• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Home Lean Six Sigma Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): P
Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): P

[0-9] - [A] - [B] - [C] - [D] - [E] - [F] - [G] - [H] - [I] - [J] - [K] - [L] - [M] - [N] - [O] - [P] - [Q] - [R] - [S] - [T] - [U] - [V] - [W] - [X] - [Y] [Z]

 

lss woordenboek lean six sigma p glossary

Paargewijs vergelijken

Techniek voor het vergelijken van mogelijke alternatieven, waarbij alle opties 1-op-1 met elkaar worden vergeleken.

Schrijf de lijst met alternatieven op een flip-over of whiteboard, zodat iedereen ze kan zien. Stel een pair-wise ranking matrix op en gebruik deze om alle alternatieven met elkaar te vergelijken. Om de mate van voorkeur duidelijk te maken, kunnen ook worden punten toegekend. Kijk hier een voorbeeld van een pair-wise ranking.

Alias: Pair-wise Ranking

 

Pacemaker

De plek in het proces waar gepland wordt. Na de Pacemaker verloopt het proces in Flow (One Piece Flow, FIFO en/of Pull d.m.v. Kanban)

 

Parameter

Een parameter is een nog te bepalen grootheid, die voor een gegeven situatie constant is.

 

Pareto-analyse

Analyse om vast te stellen waar de prioriteiten liggen voor het aanpakken van probleemoorzaken (the search for significance).

Techniek voor het vinden van de belangrijkste oorzaak van een probleem. Je begint met het in kaart brengen van oorzaken in de vorm van een staafdiagram, waarbij de verschillende oorzaken gerangschikt worden van groot naar klein. Vervolgens kijk je welke oorzaken vallen binnen de 80/20-regel. De Pareto-analyse gaat namelijk uit van de aanname dat de meeste kwaliteitsproblemen voortkomen uit een beperkt aantal oorzaken: 80% van de problemen wordt veroorzaakt door 20% van de mogelijke knelpunten.

Pareto was een econoom uit Italië die na onderzoek vaststelde dat 80 procent van het grondbezit in Italië toebehoorde aan 20 procent van de bevolking. Bij nader onderzoek bleek deze zogeheten 80-20-regel een universele wetmatigheid te zijn. Zo zou men bijvoorbeeld kunnen stellen dat 80% van de omzet van een supermarkt wordt veroorzaakt door 20 procent van de producten.

De Pareto-analyse kan worden gebruikt om bepaalde prioriteiten vast te stellen. Als basis wordt een frequentietabel aangemaakt van bepaalde gebeurtenissen die in een bepaalde tijd zijn geregistreerd. De verzamelde gegevens worden omgezet in een staafdiagram: het Pareto-diagram. Dit is een visuele voorstelling in een grafiek. Het belangrijkste voordeel van een Pareto-diagram is het feit dat in een oogopslag te zien is wat de prioriteit is van de te onderzoeken verbetermogelijkheden.

Alias: Vital-fewanalyse, 80-20-regel, ABC-analyse

Zie: Pareto-principe, Productief met Pareto

 

Pareto

• Een afbeelding (diagram/grafiek) met daarin de kernelementen visueel weergegeven

• Over het algemeen komt uit de Pareto de 80- 20 regel. 80% van bijv. de klachten wordt bepaald door 20% van de oorzaken. Met dit gegeven kan men werken aan deze 20%

(focus op dat wat de meeste impact heeft)

 

Pareto-diagram

Staafdiagram die de categorieën weergeeft in aflopende frequentievolgorde.

Diagram waarin problemen of oorzaken worden gerangschikt in aflopende volgorde van belangrijkheid. Het pareto-diagram helpt de grote vissen uit de vijver van oorzaken te halen.

Methode om problemen aan te pakken, waarbij het uitgangspunt vormt dat een klein deel van het totale probleem voor de grootste opgave zorgt (80-20 regel)

Serie kolommen waarvan de hoogte, de frequentie of het gevolg van problemen weergeeft. De kolommen worden in afnemende hoogte van links naar rechts geordend. Dit betekent dat de categorieën die door de hogere kolommen aan de linkerkant worden weergegeven relatief belangrijker zijn dan de categorieën aan de rechterkant. De naam van dit diagram is afgeleid van het Principe van Pareto ('80 procent van de narigheden ontstaat door 20 procent van de problemen'). Hoewel de percentages nooit zo exact zullen zijn, zal in de praktijk de meeste narigheid door slechts een paar problemen veroorzaakt worden.

Bij de kwaliteitscontrole om de belangrijkste factoren op te sporen.

Diagram die informatie uit een histogram weergeeft in aflopende volgorde van frequentie. 

Een Paretodiagram is een combinatie van een kolomdiagram en een lijndiagram. Bij het kolomdiagram worden de waarden van groot naar klein gesorteerd. Het lijndiagram ligt bovenop
de kolommen en geeft het cumulatieve totaal weer. Het kolomdiagram gebruikt de normale Y-as aan de linkerkant. Voor het lijndiagram is er aan de rechterkant een tweede Y-as met waarden
van 0% tot 100%.

Een Paretodiagram is een veel gebruikt hulpmiddel bij de kwaliteitscontrole en wordt gebruikt bij de zogenaamde Pareto Analyse. Hierbij probeert men de meest belangrijke factoren op te sporen, zoals de meest voorkomende oorzaken, defecten, klachten, storingen, klanten, producten,

 

Een 'vlak' Pareto-diagram waarin de percentages voor de verschillende categorieën nauwelijk uiteenlopen wijst erop dat het zinvol kan zijn te onderzoeken of de indeling in categorieën goed gekozen is.

Zie: Pareto-principe, Datastratificatie, Productief met Pareto

 

Pareto-principe

Het algemene principe, voor het eerst voorgesteld door Vilfredo Pareto (1848-1923), dat 80% van de gevolgen toe te schrijven is aan 20% van de oorzaken.

80% van de problemen wordt door 20% van de oorzaken veroorzaakt.

Vilfredo Pareto was de eerste die vaststelde dat 20% van de bevolking maar liefst 80% van het nationale inkomen verdiende. Juran stelde vast dat deze 80-20 verhouding ook in de kwaliteitszorg van toepassing is. In de kwaliteitszorg betekent dit dat normaal gesproken 20% van de oorzaken verantwoordelijk is voor omstreeks 80% van het probleem.

De hoeveelheid bepalende objecten in een verzameling is doorgaans gering. Het merendeel van de objecten is over het algemeen relatief onbelangrijk. Omdat deze bewering globaal een 80/20-patroon laat zien, wordt deze wet ook wel de 80/20-regel genoemd.

Een theorie van Vilfredo Pareto uit het einde van de 19e eeuw die de onbalans beschrijft tussen input en output. Het is geen wetenschappelijk bewezen wetmatigheid, maar een vuistregel die toepasbaar is op allerlei aspecten van het leven. Een van de bekendste zakelijke voorbeelden is het feit dat 80 procent van de omzet van een bedrijf wordt gegenereerd door 20 procent van de klanten.

Alias: 80/20-regel, 80/20-principe, Productief met Pareto

 

Paralleliseren en segmenteren van waardestroom

Gericht op het reduceren van de totale complexiteit door productgerichte werkcellen te ontwikkelen vanuit het opdelen van de totale waardestroom in gerichte parallele substromen (parallellisatie), die vervolgens verder kunnen worden opgedeeld in zinvolle semi-autonome segmenten (segmenteren van een parallele waardestroom).

 

 

Parts per million

Verhouding die aangeeft aangeeft hoeveel eenheden defectief zijn ten opzichte van het totale aantal eenheden (uitgedrukt in termen van 1.000.000).

PPM

• Parts per million

• Veelal worden de fouten/afkeur uitgedrukt per miljoen om het sigmaniveau te kunnen duiden

Zie ook: LSS: Parts Per Million (PPM)

 

PCE

Zie: Process Cycle Efficiency (PCE)

 

PCT/Planned Cycle Time

• Planned Cycle Time (PCT) wordt gebruikt om de variatie te absorberen die in de mix van de producten (productfamilie) aanwezig is. De

PCT is 92 tot 95% bij een korte takttijd, bijvoorbeeld onder een minuut, en 95% bij een lange takttijd, bijvoorbeeld bij een uur

 

PDCA-cyclus

Systematische methode om tot kwaliteitsverbetering te komen. De cyclus begint met het maken van een plan. Vervolgens wordt het plan uitgevoerd, waarna wordt gecontroleerd of het plan de gewenste oplossing heeft gebracht. Na controle wordt het plan aangepast en vernieuwd.

De regelkring komt het best tot haar recht als sturingsinstrument als er sprake is van duidelijke doelstellingen, de output meetbaar is en dat de oorzaken van het niet behalen van de doelstellingen opgespoord kunnen worden. Alleen dan is de regelkring een effectief sturingsinstrument.

acroniem voor Plan Do Check Act.

Systeem in kwaliteitsmanagement waarbij het uitgangspunt vormt dat kwaliteit een voortdurend (verbeter)proces is. Plan, Do, Check, Act zou een doorlopend proces in iedere organisatie moeten zijn.

Kwaliteitscyclus van W. Edwards Deming: Plan, Do, Check, Act.

Een systematische probleemoplossingmethode of verbetercyclus waarbij een voorstel (plan) wordt gedaan voor een verbetering, deze geïmplementeerd (do) en daarna gemeten (check). Hierna worden benodigde acties ondernomen (act).

Basale viertrapsraket voor (proces)sturing bestaande uit de stappen: Plan, Do, Act en Control.

Eerst maak je een plan met de resultaten die je wilt bereiken (plan). Vervolgens ga je aan de slag met het uitvoeren van het plan (do). Zodra je resultaten boekt, vergelijk je deze met wat je had willen bereiken (control). Op basis van de uitkomst van de vergelijking, neem je maatregelen (lees: bijsturen) om de resultaten alsnog te bereiken (act).

Regelkring voor bewaking van te behalen resultaten. In de planningsfase worden afspraken gemaakt over de te bereiken resultaten die opgenomen worden in een plan. Hierbij is het belangrijk rekening te houden met de randvoorwaarden en de uitgangspunten. De resultaten die worden opgeleverd zullen nauwkeurig en in ieder geval meetbaar (SMART) moeten worden geformuleerd om achteraf - met behulp van prestatie-indicatoren en prestatienormen - te kunnen vasstellen of de resultaten afgezet tegen de normen inderdaad zijn behaald.

Zich herhalende reeks van activiteiten, waarbij afwijkingen van een norm worden gecorrigeerd via terugkoppeling.

Sturen op handhaving of bereiken van een vooraf bepaalde toestand (norm) door waarnemen en vergelijken met een norm en ingrijpen met maatregelen.

PDCA vormen de basisstappen die moeten worden gezet bij voortdurende verbetering (kaizen). [bron: Gemba Kaizen, Masaaki Imai]

 

Plan, Do, Check & Act (continu verbeteren)

Concept ontworpen door W.E. Deming

PDCA hoort bij Kaizen, het continu verbeteren. De vier stappen zijn;

1.            Plan, beoordeel de werkzaamheden en stel een verbeterdoel en maak een plan van aanpak.

2.            Do, voer het plan uit

3.            Check, meet het resultaat en beoordeel dit tegen de gestelde doelstelling

4.            Act, stel het plan bij uit de gevonden resultaten en ga naar #1

Het principe van deze cirkel kan op elke plaats in de organisatie, door elke medewerker worden toegepast.

Deze cirkel staat ook bekend als de Cirkel van Deming

Zie ook:

Alias: Deming-cyclus, Demingcirkel, Deming wheel, regelkring, PDCA-cirkel, cybernetisch beheersmodel, Plan-Do-Check-Act-cyclus

 

Percentiel

De 99 schaalwaarden die een frequentieverdeling verdelen in 100 groepen van gelijke grootte. Het 50-ste percentiel (P50) wordt de mediaan genoemd. Kwartielen splitsen de verdeling in vier gelijke groepen.

Beneden het k-de percentiel bevindt zich ten hoogste k% van de waarnemingen, daarboven ten hoogste (100 - k)%.

Zie ook: Kwartiel

 

Percentielscore

Een bij een toetsscore behorend getal dat aangeeft hoeveel procent van de kandidaten de genoemde toetsscore of een lagere heeft behaald.

Voorbeeld:

Iemand haalt op een toets een percentielscore van 56. Dit betekent dat 56% van alle deelnemers bij die toets dezelfde of een lagere score had.


Perfectie (streven naar)

Het principe perfectie houdt in dat iedereen in een organisatie met een kritische blik naar een proces kijkt en bijdraagt aan verbeteringen, dit vanuit de houding dat de klantwaarde altijd verhoogd kan worden.

Petrinet


Uit de wiskunde afkomstige methode om processen te modelleren.


PICK Chart

Een PICK chart is een voorbeeld van een quadrant die in Lean Six Sigma gebruikt wordt om verbetervoorstellen te beoordelen op (on)gemak en baten (laag of hoog). Je hebt te maken met vier uitkomsten per verbetervoorstel: Implement, Possible, Challenge en Kill (PICK).

 

Pilot

Kleinschalige proef-uitvoering om de hele of een deel van de voorgestelde oplossing te testen en nieuw voorgestelde meetwaarden en meettechnieken uit te proberen.

 

PLT/Planned Load Threshold

• Een machine kan niet voor de volle 100% benut worden. Met het bepalen van de Future State wordt er dan ook rekening gehouden met 85 - 95% PLT. Op basis hiervan wordt de machine ingezet en de FS bepaald

• De PLT is voor machines en de PCT - Planned Cycle Time - voor mensen

 

Plateauplanning

Planningsinstrument waarbij elk plateau een afgerond en werkbaar eindresultaat oplevert, zonder dat het noodzakelijk is ook het volgende plateau te halen.

 

 

Poka Yoke

Het dusdanig inrichten van een proces of systeem dat het niet fout kan gaan.

Dusdanig inrichten van een proces of systeem dat het niet fout kan gaan.

Filosofie en maatregelen gericht op een defectvrij voortbrengingsproces (zero defects), door fouten te voorkomen of fouten zo snel mogelijk te signaleren.

Techniek om het werk en de werk-omstandigheden zodanig in te richten dat er geen fouten kunnen worden gemaakt.

Vergissingsbestendige technieken

Poka Yoke is Japans voor Mistake Proofing. Dit is dan weer Engels voor fouten voorkomen. Poka Yoke gaat over maatregelen die voorkomen dat er fouten worden gemaakt en wordt daarom veel gehanteerd in Six Sigma trajecten. Het leuke aan Poka Yoke is dat de oplossingen vaak eenvoudig, goedkoop en doeltreffend zijn. Ze kunnen opgenomen zijn in het ontwerp van een product of in een processtap.

Pokayoke is een Japanse term en betekent letterlijk ‘fouten voorkomen’. Een Pokayoke is simpel mechanisme (in gereedschappen, producten, hulpmiddelen) om defecten te voorkomen. Pokayokes hoeven niet duur te zijn, zo lang ze de fouten maar voorkomen.

Japans voor 'fout-proof' maken. Fout- en fool-proof apparaten door onderdelen, processen of procedures zo te ontwerpen, dat fouten - fysiek of procedureel - niet gemaakt kunnen worden.

Poka Yoke

• Ingebouwde kwaliteit. Het proces kan maar op één manier (maakt inspectie overbodig). Denk aan de SIM-kaart in de mobiele telefoon

• Poka: ‘onoplettende/onopzettelijke fouten' Yoke: 'vermijden'

 

PokaYoke

PokaYoke is een methode op ervoor te zorgen dat er foutloos gewerkt wordt. Poka staat voor onbedoelde fout, Yoke staat voor voorkomen. Bij dit principe is het van belang om alle mogelijke oorzaken, welke fouten kunnen veroorzaken, te elimineren. Door dit principe consequent toe te passen, kan ‘controleren’ als verspilling worden gezien.

Voorbeelden uit de praktijk:

•             de SIM kaart past maar op 1 manier in een GSM

•             een USB stekker past maar op 1 manier in een USB poort

•             offertes, maken vanuit een sjabloon of template

•             assembleren in een mal, met als ondergrond een foto

•             dusdanig ontwerpen dat onderdelen maar op 1 manier in elkaar passen

•             dusdanig verpakken dat een set altijd compleet is en voorzien van werkinstructie

•             dossiers op een vaste wijze inrichten, in procesvolgorde

•             actieve RFID tags gebruiken voor bijvoorbeeld de status ‘schoon’ en ‘vies’

 

 

Zie: LSS: Poka Yoke

Alias: Mistake proofing

 


POLCA

Polca staat voor: Paired-cell Overlapping Loops of Cards with Authorization. Het Polca systeem is een signaleringssysteem met kaarten waarmee de productie wordt gestuurd. Polca wordt aangewend binnen Quick Response Manufacturing.

Polca staat voor: Paired-cell Overlapping Loops of Cards with Authorization. Het Polca systeem is een signaleringssysteem met kaarten waarmee de productie wordt gestuurd. Polca wordt aangewend binnen Quick Response Manufacturing.

POLCA is een materiaal controlesysteem dat gebaseerd is op vrijkomende capaciteit in de volgende  bewerkingscel. Werkcellen zijn gekoppeld met één of meerdere werkcellen stroomafwaarts en vormen een loop. In deze loop circuleren een aantal POLCA kaarten. Indien de ontvanger zijn werk af heeft stuurt hij de vrijgekomen POLCA kaart die hierbij hoorde naar zijn leverancier als teken dat deze weer een nieuwe order mag starten. Hij geeft in feite het signaal af dat hij weer capaciteit heeft om een volgend product te kunnen gaan bewerken, welk product maakt niet uit. Een ERP systeem geeft vervolgens aan welke orders geautoriseerd zijn, ofwel aan welk product gewerkt mag gaan worden. Het aantal kaarten in een loop vertegenwoordigt de hoeveelheid onderhanden werk daar.
POLCA staat voor Paired-cell Overlapping Loop of Cards with Authorization en is een combinatie van pull (kaarten) en push (ERP)

•    Een ERP systeem geeft  orders vrij en genereert lijsten met datums waarop een bewerking mag starten (Autorisatielijst)
•    POLCA kaarten worden gebruikt om te communiceren en t.b.v. materiaalverplaatsing tussen cel paren in een ‘loop’
•    POLCA is een capaciteit aanvullend signaal
•    POLCA kaarten zijn niet gelinkt aan producten
•    Kanban daarentegen is een voorraad aanvullend signaal
•    POLCA kaart blijft bij het werk binnen de ‘loop’ en gaat terug naar de eerste cel indien de 2e klaar is
POLCA heeft buiten de voordelen van Kanban een nog lager aandeel onderhanden werk. POLCA is toepasbaar in een engineer-to-order omgeving en in een omgeving met veel klantspecifieke eisen.

 

Policy Deployment

Zie: Hoshin Kanri

 

Populatie

Verzameling van operationeel gedefinieerde eenheden, bijvoorbeeld alle aan een examen deelnemende kandidaten, waarop de conclusies van een statistisch onderzoek betrekking hebben.

Verzameling elementen die tezamen de doelgroep vormen waarover je middels (steekproef)onderzoek uitspraken wilt doen.

De objecten in een populatie noemt men de elementen.

 

Populatieparameter

Getal dat op de een of andere manier een samenvatting geeft van een kenmerk van een populatie.

Kenmerkende grootheid van een populatie. Een populatieparameter wordt aangeduid met een kleine griekse letter; bijvoorbeeld de mu voor het populatiegemiddelde, sigma voor de standaardafwijking. In feite zijn populatieparameters hypothetische grootheden, omdat het over het algemeen onmogelijk is (in termen van tijd of geld) om een populatie helemaal te onderzoeken. De waarde van een populatieparameter is dan ook zelden bekend.

Voor iedere populatieparameter die een aspect van een populatie beschrijft, is er een overeenkomstige steekproefwaarde die het overeenkomstige aspect van een steekproef beschrijft.

Alias: Populatiewaarde

 

Power

Sterkte van een steekproef (1 - bèta).

Alias: Onderscheidingsvermogen

 

 

Pp

Indicator voor de procesprestatie. (Net als Cp de) verhouding tussen de toegestane variatie en de mate van procesvariatie, waarbij voor de schatting van de variatie ook de tussen-steekproefvariatie wordt meegenomen.

Zie: Capabiliteitsindex, Ppk

Zie ook: LSS: Procescapabiliteit (Cp en Cpk)

 

Ppk

Indicator voor de procesprestatie. (Net als Cpk de) afstand van het procesgemiddelde tot de dichstbijzijnde tolerantiegrens, uitgedrukt in de verhouding tot 3 sigma, waarbij voor de schatting van de variatie de tussen-steekproefvariatie wordt meegenomen.

Zie: Capabiliteitsindex, Pp

Zie ook: LSS: Procescapabiliteit (Cp en Cpk)

 

ppm

Zie: parts per million (ppm)

 

Prestatie

Een prestatie is het volbrengen van een gesteld doel of verplichting.

Het begrip prestatie wordt in verschillende contexten gebruikt, onder andere in de psychologie, de sport, de economie, het bedrijfsleven, bepaalde beroepen en het onderwijs. De beste prestatie op een bepaald gebied wordt wel een record genoemd.

Zie ook: Prestatie-indicator, Indicator

 

Prestatie-indicator

Indicator waarmee prestaties gemeten (kunnen) worden; variabelen om prestaties van ondernemingen te analyseren.

Een prestatie-indicator is een aan de kritische succesfactor en het strategisch doel gerelateerd meetpunt waarmee het functioneren van het betreffende proces kan worden beoordeeld. Deze indicatoren zijn maatstaven waarmee (per Balanced Scorecard-perspectief en per kritische succesfactor) de voortgang van de strategische doelen wordt gemeten. Deze metingen zijn essentieel om de strategie in actie te kunnen zetten. Prestatie-indicatoren zetten aan tot actie indien ze zodanig met elkaar verband houden dat managers daaruit een bepaalde richting kunnen afleiden. Zij geven het management hierdoor tijdig signalen ten behoeve van het gericht sturen van de organisatie, op basis van het meten van (proces)veranderingen en vergelijking van de meetresultaten met de norm. Prestatie-indicatoren maken dus de organisatievisie en -doelen meetbaar.

Meetsysteem met een maatstaf (gehanteerde meetlat) en een meetmethode (uitgewerkte procedure voor het verzamelen van de betreffende gegevens) om stuurinformatie te verkrijgen. De norm bij een prestatie-indicator geeft aan welke meetwaarden van de indicator aanvaardbaar of gewenst zijn.

Een prestatie-indicator (kengetal) is een variabele die de doeltreffendheid en/of de doelmatigheid van een proces, een systeem of een deel daarvan aangeeft, door vergelijking met een gegeven norm ('graadmeter van succes')

Een prestatie-indicator die door een organisatie is aangemerkt als belangrijke graadmeter om op te sturen en te monitoren waarbij men een vaak een bepaald doel nastreeft. De mate waarin een doel bereikt is kan worden bepaald door de prestatie indicator te vergelijken met een norm, de voor de doelstelling gewenste eindstand voor een prestatie indicator. De mate van afwijking geeft een indicatie hoever men van het gewenste doel af zit of in hoeverre een gewenst doel gehaald is.

Een prestatie-indicator is een meetpunt dat een goede indicatie geeft over het succes of falen van een succesbepalende factor of het functioneren van een proces.

Variabelen om prestaties van organisaties, beleid, programma’s, projecten of activiteiten te analyseren. Met behulp van prestatie-indicatoren kan een organisatie de mate van haar prestaties meten en beoordelen.

Een prestatie-indicator is een meetbare eenheid die aangeeft in welke mate de missie of een doel gerealiseerd wordt, of in welke mate een succesbepalende factor op orde is.

Een prestatie-indicator is een ‘meetlat’ om de prestaties van een persoon of een organisatie in beeld te brengen.

Een prestatie-indicator verwoordt op meetbare wijze hoe een succesbepalende factor tot stand komt. Een prestatie-indicator kan vier verschillende aspecten van een prestatie meten: kwaliteit (eigenschappen), kwantiteit (hoeveelheid), tijd en offers. Belangrijk is dat een prestatie-indicator realistisch is en dat er eenduidigheid is over de definitie, zodat vergelijking mogelijk is. Een prestatie-indicator wordt zonder norm geformuleerd. ... Bij de te behalen prestatie-indicatoren worden de te behalen normen en acties beschreven die nodig zijn om het gewenste resultaat te halen.

Een prestatie-indicator is een meetbare vertaling van een veelal niet direct meetbare business doelstelling.

Een prestatie-indicator is te beschouwen als een 'meetlat' die de prestatie van personen of organisaties in beeld brengt. Voor een
dergelijke 'meetlat' geldt een aantal bijzondere kenmerken. De 'meetlat' moet een goede indicatie geven van de te leveren of
geleverde prestatie. De prestatie indicator wordt afgeleid uit meetwaarden.

Het management van een organisatie heeft doelstellingen die zij moet behalen om haar taken goed uit te voeren. Met prestatie-indicatoren meet men of de doelstellingen zijn gehaald.

Een prestatie-indicator is een aan de kritische succesfactor en het stategisch doel gerelateerd meetpunt waarmee het functioneren van het betreffende proces kan worden beoordeeld. Het is een maatstaf waarmee de voortgang van een strategisch doel kan worden gemeten en waarmee de organisatievisie en -doelen meetbaar worden gemaakt. Een streefcijfer c.q. een target is een kwantitatieve doelstelling van een prestatie-indicator. Dit cijfer is een na te streven waarde die door middel van een prestatie-indicator wordt gemeten. Het geeft de waarde aan die gehaald moet worden. Streefcijfers kunnen gebaseerd zijn op verwachtingen van het management, klanteisen en resultaten van benchmarkstudies. Prestatie-indicatoren en streefcijfers geven het management tijdig signalen ten behoeve van het gericht sturen van de organisatie, op basis van het meten van veranderingen en vergelijking van de meetresultaten met de norm. Het verdient de aanbeveling niet te veel prestatie-indicatoren te definiëren; drie à vier per strategisch doel, met een maximum van ca. 45 in totaal. Voorts moeten ze aan de SMART-criteria voldoen.

Kwantitatieve gegevens die indicaties geven over de prestaties van een bepaald proces. De gemeten prestaties worden afgezet tegen normen op basis waarvan wordt vastgesteld of bij afwijkingen actie moet worden ondernomen.

Maatstaf waarmee prestatiemanagement mogelijk is. Door het toepassen van input-indicatoren kunnen vooral de inspanningen om producten te produceren en diensten te leveren, worden gemeten en beheerst.

Middel waarmee een kritieke succesfactor meetbaar wordt gemaakt. Aan een prestatie-indicator moet een norm en een meeteenheid kunnen worden toegekend.

Een PI is een maatstaf voor het meten van een KSF. Hij geeft aan in hoeverre de organisatie erin slaagt te voldoen aan haar KSF'en. De PI is een kwantiatief gegeven en bestaat uit een maatstaf, een norm en een meetinstrument en een registratie-techniek.

Een prestatie-indicator is een meetbare vertaling van een veelal niet direct meetbare business doelstelling. Soms wordt ook de term KPI (Key Performance Indicator) gebruikt.

Prestatie-indicatoren hebben als doel het meetbaar maken van kwaliteitseisen. Het afleiden van kenmerken en indicatoren bestaat uit vier stappen:

  • Bedenken van kwaliteitsaspecten
  • Selecteren van kwaliteitskenmerken
  • Bepalen van meetpunt en normen
  • Ontwikkelen van een waarnemingssysteem
Een goede prestatie-indicator is een waardevol kwaliteitskenmerk met daaraan gekoppeld een meetwaarde, meetmethode en en meetschaal. Een eis of target is bekend.
Performance Indicator (doelstelling uitgedrukt in een getal of percentage), ook wel KPI genoemd

 

 

Zie ook: kritieke succesfactor, meetvoorschrift, streefcijfer, Prestatie, Indicator

Zie: Outputindicator

 

Prestatiekenmerken

Maatstaf aan de hand waarvan de organisatie kan vaststellen of de kwaliteit van de bedrijfsvoering zich binnen de kaders van aanvaardbaarheid bevindt.
Vertaald naar procesinrichting: procesprestatie-indicatoren zijn meetbare grootheden die informatie geven over het functioneren van een bepaald proces en de mate waarin gestelde procesdoelstellingen worden bereikt.

Prestatiemanagement

Proces dat erom gaat de missie, doelstellingen en de strategie van een organisatie(onderdeel) middels kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren op alle niveaus van de organisatie meetbaar te maken en te houden, en acties te ondernemen om het presteren van de organisatie in de gewenste richting bij te sturen.

Gericht op het bereiken van vooraf afgesproken waardes van de KPI’s, dat wil zeggen de key performance indicators.

Prestatiemanagement is het proces waarin sturing van de organisatie plaatsvindt door:

  • systematisch vaststellen van beleid, strategie en doelstellingen van de organisatie;
  • deze vervolgens te vertalen naar alle organisatieniveaus en meetbaar te maken door deze doelstellingen te concretiseren naar kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren;
  • op basis hiervan een rapportage op te zetten om daarmee acties te kunnen ondernemen voor bijsturing van de organisatie.
Wat is prestatiemanagement?
Prestatiemanagement is het proces waarin sturing van de organisatie plaatsvindt door:

het systematisch vaststellen van beleid, strategie en doelstellingen van de organisatie;
deze vervolgens te vertalen naar alle organisatieniveaus en meetbaar te maken door deze doelstellingen te concretiseren naar kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren;
op basis hiervan een rapportage op te zetten om daarmee acties te kunnen ondernemen voor bijsturing van de organisatie.

 

Prestatiepiramide

Theoretisch kader waarmee je inzicht krijgt in de begrippen en definities die te maken hebben met het meten van prestaties.

 

 

Primaire metriek

Meeteenheid voor de procesoutput die bepalend is voor het al dan niet succesvol zijn van een DMAIC-project.

Alias: Primary metric

Zie: Secundaire metriek

 

Principe

Regel waar je je in ieder geval aan wilt houden (grondregel); manier waarop iets werkt.

In de kennisleer is een principe een algemene waarheid waaruit andere waarheden kunnen worden afgeleid.


Prioriteringsmatrix

Methode voor het selecteren/prioriteren van alternatieven.

Mogelijke alternatieven worden op basis van criteria gescoord. Met behulp van de prioriteringsmatrix kun je systematisch het aantal opties reduceren door op basis van een lijst met (gewogen) criteria de teamleden alternatieven te laten scoren.

Hulpmiddel om keuzen te maken, indien niet alle denkbare actviteiten kunnen worden uitgevoerd. Met andere woorden: er moeten prioriteiten worden gesteld. In de matrix worden alternatieven uitgezet tegen criteria. Door de mensen die een keuze moeten maken wordt ieder alternatief beoordeeld aan de hand van de criteria. Per criterium wordt een score toegekend. Het alternatief met de hoogste of laagste score wordt gekozen.

Alias: prioriteitenmatrix

 

Probability Plot

Grafische techniek voor het testen van normaliteit.

Een Probability Plot is een methode voor het tonen van een frequentieverdeling, waarbij de schaal zo is ingesteld dat als de verdeling normaal is, een rechte lijn zal resulteren. 
De gegevens worden afgezet tegen een theoretische normale verdeling op een zodanige wijze dat de punten moet een ongeveer rechte lijn vormen.

Alias: Normaliteitsplot

Zie: Probability Plot (normaliteitsplot)

 

Probleem

Afwijking tussen wat er zou moeten zijn (wens) en wat er in werkelijkheid is.

Een probleem wordt gezien als een afwijking tussen wat er zou moeten zijn en wat er in werkelijkheid is

 

 

 

Probleemanalyse

De analyse van een probleem om de (kern) oorzaken en gevolgen in beeld te brengen.

 

 

 

Procedurele kennis

De afzonderlijke stappen van de vaardigheid in de juiste volgorde en op de juiste wijze uit kunnen voeren.

 

Procentpunt

Rekeneenheid waarmee de verandering van een percentage wordt uitgedrukt

 

 

 

Process Cycle Efficiency (PCE)

Procesmetriek die aangeeft welk deel van de procesdoorlooptijd daadwerkelijk waarde toevoegt voor de klant.

Binnen Lean (Six Sigma) wordt de efficiciency van een proces uitgedrukt in termen van dat deel van de procesdoorlooptijd die je daadwerkelijk gebruikt om waarde toe te voegen voor de klant.

Hoeveel procent van de tijd in een proces is dan waarde toevoegend? Daar is de PCE voor bedacht. De PCE (Proces Cycle Efficiency) is de (gemiddelde) tijd van de waarde toevoegende stappen in het betreffende proces, gedeeld door de (gemiddelde) totale procesduur.

In formulevorm: PCE Formule.png  ???????? %

De noemer van de formule (totale doorlooptijd) bevat dus zowel de waarde toevoegende tijden en de niet waarde toevoegende tijden, waaronder verspilling.

Zie: LSS: Process Cycle Efficiency (PCE), Procesdoorlooptijd

 

Procesbeheer

In een operationeel proces ingebouwde activiteiten ten behoeve van het sturen op prestatie-eisen (en eventueel) inrchtingseisen aan dat proces.

 

Procescapabiliteit

Een maat voor wat een proces kan (op)leveren.

 

 

Procesdoorlooptijd

De tijd die verstrijkt tussen het in het proces komen van een product en het voltooien van dat product.

Alias: Process Lead Time (PLT)

 

Proceseigenaar

Manager die er verantwoordelijk voor is dat het proces optimaal bijdraagt aan het succes van de onderneming.

 

 


Procesindicator

Een procesindicator is een maatstaf voor de hoeveelheid middelen die nodig is in een specifiek proces om een bepaalde productie te halen. Voorbeelden van procesindicatoren zijn: doorlooptijd en verbruik.

Indicator die betrekking heeft op verrichte werkzaamheden of tussenproducten.

Prestatie-indicatoren zijn de maatstaven waarmee prestatiemanagement mogelijk is. Door het toepassen van procesindicatoren kan de manier waarop producten geproduceerd en diensten geleverd worden, gemeten en beheerst worden.

Activiteiten indicatoren. Een set van input- en procesindicatoren wordt ook wel performance drivers genoemd.

Indicator die de effectiviteit, efficiency en kwaliteit van het transformatieproces weergeven: kosten per transactie, tijd per activiteit, % herstelwerkzaamheden, omsteltijden, variatie van een activiteit.

Zie ook: Indicator, Inputindicator, Outputindicator

 

 

 

 

 

Procesprestatie

Een vergelijking van de vereiste operationele breedte van een proces of systeem met zijn werkelijke performancebreedte. Uitgedrukt als een percentage (opbrengst), een defectpercentage (DPMO), een index (Cp, Cpk, Pp, Ppk) of een sigmascore (Z).

Alias: Procesvermogen, process performance, procescapabiliteit, process capability

 

Procesprestatieanalyse

Vaststellen van de procesprestatie om naar verwachting te functioneren. De output is een numeriek gedefinieerde prestatie-index.

 

Procestijd

• P/T

• Tijd die het duurt voor een product of dienst om door een processtap te gaan

• Zonder accumulatie van voorraad tijdens de handeling(en)

 

Process Mining

Met behulp van gegevens uit een event log bepalen van de (historische) processtroom en kenmerken van de procesuitvoering.

 

Productfamilie

Groep producten of diensten die allemaal of merendeels met dezelfde bewerkingsstappen worden voltooid.

• Producten/diensten die voor ± 80% dezelfde downstream processtappen, werkinhoud, technologische karakteristieken, hoeveelheden/volumes hebben, behoren tot een productfamilie

• De productfamilie wordt bepaald voorafgaand aan het opstellen van de VSM (Current State)

Groep producten met gemeenschappelijke fabricage- of productkenmerken.

 

Productiesnelheid

Het aantal eenheden van een product dat per tijdseenheid wordt geproduceerd.

 

Project Charter

Document waarin belangrijkste aspecten van een DMAIC-project worden vastgelegd en dat dient als communicatemiddel naar alle betrokkenen.

Door sponsor en projectleider overeengekomen contract dat helder en beknopt het wat, hoe en waarom van het verbetertraject beschrijft, zodat het bruikbaar is als communicatiedocument gedurende een DMAIC-project (communicatie tussen opdrachtgever, -opdrachtnemer en teamleden).

Alias: projecthandvest, projectbeschrijving

Zie ook: LSS: Checklist Project Charter van een DMIAC-project

 

Proces Layout

In een Proces Layout zijn gelijksoortige activiteiten geclusterd. Deze zien we in de organisatie terug als fysieke afdelingen.

Procesmap

Zie Value Stream Map


Product layout

Binnen een Product Layout zijn alle processen die benodigd zijn om het product te maken in lijn opgesteld. Het product volgt hierdoor een op voorhand vastgelegde route.


Productiviteit

Productiviteit is een kengetal waarmee de verhouding tussen de inspanningen en resultaten inzichtelijk wordt gemaakt. Productiviteit wordt vaak per medewerker uitgedrukt. Dit komt neer op het aantal (goed) geproduceerde goederen per tijdseenheid.

 

Process stapling

Analyse van een proces door het proces stap-voor-stap te doorlopen met de mensen die daadwerkelijk betrokken zijn bij het proces.

Proces stapling betekent bijvoorbeeld dat je met de bestelling van een klant in de hand, letterlijk het hele proces, stap-voor-stap, doorloopt alsof jij zélf de bestelling bent.

 

 

Product

Concreet, tastbaar voortbrengsel.

Zie ook: Dienst

 



Productleadership

Strategische keuze om concurrentievoordeel te behalen door voortdurende innovatie van producten en diensten en een korte time-to-market.

 

Pugh-matrix

Beslissingsmatrix voor het evalueren en prioriteren van verschillende alternatieven tegen vooraf vastgestelde criteria.

Zie ook: LSS: Pugh-matrix

Alias: Pugh-conceptselectie

 

Pull

Met het pull-systeem wordt een vraag gestuurde keten van proces stappen bedoeld. De keten begint met de vraag van de klant. Dit resulteert in een respons van de producent of leverancier. Elk productie processtap en elke logistieke keten is in wezen een aaneenschakeling van processen.

Het proces wordt gestuurd door de vraag van de klant in plaats van het aanbod van de leverancier. De klant trekt het product door het proces in plaats van dat de leverancier duwt. Pull-productie draagt eraan bij dat precies op het juiste moment wordt geproduceerd.

Productiesysteem dat geactiveerd wordt door de vraag van de klant, waarbij aan alle activiteiten stroomopwaarts een signaal wordt gegeven dat wat is opgebruikt, moet worden gemaakt of aangevuld. Activiteiten stroomopwaarts doen niets tot ze een signaal van stroomafwaarts ontvangen.

Bij ‘Pull Productie’ worden alle activiteiten binnen een organisatie gestuurd door de behoeften en wensen van de klant. De klant bepaalt wanneer er hoeveel producten (of diensten) geleverd moeten worden, en volgens welke specificaties.

Beginnend bij de laatste fase van een proces, terug werken naar de eerste fase. Pull-productie begint bij de laatste bewerking die uitgevoerd dient te worden en initieert zo de voorafgaande bewerkingen.

Het productieproces afstemmen op de vraag van de klant


Bij ‘Pull Productie’ worden alle activiteiten binnen een organisatie gestuurd door de behoeften en wensen van de klant. De klant bepaalt wanneer er hoeveel producten (of diensten) geleverd moeten worden, en volgens welke specificaties.

Push Productie

Het produceren van producten op basis van de te verwachten vraag. De producten worden ongeacht de productiesnelheid en werkvoorraad van de volgende processtappen doorgeschoven. Orders worden direct na ontvangst vrijgegeven en in productie genomen.

 

Pull

• Geen productie zonder dat de volgende

schakel in de keten erom vraagt (te beginnen met de klant!)

 

Pull

Pull productie is een logistiek concept dat voor de aansturing gebruik maakt van het pull (trek) principe. De vraag van de klant ‘trekt’ door de gehele logistieke keten. Pull productie wordt ook het Just In Time (net-op-tijd) principe genoemd.

In dit principe wordt aan het eind van de logistieke keten een product verkocht, waardoor het interne opdracht volgt om een nieuw product te produceren. Kenmerkend is dat dus alleen wordt geproduceerd nadat er een klantvraag is.

Het inrichten van een dergelijke systeem, is altijd maatwerk. Is de klantvraag en het patroon ervan helder, dat is het startpunt.

Een voorbeeld van een pull systeem: In een lange rij gaan staan en de emmers water doorgeven richting de brand

 

Puntendiagram

Zie: Dotplot

 

 

Push
Een push-systeem is een systeem waarin een upstream proces werk stuurt naar een downstream-proces voorafgaand aan het downstream-proces vraagt. Batch en wachtrij systemen waarin grote partijen worden gestuurd naar de volgende werkplek in de lijn worden vaak push-systemen genoemd.

Het produceren van producten op basis van de te verwachten vraag. De producten worden ongeacht de productiesnelheid en werkvoorraad van de volgende processtappen doorgeschoven. Orders worden direct na ontvangst vrijgegeven en in productie genomen.

Beginnend bij de eerste fase van een proces doorwerken tot aan de laatste fase. Push-productie start bij de verwerving van grondstoffen en stuurt een order vervolgens door het gehele proces.

Push betekent dat het product of de dienst door het proces 'geduwd’ wordt

In de VSM, Current State, wordt dit aangegeven met dit symbool

 



 

 

Laatst aangepast op zondag, 27 september 2020 14:19  

Do the hard jobs first. The easy jobs will take care of themselves.

Dale Carnegie

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 133 gasten online
Artikelen

voorkom verspilling jeff bezos

Banner
Banner

art of the start guy kawasaki

The Art of the Start
The Time-Tested, Battle-Hardened Guide for Anyone Starting Anything
Guy Kawasaki

Bij Bol.com

Lean boekentips

Banner