• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Home Lean Six Sigma Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): D
Belangrijkste begrippen Lean Six Sigma (LSS): D

[0-9] - [A] - [B] - [C] - [D] - [E] - [F] - [G] - [H] - [I] - [J] - [K] - [L] - [M] - [N] - [O] - [P] - [Q] - [R] - [S] - [T] - [U] - [V] - [W] - [X] - [Y] [Z]

 

lss woordenboek lean six sigma d glossary

 

Dagstart

Kortdurende teambijeenkomst (ongeveer 15 minuten), op dagelijkse basis om als team een 'prestatiedialoog' te voeren rond een (digitaal) bord met informatie.

De dagstart is een strak geregisseerd, dagelijks overleg, staand rond een aantal borden met een vaste agenda dat maximaal een kwartier duurt.

Alias: ochtendgebed, (daily) performance dialogue, daily huddle, (daily) stand-up meeting

 

Daily Kaizen

Ook wel Daily Management genoemd. Het kleinste continu verbeterwieltje dat er bestaat. Hierin worden alleen problemen van de afgelopen 24 uur besproken. Alleen als het probleem binnen 24 uur kan worden opgelost blijft het binnen Daily Kaizen. Alle problemen die meer tijd vergen worden bij de leiding neergelegd.

Dashboard

Hulpmiddel voor het visualiseren van prestaties.

 

Datacodering

Het coderen van data is een techniek die je kunt gebruiken in de laatste fase van het dataverzamelingsproces om data te vertalen naar een vorm die meer geschikt is voor het analyseren en samenvatten van de gegevens.

 

Datacollectieplan

Plan waarin wordt aangegeven welke data verzameld worden, met en koppeling aan een kritieke klanteis (CTQ), een operationele definitie en een overzicht van hoe, wanneer en door wie de data verzameld zullen worden.

Alias: Dataverzamelplan, Data Collection Plan, Meetplan

 

Dataformulier

Meest eenvoudige voorstelling van een ontwikkeling in de tijd. Op de horizontale as staat de tijd, op de verticale as de uitkomst van de meting.

 

Datakwaliteit

"Wanneer je als organisatie beschikt over de juiste data, krijg je goede inzichten en kun je betere beslissingen nemen. Datakwaliteit houdt in dat de data correct, actueel en toegankelijk zijn. Verder is het belangrijk dat er uniforme definities worden gehanteerd. Master data management (mdm) zorgt voor beschikbaarheid van de juiste data voor iedereen." (Erik Beulen, column Computable #6, 2019)

 

Datamart

Een verzameling gegevens die zodanig is gestructureerd dat analyse wordt vereenvoudigd.

Datamining

Een geautomatiseerd proces waarbij met behulp van analysehulpmiddelen en statistische technieken patronen en relaties tussen gegevens, in grote, complexe gegevensverzamelingen worden getoond.

 

Datastratitifcatie

Indelen van data in subgroepen.

Het doel van datastratificatie is het analyseren van het proces om specifieke probleemgebieden te definiëren waarop je je gericht kunt focussen bij traceren van grondoorzaken ('digging for causes'). Er zijn drie manieren om gegevens te stratificeren: naar groepen (Pareto, Dotplots, Boxplots), naar tijd (Time series plots), per specifieke X (scatterplots).

Als een histogram meerdere pieken vertoont (bijv. een bimodale verdeling) vertoont, is het zinvol te kijken of de populatie is in te delen in kleinere (deel)populaties. Door het opbreken van de data in kleinere sets (stratificeren) kan een probleem kleiner worden of kunnen oorzaken herkend worden.

Maak en bestudeer de gestratificeerde data in grafieken. Als dit geen duidelijker beeld geeft van de mogelijke verbanden kan dat betekenen dat: (a) de data nog verder moeten worden uitgesplitst, of (b) dat er geen duidelijke relatie is.

Alias: Data stratificatie

 

Datatransformatie

Transformeren van elke vorm van data naar normaalverdeelde data.

Voor veel stastisiche technieken wordt aangenomen dat de data normaal verdeeld is. Wanneer data niet-normaal verdeeld zijn, zijn de uitkomsten van deze technieken minder betrouwbaar. De Box-Cox Transformatie is een techniek waarmee je data kunt omzetten naar normaal verdeelde data.

Het interpreteren van getransformeerde data is lastig. Om deze reden is het aan te bevelen te zoeken naar statistische methoden die niet afhankelijk zijn van normaal verdeelde data.

Zie: Box-Cox transformatie

 

Datawarehouse

Opslagplaats voor gegevens. Een datawarehouse wordt vaak gedefiniëerd als een centrale opslagplaats van waaruit gegevens worden gevoed aan onderwerpspecifieke opslagruimten, de datamarts. Het wordt in bredere zin ook wel gezien als een verzameling geïntegreerde datamarts.

 

Decompositie

Een veel toegepaste techniek om grote hoeveelheden informatie overzichtelijk en toegankelijk te houden of te maken, is het ordenen in boomstructuren. Een andere naam hiervoor is decomponeren. Het komt erop neer dat het geheel van eisen, activiteiten, functies en objecten wordt ontrafeld en dat de verkregen onderdelen systematisch worden geordend in een structuur van hoofdonderdelen en onderliggende delen.

Ontleding in onderdelen; een component wordt opgedeel in deelcomponenten, waarbij deelcomponenten weer kunnen worden opgedeeld in kleinere elementen, enz.. Er is dus sprake van een steeds verdere detaillering op verschillende niveaus.

Zie ook: Boomstructuur

 

Dedicated

% Dedicated = indicatie hoeveel % uren deze stap beschikbaar is voor deze productfamilie

Deze waarde opnemen in de procesbox van de VSM voor een service- en administratieve omgeving

Default Mode Network (DMN)

Groep van breingebieden dat actief wordt als je ‘niets in het bijzonder’ aan het doen bent.

 

Defect

Specifieke kenmerk van een product of dienst dat niet voldoet aan de gestelde klanteisen (CTQ).

Binnen Lean Six Sigma wordt de kwaliteit van een proces gemeten aan het vermogen producten en diensten te leveren die voldoen aan de eisen van de klant. Het niet voldoen aan de klanteisen, wordt een 'defect' genoemd. Wanneer er meer dan één klanteisen (CTQ's) van toepassing zijn op 1 eenheid van het product of de dienst, is het mogelijk dat een eenheid meer dan één defecten heeft. Dit product of dienst wordt dan 'defective' (defectief) genoemd.

Fouten; alle oorzaken waardoor niet geleverd wordt wat de klant wenst (dat wil zeggen de oorzaken van non-corformance aan de CTQ)

Zie: Defectief

Zie ook: LSS: kwaliteit binnen Lean Six Sigma

 

Defectief

Geproduceerde eenheid met één of meer defecten.

Zie: Defect

Zie ook: LSS: Parts Per Million (PPM)

 

Defectmogelijkheid

Een of meer specifieke kenmerken van en product of dienst die belangrijk zijn voor de klant en waarvoor een klanteis is gesteld (CTQ).

Op basis van de gestelde klanteisen, zijn  er per product of dienst een of meer kenmerken waarop het mogelijk fout kan gaan (lees: een defect optreedt). Het aantal mogelijke fouten (defects) is een maat voor de complexiteit van een product of dienst.

Alias: Opportunity for defects (OFD), Defects Per Opportunity (DPO)

Zie ook: Defects per million Opportunities (DPMO), Defects per Opportunity (DPO)

 

Defects per million Opportunities (DPMO)

Totale aantal waargenomen defecten gedeeld door het totale aantal mogelijkheden, uitgedrukt in gebeurtenissen per miljoen mogelijkheden.

DPMO staat voor Defects per Million Opportunities, dit is een metric voor de kwaliteit van een proces. Six Sigma staat letterlijk voor het bereiken van 3,4 of minder defecten per miljoen mogelijkheden. Het gebruik van DPMO, en niet het aandeel van defecte artikelen, geeft een gemeenschappelijke standaard die kan worden gebruikt om de defect ratio van verschillende processen te kunnen vergelijken.

Alias: Fouten per miljoen mogelijkheden

Zie ook: LSS: Defects Per Million Opportunities (DPMO)

 

Defects per Opportunity (DPO)

Procesprestatie-indicator die de verhouding aangeeft tussen het aantal waargenomen defecten en het aantal defectmogelijkheden.

Zie ook: LSS: Defects Per Opportunity (DPO)

 

Defects per Unit (DPU)

Procesprestatie-indicator die de verhouding aangeeft tussen het aantal waargenomen defecten en het aantal geïnspecteerde eenheden.

Zie ook: LSS: Defects Per Unit (DPU)

Define

Eerste fase van een DMAIC-project gericht op het definiëren van wat het probleem is.

Zie: DMAIC

Zie ook: DMAIC: Checklist Define

Definitie

Samenvattende omschrijving van de kenmerken van een begrip, zodat het niet met een ander verward kan worden.

De voorschrijvende, prescriptieve definitie is een bewering die een soort handleiding aanbeveelt of suggereert: normatief; "iets behoort te zijn". De waardering voor de prescriptieve definitie is afhankelijk van de mate waarin de bewering harmonieert met context afhankelijke sociale normen ('rechtvaardigheidscriterium')

De beschrijvende, descriptieve definitie: bewering die aangeeft wat de betekenis van een verschijnsel is; analytisch; "iets is". De waardering voor de descriptieve definitie is afhankelijk van de mate van overeenstemming van de bewerking met de feitelijke stand van zaken ('waarheidscriterium').

 

Definition of done

Letterlijk: definitie van klaar. Beschrijving van wat klaar betekent (voor elke kolom Klaar binnen een Kanban-bord).

 

Delay

Delay = de wachttijd op een externe factor.  Bijvoorbeeld de klant

 

Delighter

Één van de mogelijke categorieën voor de beoordeling die een klant geeft aan de eigenschappen van een product of dienst binnen het Kano-model. Het gaat om een kenmerk die de klant niet had verwacht, maar waarvan de klant wel heel blij wordt. De klant mist ze dus niet als ze er niet zijn.

Zie: Kano-model, Dissatisfier, Satisfier

 

Deming-cyclus

Alias: Deming Cycle

Zie: PDCA-cyclus

 

 

Design for Six Sigma (DFSS)

Het gebruik van Six Sigma-denkwijzen, -tools en -methoden, toegepast op het ontwerp van producten en diensten.

Ontwerpbenadering die erop gericht is om Six Sigma-prestaties al vanuit de ontwerpfasen voor een product, proces of dienst op te bouwen. Bij DFSS wordt opnieuw begonnen en begint men dus zonder startproduct, -proces of -dienst.


Design of Experiments (DOE)

Methode om op gecontroleerde, systematische manier met een relatief klein aantal experimenten te onderzoeken welke variabelen van invloed zijn op de output van het proces.

Een gestructureerde methode om de statistische relatie te bepalen tussen procesparameters en resultaatparameters. DOE brengt de functie in kaart voor f (x) = y en doet dit met behulp van procesmetingen en resultaatmetingen.

DoE is een Six Sigma methode voor het sequentieel doen van meerdere experimenten met elk een kleine variatie om er achter te komen wat de oorzaak van een probleem is en welke combinatie van factoren tot de beste oplossing komt. Om tot goede resultaten te komen is een gestructureerde opzet van de experimenten noodzakelijk. Vroeger was hier nog veel statistische kennis voor nodig; tegenwoordig zijn er een flink aantal softwarepaketten die dit helpen oplossen.

 

Destructief brainstormen

Brainstormtechniek die bestaat uit twee fases: de eerste fase is gericht op het verzamelen van alle negatieve punten. In de tweede fase, de constructieve fase, bedenk je vervolgens een oplossing voor elk negatief idee.

Zie ook: Brainstormen

Alias: Anti-oplossing Brainstorming, anti-solution brainstorming

 

Determinatiecoëfficiënt

De betekenis van de omvang van een correlatie kun je beter begrijpen als je de correlatiecoëfficiënt (R) kwadrateert: dit is de determinatiecoëfficiënt. Een correlatie van 0,2 die wordt gekwadrateerd, levert een determinatiecoëffiënt op van 0,04. Deze waarde vertegenwoordigt het aandeel van de variatie in een variabele dat wordt gedeeld met de variatie in een andere variabele. Een correlatie van 1,00 levert een determinatiecoëfficiënt van 1,00 op, wat betekent dat de twee variabelen een perfect verband laten zien. Een correlatie van nul levert een determinatiecoëffiënt van nul op, wat erop duidt dat de variabelen ofwel totaal los van elkaar staan of dat ze geen rechtlijnig verband vertonen.

Alias: R-Sq, R-Square

Zie: regressie

Zie ook:

 

Dienst

Niet-tastbaar voortbrengsel

What is a service?

Products of economic activity that you can't drop on your foot, ranging from hairdressing to websites.

The Economist

Zie ook: Product

 

Diagram

Grafische voorstelling van gegevens: twee of meer grootheden (en hun onderlinge verband) worden symbolisch, schematisch en grafisch weergegeven. Een diagram is een hulpmiddel voor het verwerken, analyseren en presenteren van gegevens.

Grafische weergave van waarnemingsuitkomsten.

Een symbolische, schematisch en grafische voorstelling van twee of meer grootheden en hun onderling verband.

Dienst

Een dienst is op te vatten als een handelingsbegrip. Het impliceert een keuze van handelen, niet alleen van de dienstverlener maar vooral ook van de klant. Diens handelen staat centraal en het profijt dat de dienst voor het handelen van de klant oplevert, bepaal de kwaliteit ervan.

  • Een dienst is geen product van een organisatie maar een sociaal proces; producten kunnen beschouwd worden als middelen om diensten te verlenen.
  • De klant is subect in dit proces en bepaalt de waarde ervan
  • Een dienst voltrekt zich vooral communicatief tussen klant en dienstverlener.
Kenmerken van een dienst:
  • Een dienst is geen eindresultaat maar een sociaal proces. Een dienst kent wel effecten of resultaten maar die zijn open naar de toekomst.
  • Een dienst berust op een subjectieve evaluatie van dat proces: een dienst is pas een dienst als hij als een dienst ervaren wordt.
  • Een dienst is context gebonden, dat wil zeggen een dienst staat niet los van de betrokken persoon, de situatie, de tijd en de ruimtelijke aspecten en kan daarvan niet worden ontheven zonder van karakter te veranderen.
  • Een dienst vereist de samenwerking van ten minste twee partijen in de rol van dienstverlener er klant. Minimaal is sprake van informatief contact en optimaal van een coproductie tussen dienstverlener en klant.
Abstract geformuleerd: een dienst is procesmatig, subjectief, contextueel en de uitkomst van een samenspel tussen klant en leverancier.

Dimensie

Een verzameling, enigszins gerelateerde waarden, aspecten of bedrijfsaspecten. Een dimensie maakt een uitsplitsing van een indicator mogelijk van een totaalniveau naar een lager aggregatieniveau. Het uitdrukken van een indicator per iets kan altijd. Een dimensie is alles wat achter dat per hoort.

Een dimensie geeft nadere informatie over datgene waarop feiten betrekking hebben, de context van het feit. Enkele voorbeelden van dimensies zijn datum, product en klant.

Zie ook: prestatie-indicator

 

Discrete data

Niet-numerieke variabele die slechts een beperkt aantal waarden kan aannemen, en daartussen niets.

Discrete gegevens bestaan uit een eindig aantal hele getallen waar tussenliggende waarden niet mogelijk zijn. Dit kunnen tellingen zijn (“Count” data) of goed-fout data (“Binary”) of verschillende schalen (“Categorisch”)

Het gaat om een eigenschap die verschillende kwalitatieve, niet-numerieke waarden kan aannemen. Het 'meten' van deze variabelen komt neer op het indelen in kwalitatieve klassen waaraan een getalismatige code kan worden toegekend. Hierbij kan sprake zijn van een willekeurige getalscode (nominaal meetniveau) of als een rangorde tussen de toegekende codes (ordinaal meetniveau).

Alias: attributiedata, attributieve data, categorische data, kwalitatieve data

 

Dissatisfier

Één van de mogelijke categorieën voor de beoordeling die een klant geeft aan de eigenschappen van een product of dienst binnen het Kano-model. Het gaat om een kenmerk dat de klant mist als je hem niet goed invult. Het goed invullen van deze klantwaardes is een must.

Zie: Kano-model, Deligther, Satisfier

 

DMAIC

Binnen (Lean) Six Sigma gebruikte methode voor het verbeteren van processen, waarbij vijf fasen worden doorlopen: Define, Measure, Analyze, Improve en Control.

Verbetercyclus van Six Sigma, die een verbeterproject opdeelt in vijf fasen: Define opportunity, Measure performance, Analyze opportunity, Improve performance, and Control performance.

Het acronym DMAIC (Define, Measure, Analyze, Improve en Control) is de Six Sigma methodiek om problemen op te lossen. Het is een systematische, gestructureerde en op feiten gebaseerde methodiek. Door middel van o.a. statistiek worden beslissingen op basis van feiten genomen i.p.v. op gevoel. Beschrijving van het doel van de fases: Define: Definieer het probleem Measure: Verzamel gegevens over het probleem Analyze: Analyseer oorzaken van de problemen Improve: Pak de oorzaken van het probleem aan en los het hiermee op Control: Borg de verbeteringen en zorg dat het proces stabiel blijft

 


DMAIC

Define, Measure, Analyse, Improve en Control. Standaard processtappen uit Six Sigma, toepasbaar op alle bedrijfsprocessen.

De DMAIC aanpak, ruggengraat van het Six Sigma programma, verzekert een gerichte en gestructureerde aanpak van problemen. Geschoeid op de PDCA-cirkel van Deming behelst deze aanpak het achtereenvolgens

Definiëren van het probleem
Meetbaar maken van het probleem
Analyseren van het probleem
Verbeteren (Improve) van de resultaten en
Het borgen (Control) van de oplossing

Kortom: wilt u voor eens en altijd van een probleem af zijn, gebruik dan deze aanpak.

Verbetercyclus ui (lean) six sigma-methode.

acroniem voor Define, Measure, Analyse, Improve en Control. Bedacht vanuit Motorola en Mikel Harry. In vergelijking met PDCA is diagnose uitgebreider (meer focus op meten en analyse) en meer aandacht voor projectmanagement.

Alias: DMAIC-cyclus

Zie ook: LSS: Six Sigma's verbetermethodologie: DMAIC, DMAIC: Lean Six Sigma's verbetermethodologie

Doceren

Personen of groepen kennis, gedrag of vaardigheden leren.

Alias: Onderwijzen, Les geven

 

Doelstelling

Aanduiding van de gewenste toestand; positieve herformulering van een probleem.


Voornemen om een gewenste situatie te realiseren.

Een hoofddoelstelling omvat onderliggende doelstellingen (subdoelstellingen). Een hoofddoelstelling biedt een 'abstracte paraplu' waaronder concrete doelstellingen schuilen.
Een subdoelstelling is een doelstelling op een concreter niveau dan de bovenliggende doelstellinge en geeft een preciezere weergave van ''e

Einddoel versus tussendoel: een einddoel is het doel waar het uiteindelijk om gaat. Om dit einddoel te kunnen bereiken kunnen tussenstappen nodig zijn - die op zichzelf genomen ook wenselijk zijn.

Concrete afspraken over te bereiken resultaten

Een op korte of middellange termijn nagestreefde situatie.

Vastleggen van het te bereiken resultaat zodat de activiteiten hierop gestuurd kunnen worden en het daadwerkelijk bereikte resultaat geëvalueerd kan worden. De doelstelling is een zo scherp mogelijke formulering van het gewenste resultaat. Een goede doelstelling is 'problematisch' in de zin dat het er een probleem moet zijn: en korte, bondige formulering van de huidige ongewenste situatie. Voor het kunnen formuleren van een doel, moet je dus eerst weten wat je niet wil en ook een beeld hebben of ontwikkelen van de gewenste situatie.

Alias: Doel, Doeleind

 

Doelen

Doelen geven de collectieve ambities aan die een organisatie heeft, te vertalen naar doelstellingen op korte, middellange en lange termijn. Ter onderscheid: doelstlellingen vormen op een concreter niveau de kwalitatieve invulling 'targets' of 'objectives' genoemd. Zo ontstaat een doelenhiërachie met aan de top de visie en de missie en binnen die kaders bepaalde doelen gevolgd door hieruit afgeleide doelstellingen.

DoE

Design of Experiment. Statistische methode om te bepalen welke oorzaken significant zijn voor een bepaald verschijnsel (bijv. een verlies) en welke niet.


DOO

Dagelijks Ochtend Overleg. 5-10 minutenoverleg op de werkvloer bij het managementbord met als doel dat alle teamleden worden voorzien van de voor hen essentiële informatie en waar zij acute behoeften kunnen communiceren. DOO is een onderdeel van Daily Kaizen.

 

Doorbraak

Doorbraak heeft als kenmerk dat men nog geen idee heeft hoe dit te bereiken.
Deze zogenoemde doorbraken staan aan de onderkant van de X-matrix. En de doorbraken zijn gekoppeld aan dejaardoelen (links) in de X-matrix

Doorbraakverbetering

Verbeterpercentage van of rond zeventig procent boven de meetlijnperformance van het bestaande proceskenmerk.

 

Doorbraakprocessen

Een doorbraakproces is een gerichte verbeteractiviteit. De activiteit vindt plaats binnen een afgebakende periode.


Doorlooptijd

De totale tijd die verstrijkt tussen het moment waarop een taak, proces of dienst begint en het moment van voltooiing.

De tijd die zit tussen het plaatsen van een order (door een klant) en het moment waarop het gevraagde product of dienst geleverd is.

Tijd die verstrijkt tussen het begin van een (serie van) activiteit(en) en het eind ervan.

Tijd die nodig is om een klantorder of opdracht in een proces(keten) te laten doorlopen.

Tijd tussen het verzoek van een klant en het leveren van het product of de dienst.

De tijdsduur van een trigger tot de afsluitende actie.

Tijd die verstrijkt tussen moment waarop een verzoek wordt geplaatst om een bepaald product of dienst te leveren en het moment
waarop dit product of dienst wordt geleverd.

Tijd die nodig is voor het afhandelen van een (klant)vraag in een procesketen of werkproces.

Tijdsperiode tussen een specifiek beginmoment en een eindmoment.

De doorlooptijd is een procesgerichte tijdsmaat die onder meer gebruikt wordt voor het beoordelen van de efficiëntie van de procesgang (doorlooptijd) en de klanttevredenheid (responstijd). Het gaat hierbij om dezelfde maat, maar vanuit het perspectief van respectievelijk het proces en de klant.

De doorlooptijd omvat de som van de tijden nodig voor de individuele activiteiten plus eventuele wachttijden.

De tijd benodigd voor de volledige afloop van het maakproces van een product. Van order ingave tot gereed melding.

Tijd tussen aanvang van de eerste activiteit en het gereedkomen van de laatste activiteit van een aantal bij elkaar behorende activiteiten (bijv. de bewerkingen van een product-order). De doorlooptijd bestaat veelal uit wachttijd tussen de verschillende activiteiten, uit insteltijd/omsteltijd van de verschillende activiteiten en daadwerkelijke uitvoeringstijd.

DLT: de wachttijden van de voorraad producten/diensten tussen de processtappen bij elkaar opgeteld aan het einde van de Lead Time Ladder

Alias: Cycle Time

 

 

Doorlooptijdefficiëntie

Doorlooptijdefficiëntie is de de verhouding tussen de bewerkingstijd en de doorlooptijd.

De doorlopptijdefficiëntie wordt als volgt berekend:

Bewerkingstijd / Doorlooptijd * 100%

De doorlooptijdefficiëntie zegt iets over de verhouding bewerkingstijd en doorlooptijd. De bewerkingstijd is de tijd die daadwerkelijk aan het werk besteed wordt. De doorlooptijd is de tijd die verstrijkt tussen de vraag van de klant en de levering van de dienst / het product.

Een hoge doorlooptijdefficiëntie zegt iets over het proces. Binnen een proces zitten vaak verspillingen in de vorm van wachttijden en transporttijden. Deze hebben direct invloed op de doorlooptijd. Des te dichter de bewerkingstijd bij de doorlooptijd komt, des te productiever er gewerkt kan worden. Veel verspillingen komen dan minder voor.

 

Dotplot

Soort van histogram waarin data in een puntenopmaak wordt weergegeven.

Een Dotplot wordt gebruikt om een verdeling te beoordelen of verdelingen te vergelijken.

Alias: Puntendiagram, Dot plot

Zie: LSS: Dotplot


Downtime

Productietijd die verloren gaat door geplande en ongeplande stilstand van machines.

Tijd waarin het onmogelijk is te produceren terwijl dit wel staat ingepland. Zie ook Up time.

 

 

DPMO

Zie: Defects Per Million Opportunities (DPMO)

 

DPO

Zie: Defects Per Opportunity (DPO)

 

DPU (Defects Per Unit)

Totale aantal waargenomen defecten in een x-aantal eenheden gedeeld door het totale aantal van die eenheden.

 

Droste-effect

Op het oude cacaobusje van Droste staat een verpleegster met een dienblad. Op dat dienblad staat een busje cacao. Op dit busje cacao prijkt weer een verpleegster met een dienblad waarop een busje cacao staat, et cetera.

 

 

Laatst aangepast op vrijdag, 21 februari 2020 12:13  

The easiest thing is to react.
The second easiest is to respond.
But the hardest thing is to initiate.

Seth Godin

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 249 gasten online
Artikelen

klanten jeff bezos

Banner
Banner


Brown paper methode wessel berkman

De Brown Paper-methode
De leukste veranderaanpak met de hoogste resultaten
Wessel Berkman, Marcel van der Schaaff

Bij Bol.com | Managementboek

Lean boekentips

Banner