Het concept van het Culturele web (Cultural web) van Gerry Johnson en Kevin Scholes (1992) is een representatie van vanzelfsprekende en onderliggende uitgangspunten, ook wel het paradigma, van een organisatie en de fysieke uitingen van de organisatiecultuur.
Volgens Johnson en Scholes zijn er zes elementen die aan het paradigma raken en die door hun invulling het paradigma inzichtelijk maken:
-
Rituelen en routines: rituelen zijn de speciale evenementen waarbij organisaties benadrukken wat echt belangrijk is voor hun, of hoe zij de zaken regelen; Routines zijn de manieren waarop mensen zich tegenover elkaar en anderen gedragen.
-
Verhalen: de verhalen die medewerker van een organisatie onderling en aan nieuwkomers en/of buitenstaanders vertellen over de successen, mislukkingen, helden en de miskleuners (mensen die zich niet aan de routines houden), deze verhalen geven de essentei aan van de historie en legitimeren min of meer bepaalde soorten van gedrag.
-
Symbolen: logo’s, kantoren, auto’s, functiebenamingen en de terminologie.
-
Macht: de machtstructuur is nauw gerelateerd aan het paradigma omdat de machtigen binnen de organisatie degenen zijn die geassocieerd kunnen worden met de kernaannames en –opvattingen over wat belangrijk is.
-
Controles: metingen en beloningssystemen geven aan wat belangrijk is om te volgen binnen de organisatie en waarop de aandacht en activiteiten op gericht zijn
-
Organisatiestructuur: geeft de machtsstructuren weer en belangrijke relaties
Bron: Models, Businessmodellen met body (2006), Marischka Setz & Tom W. den Hoed