd is aan de vier genoemde resultaatgebieden c.q. perspectieven van de Balanced Scorecard. De perspectieven en de kritische succesfactoren lopen als een rode draad door de scorecard.

Een kritieke succesfactor (KSF) is datgene waar de organisatie goed in moet zijn om haar strategische doelstellingen te bereiken. Zonder de betreffende KSF'en in de vingers te hebben worden de doelstellingen zeker niet gehaald, maar zij zijn ook weer geen garantie voor succes. Er is dus sprake van een oorzaak-en-gevolgrelatie tussen KSF'en en respectievelijk strategische doelstellingen.

Welke de kritische succesfactoren zijn is afhankelijk van de doelstelling van de desbetreffende organisatie.

Factor die van kritisch belang is voor het succesvol realiseren van de strategische doelen.

Factoren waarmee een onderneming zich kan onderscheiden ten opzichte van concurrenten en waarmee een sterke en duurzame positie in de markt kan worden verworven.

Voorwaarden die van doorslaggevende betekenis zijn voor het realiseren van de doelstellingen van een organisatie.

Factor die de mate waarom een doel wordt gehaald, beïnvloedt.

Factoren die beslissend zijn voor het al dan niet behalen van een vooraf gesteld doel.

Om het doel te behalen ("succes") zijn bepaalde factoren een noodzakelijke voorwaarde ("kritiek"). Kritieke Succes Factoren zijn zaken die van cruciaal belang zijn om een strategie succesvol uit te kunnen voeren.

De beslissende èn gevaarlijke voorwaarden die samen succes opleveren. Als je aan alle voorwaarden voldoet, heb je gegarandeerd succes,als je er bij één verzaak, heb je gegarandeerd geen succes.

Het meten van doelstellingen vind plaats aan de hand van kritieke succesfactoren (KSF'en) en prestatie-indicatoren (PI). Een KSF is een variabele die van doorslaggevend belang is voor de realisatie van de bedrijfsstrategie of doelstelling. De KSF geeft een kwalitatieve omschrijving van een element uit de bedrijfsstrategie of doelstelling waarin de organisatie moet uitblinken om succesvol te zijn. U kunt KSF'en aantreffen op functioneel of operationeel niveau en op strategisch niveau.

Alias: Succesbepalende factoren (SBF)

 

Kruskal-Wallis toets [BB]

Toets wordt gebruikt voor het vergelijken van de gemiddelde rangorde scores van twee of meer groepen.

Een voorbeeld waarin de Kruskal-Wallis toets gebruikt zou moeten worden is deze: in een wedstrijd tussen drie landen zijn de turners van land A geëindigd op de 1e, 6e, 7e, plaats, van land B op de 3e, 5e, 8e plaats en van Land C op de 2e, 4e, 9e plaats. Welk land is gemiddeld genomen beter? Dezelfde vraagstelling komen we ook tegen bij de Mann-Whitney U-toets, maar dan voor twee landen. De Mann-Whitney U-toets is dus een specifiek geval van de Kruskal-Wallis toets.

Zie ook: Mann-Whitney U-toets

 

Kurtosis

Maat voor de spitsheid (gepiektheid) van een verdeling.

Alias: spitsheid, gepiektheid

Zie ook: Scheefheid

 

Kwaliteit

De mate waarin een geheel van eigenschappen en kenmerken voldoet aan de eisen.

Het geheel van eigenschappen en kenmerken van een product of dienst dat van belang is voor het voldoen aan vastgelegde of vanzelfsprekende behoeften van klanten.

De 'behoeften' zijn die van de gebruiker. Dit roept klantgerichtheid op. De gebruiker kan ook deel uit maken van de organisatie, in dat geval is sprake van een interne klant en interne klantgerichtheid.

Indien kwaliteit wordt beschouwd als een relatief begrip, kan kwaliteit worden gezien als de mate waarin aan behoefte of gestelde eisen wordt voldaan.

De nadruk ligt op de kwaliteit van product en dienst. Deze zijn echter het (eind)resultaat van het (bedrijfs)proces. In feite wordt de kwaliteit bepaald door de wijze waarop (bedrijfs)processen en activiteiten plaatsvinden.

Het geheel van eigenschappen en kenmerken van een product of een verrichting (dienst), die bijdragen tot het kunnen voldoen aan vastgelegde eisen of redelijke verwachtingen.

Kwaliteitsborging

Alle geplande en systematische activiteiten, geïmplementeerd binnen het kader van het kwaliteitssysteem en waar nodig aangetoond, om in voldoende mate vertrouwen te geven dat aan de kwaliteitseisen zal worden voldaan.

Het op peil houden van een kwaliteitssysteem, met inbegrip van het aantonen, dat dit kwaliteitssysteem aan de voorwaarden voldoet.

 

Kwaliteitsmanagement

Het geheel van leidinggevende taken die nodig zijn zeker te stellen dat aan de eisen wordt voldaan.

 

Kwaliteitsverbetering

Acties, door de hele organisatie heen genomen, om de doeltreffendheid en de doelmatigheid van activiteiten en processen te vergroten om zodoende extra voordelen te leveren aan zowel de organisatie als haar klanten (NEN-ISO 8402:1994)

 

Kwaliteitszorg

Het totaal aan activiteiten die tot doel hebben factoren - die van invloed zijn op de kwaliteit van het product, proces of dienst - zodanig te integreren en beheersen, dat een product of dienst met de beoogde kwaliteit wordt geleverd of verricht.

Kwaliteitssysteem

De organisatorische structuur, verantwoordelijkheden, procedures, processen en voorzieningen voor het ten uitvoer brengen van kwaliteitszorg.

 

Kwaliteitsbeheersing

De operationele technieken en activiteiten die noodzakelijk zijn voor het handhaven van de geëiste kwaliteit van een produkt, proces of dienst.

 

Kwaliteitscontrole

Een samengestelde handeling, bestaande uit het doen van waarnemingen aan producten, processen of diensten en het vaststellen of zij aan de eisen voldoen.

 

Kwaliteitscirkel

Kleine bedrijfsgroep van medewerkers, die op gezette tijden bijeen komen om bepaalde onderwerpen aan te pakken, problemen te identificeren en te analyseren, om vervolgens te proberen daarvoor een oplossing te vinden.

 

 

Kwartiel

In de statistiek is een kwartiel een van de drie waarden die een geordende set data (de steekproef of populatie) in vier gelijke delen opdeelt, die ieder een kwart van de gegevens bevatten. Men spreekt van eerste, tweede en derde kwartiel en noteert deze als Q1, Q2 en Q3.

Beneden het eerste kwartiel (Q1) bevindt zich een kwart van de waarnemingen; onder het derde kwartiel (Q3) bevindt zich driekwart van de waarnemingen. Q1 is die waarneming van de steekproef waarvoor geldt dat een kwart van de waarnemingen kleiner is dan die waarde en driekwart van de waarnemingen groter. Q3 is die waarneming van de steekproef waarvoor geldt dat driekwart van de waarnemingen kleiner is dan die waarde en een kwart van de waarnemingen groter. De interkwartielrange (IQR) is gelijk aan Q3 -/- Q1.

 

Laatst aangepast op vrijdag, 21 februari 2020 12:11  

I skate to where the puck is going to be, not to where it is.

Wayne Gretzky

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 99 gasten online
Artikelen

learning how to improve improvement john shook

Banner
Banner

handboek progressiegericht coachen coert visser

Handboek Progressiegericht Coachen
Een praktische gids voor coaches en studenten
Coert Visser

Bij Bol.com | Managementboek



 

Lean boekentips

Banner