'FOETSIE' is een acroniem, waarbij elke letter staat voor een criterium waaraan een alternatief, optie of scenario aan kan worden getoetst. Kracht van het model is dat een veelheid van factoren kan worden teruggebracht tot de essentie. Het gaat om de volgende zeven toetsingscriteria:
-
Financieel (solvabiliteitcriteria, liquiditeitdoelstellingen)
-
Organisatorisch (kwalitatieve en kwantitatieve impact op personeelsbezetting)
-
Economisch (rendementeisen)
-
Tactisch (uitvoerbaarheid)
-
Strategisch (concurrentievoordelen op langere termijn)
-
Juridisch (voldoen aan wet- en regelgeving)
-
Ethisch, ecologisch, esthetisch (verwachtingen van betrokkenen)
Bron: Models, Businessmodellen met body (2006), Marischka Setz & Tom W. den Hoed
Vier fasen
Een RUP-traject bestaat uit vier fasen:
- Inception: overeenstemming over scope, oplossing(srichting), eisen en wensen, belangrijkste risico's + tegenmaatregelen
-
Elaboration: gedetailleerd beeld kritische requirements, stabiele architectuur in werkende code, kosten/planning + scope inzichtelijk
-
Construction: functionaliteit gerealiseerd, product gereed voor Beta-testing, handleidingen/trainingsmateriaal gereed
- Transition: gerapporteerde bugs gefixed, gebruikers/beheerders getraind, voldaan aan acceptatiecriteria, evaluatie gehouden.
Negen disicipines
Er zijn negen disciplines die gedurende de duur van een project zullen voorkomen.
- Business modelling
-
Requirement Engineering
-
Analyse en ontwerp
-
Implementatie
-
Testen
-
Deployment ('Put-into-Production')
-
Project management
-
Omgeving
-
Configurate- en wijzigingenbeheer
De intensiteit waarmee een bepaalde discipline wordt uitgevoerd is vooral afhankelijk van de fase waarin het project zich bevindt. De 9 disciplines zijn verdeeld over twee hoofdgroepen: Ontwikkeling en Ondersteuning. De eerste zes discplines vallen onder Ontwikkeling. De laatste drie disciplines vallen onder Ondersteuning.
Iteraties
Een iteratie is een afgebakend, korte periode waarin een samenhangend hoeveelheid functionaliteit wordt ontworpen, gerealiseerd of geaccepteerd. Binnen RUP wordt in opeenvolgende iteraties van ontwerp (Use Case-ontwerp, Testontwerp en technisch ontwerp), realisatie (bouw en test), acceptatie (door de opdrachtgever) toegewerkt naar een steeds completer eindproduct. Een iteratie is een timebox, wat wil zeggen dat de tijdsduur vooraf vastligt. Het succes hangt volgens Dekker en Collaris af van de inrichting van het iteratieve proces.
Bron: RUP op Maat (2008), Eef Dekker en Remi-Armand Collaris
Binnen de context van requirements engineering onderscheidt De Swart vijf prioriteteringstechnieken:
(1) Hoog, middel, laag
Het maken van een onderverdeling in groepen: hoog, middel en laag is een van de eenvoudigste manieren van prioriteren. Zodra belanghebbenden aan bijna alles de hoogste prioriteit toekennen, is het nodig extra regels te introduceren, bijv. dat alledrie de prioriteiten evenveel keren moeten worden toegekend.
(2) MoSCoW-methode
Prioriteringstechniek die haar wortels heeft in de agile systeemontwikkelmethodiek DSDM, maar generiek toepasbaar is. MoSCoW is hierbij een acroniem voor vier categorieën: (a) Must have (onmisbaar), (b) Should have (niet onmisbaar, maar vaak wel 'workaround' nodig), (c) Could have (duidelijk toegevoegde waarde, maar ook bruikbaar zonder), (d) Won't have this time (niet in komende 'release').
(3) Relatieve prioritering
Bij het vaststellen van de relatieve prioriteit geven belanghebbenden paarsgewijs aan welk van de twee het belangrijkst is. Hierdoor ontstaat een rangorde van prioriteiten. Voor relatieve prioritering is één beslissingsbevoegde belanghebbende of een democratisch proces nodig. Met een groep belanghebbenden consensus bereiken over een geprioriteerde lijst (requirements) is vrijwel ondoenlijk en kost onevenredig veel tijd.
(4) Tevredenheid/ontevredenheid-ratio
De tevredenheid/ontevredenheid-ratio is een maat voor de meerwaarde die belanghebbenden ergens aan hechten. Nadruk ligt dus op toegevoegde waarde. De ontevredenheidsratio geeft aan hoe ontevreden de belanghebbende is als ergens niet aan voldaan wordt (bijv. als het systeem niet aan een requirement voldoet). De tevredenheidsratio geeft aan hoe tevreden een belanghebbende is als juist wél ergens aan wordt voldaan (systeem voldoet aan requirement). De ratio's hebben een schaal van 1 tot 5. Een hoge score op beide ratio's wijst erop dat het gaat om iets dat veel waarde heeft. Grote verschillen tussen de ratio's zijn reden voor nader onderzoek.
(5) Urgentie vs. belangrijkheid
Een binnen time management veel toegepaste prioritering is door het uitzetten van urgentie (urgent, niet-urgent) tegen de mate van belangrijkheid (belangrijk, minder belangrijk). Hierdoor ontstaat een matrix met vier kwadranten.
Bron: Handboek Requirements (2010), Nicole de Swart
Dé bekende metafoor voor het testen is het zgn. V-model.