Binnen de context van requirements engineering onderscheidt De Swart vijf prioriteteringstechnieken:
(1) Hoog, middel, laag
Het maken van een onderverdeling in groepen: hoog, middel en laag is een van de eenvoudigste manieren van prioriteren. Zodra belanghebbenden aan bijna alles de hoogste prioriteit toekennen, is het nodig extra regels te introduceren, bijv. dat alledrie de prioriteiten evenveel keren moeten worden toegekend.
(2) MoSCoW-methode
Prioriteringstechniek die haar wortels heeft in de agile systeemontwikkelmethodiek DSDM, maar generiek toepasbaar is. MoSCoW is hierbij een acroniem voor vier categorieën: (a) Must have (onmisbaar), (b) Should have (niet onmisbaar, maar vaak wel 'workaround' nodig), (c) Could have (duidelijk toegevoegde waarde, maar ook bruikbaar zonder), (d) Won't have this time (niet in komende 'release').
(3) Relatieve prioritering
Bij het vaststellen van de relatieve prioriteit geven belanghebbenden paarsgewijs aan welk van de twee het belangrijkst is. Hierdoor ontstaat een rangorde van prioriteiten. Voor relatieve prioritering is één beslissingsbevoegde belanghebbende of een democratisch proces nodig. Met een groep belanghebbenden consensus bereiken over een geprioriteerde lijst (requirements) is vrijwel ondoenlijk en kost onevenredig veel tijd.
(4) Tevredenheid/ontevredenheid-ratio
De tevredenheid/ontevredenheid-ratio is een maat voor de meerwaarde die belanghebbenden ergens aan hechten. Nadruk ligt dus op toegevoegde waarde. De ontevredenheidsratio geeft aan hoe ontevreden de belanghebbende is als ergens niet aan voldaan wordt (bijv. als het systeem niet aan een requirement voldoet). De tevredenheidsratio geeft aan hoe tevreden een belanghebbende is als juist wél ergens aan wordt voldaan (systeem voldoet aan requirement). De ratio's hebben een schaal van 1 tot 5. Een hoge score op beide ratio's wijst erop dat het gaat om iets dat veel waarde heeft. Grote verschillen tussen de ratio's zijn reden voor nader onderzoek.
(5) Urgentie vs. belangrijkheid
Een binnen time management veel toegepaste prioritering is door het uitzetten van urgentie (urgent, niet-urgent) tegen de mate van belangrijkheid (belangrijk, minder belangrijk). Hierdoor ontstaat een matrix met vier kwadranten.
Bron: Handboek Requirements (2010), Nicole de Swart