Didactische hulpmiddelen
Definitie
Manier voor het verminderen van cognitieve belasting
Alias: ...
Zie ook:
Didactische hulpmiddelen
(Digitale) hulpmiddelen om de verschillende werkvormen te ondersteunen:
(1) Informatiehulpmiddelen
Hulpmiddelen die de informatieverwerving van het leermateriaal ondersteunen; helpen je een boodschap over te brengen, zonder interactie met je cursist (eenrichtingsverkeer!). Er zijn tal van mogelijkheden om informatie te presenteren: tekst, foto, video, diagram,
- Slides,
- Webopnames,
- Kennisclips,
- Animaties,
- Grafieken,
- Audio,
- Video,
- …
(2) Organiserende hulpmiddelen
Hulpmiddelen die kennisconstructie ondersteunen door het aanbieden van een platform om informatie te visualiseren en te organiseren.
(3) Uitvoerende hulpmiddelen
Hulpmiddelen die probleemgestuurd werken door het uitvoeren van taken ondersteunen .
(4) Oefenhulpmiddelen
Hulpmiddelen die zelfstudie en reflectie ondersteunen door het inoefenen van kennis of het toepassen van kennis.
De hiervoor gebruikte hulpmiddelen zijn vaak testhulpmiddelen, waarbij de score totaal ondergeschikt wordt en de feedback naar de cursist een essentiële rol speelt (formatieve toetsen).
(5) Testhulpmiddelen
Hulpmiddelen die de lesgever ondersteunen bij het afnemen van toetsen. Onder toetsen wordt vaak verstaan het systematisch verzamelen van informatie over iemands kennis, vaardigheden, inzicht en/of attitude, competentieniveau en het geven van een oordeel daarover.
Bij toetsing wordt een onderscheid gemaakt tussen formatieve en summatieve toetsen:
(6) Samenwerkingshulpmiddelen
Hulpmiddelen die, door het aanbieden van een platform voor online interactie, twee aspecten van samenwerking ondersteunen: informatie delen en organiseren enerzijds, en communiceren anderzijds. Aan de werkvorm samenwerkend leren is binnen deze cursus een aparte module gewijd. We verwijzen naar die module voor de verschillende vormen en voor de voor- en nadelen van samenwerkend leren in het algemeen. Ook aan e-coaching is een aparte module gewijd.
- Chat,
- Discussieforum,
- Wiki,
- …
Bron: http://www.digitaledidactiek.be/modules/2-ontwerp/theorie/hulpmiddelen/
Zelfgestuurd leren
Definitie
Vorm van leren waarbij leerling zelf proactief invulling geven aan zijn of haar eigen leerproces.
Alias:
- self-regulated learning (SRL)
- Zelfstudie
Self-directed learning (SDL)
A process in which individuals or groups take the initiative and responsibility for learning and manage their own learning experiences
Self-Directed Learning
Like traditional training methods, computer-based training can involve an instructor or facilitator who leads, facilitates, or trains online. Computer-based training that is instructor-led is known as instructor-led training or ILT. Some examples of ILT are online discussions and video conferencing.
In some cases, the instructor is highly involved in the training and leads the process. In other cases, a course or program involves self-study and the instructor is available for answering questions and providing assistance."
However, one of the main advantages of computer-based training is that it can be initiated and controlled by the trainee. This is known as self-directed learning.
Self-directed learning ISDL) is a process that occurs when individuals or groups take the initiative and responsibility for learning and manage their own learning experiences. They seek out the necessary resources to engage in learning that will enhance their careers and personal growth. Employees assess their own needs, use a variety of organizational resources to meet those needs, and are helped with evaluating the effectiveness of meeting their needs. SDL can be as simple as a booklet that describes a new procedure or a multimedia program.
Self-directed learning has become increasingly popular because traditional methods of training lack the flexibility to respond quickly to dramatic and con¬stant organizational change and trainees' needs. Self-directed learning allows trainees to access training materials and programs when they want to, at their own pace, and sometimes in the sequence they prefer.
Bron: Managing Performance Through Training and Development, Alan Michael Saks, Robert R. Haccoun, Monica Belcourt
In wat volgt, behandelen we enkele inzichten uit de literatuur omtrent zelfgestuurd en zelfstandig leren. Vaak spreekt men over zelfgestuurd leren in de context van constructivistische theorieën over het leren van volwassenen. We menen dat diverse inzichten uit deze literatuur relevant zijn voor projectonderwijs. Ten eerste omdat we het hier hebben over projectonderwijs in het hoger onderwijs, waar het eveneens om het leren van volwassenen gaat. Bovendien verschillen de basisgedachten en doelstellingen van volwasseneneducatie en projectonderwijs niet zo sterk.
Brookfield (1985) stelt vast dat de meeste definities omtrent zelfgestuurd leren de con-trole van de lerende over het plannen en uitvoeren van het leren benadrukken. Zelfgestuurd leren wordt bijgevolg al te vaak beschreven in termen van een minimum aan begeleiding. Geen enkel leren is echter zelfgestuurd als we onder zelfgestuurd de afwezigheid van externe bronnen van begeleiding verstaan. Zelfsturende studenten maken immers in hoge mate gebruik van externe bronnen, zowel menselijke als materiële bronnen: collega-studenten, experts, boeken, educatieve media, internet, enzovoort. Het is niet omdat de ontwerpers van diverse bronnen fysisch niet aanwezig zijn, dat ze geen enkele controle hebben over de cognitieve activiteiten van de lerenden.
Zelfgestuurd Ieren impliceert onafhankelijkheid vanwege de lerende. In principe gaat elk leren wel gepaard met een zekere vorm van onafhankelijkheid, maar zelfgestuurd leren wordt gekenmerkt door een grote mate van onafhankelijkheid in het controleren van de richting en de uitvoering van zijn of haar leren. Toch is het gevaarlijk te stellen dat deze onafhankelijkheid begrepen moet worden als een sterk gereguleerde controle over het doelende bedoeling van de activiteiten. wanneer men begint aan zelfgestuurd leren.
Volwassenen kunnen een bepaald kennisgebied onafhankelijk verkennen zonder een reëel beeld te hebben van welke leeractiviteiten daarbij ontwikkeld moeten worden. Het is pas wanneer ze bewust worden van de nonnen, de handelingen, de procedures en de criteria, die intrinsiek zijn aan dat gebied, dat korte- en langetermijndoelen een vaste vorm kunnen aannemen (Brookfield, 1985).
Bron: Projectonderwijs: sturen en begeleiden van leren en werken, Herman Baert, Lies Beunens, Luc Dekeyser
Zelfgestuurd leren
Zelfgestuurd leren houdt in dat de leerling zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de eigen leerprocessen in handen neemt (Boekaerts & Simons, 1995). Drie invalshoeken zijn hierbij belangrijk: cognitie, metacognitie en motivatie/affect. Leerstrategieën in deze categorieën helpen leerlingen te komen tot zelfgestuurd leren.
Bron: https://www.leraar24.nl/49999/zelfgestuurd-leren/
Zelfgestuurd leren houdt in dat de leerling ‘zelfstandig en met zin voor verantwoordelijkheid de sturing voor de leerprocessen in handen neemt’. Om zijn eigen leerproces te sturen moet een leerling beschikken over verschillende leerstrategieën: cognitieve en metacognitieve, en motivationele en affectieve. Een gecombineerde aanpak van cognitieve en metacognitieve leerstrategieën is het effectiefst voor het verbeteren van de leeruitkomsten. Sommige van deze strategieën zijn relevant voor de voorbereiding van een leertaak, zoals relateren, analyseren, structureren en oriënteren. Daarna volgen planning en tot slot evaluatie. Motivationele en affectieve leerstrategieën leggen nadruk op de relevantie en het belang van de taak en kunnen alleen daarom al een positieve invloed hebben op leerprestaties.
Bron: Welk leerkrachtgedrag bevordert zelfgestuurd leren bij leerlingen?
Om zelf hun leerproces te kunnen sturen, moeten leerlingen beschikken over verschillende leerstrategieën. Leerkrachten kunnen hen helpen om zich deze leerstrategieën eigen te maken. Dat zorgt voor beter zelfregulerend leren en verhoogt de leerprestaties en motivatie, zo blijkt uit een literatuuronderzoek van de Rijksuniversiteit Groningen.
Leerlingen hebben vaak moeite om hun eigen leerprocessen te sturen. Voor dit zogenoemde zelfgestuurd leren hebben zij zowel cognitieve als metacognitieve leerstrategieën nodig. Leerlingen moeten, met andere woorden, informatie kunnen onthouden en deze laten aansluiten bij wat ze al weten. Én ze moeten hun leerprocessen kunnen plannen en controleren. Ze zijn daartoe meer geneigd wanneer ze gemotiveerd zijn.
Bron: Reviewstudie: metacognitie en zelfgestuurd leren
Definities zelfgestuurd leren
Naast en geïnspireerdop de definitie van Flavell van zelfgestuurd leren, hebben de wetenschappers Knowles en Zimmerman het begrip verfijnd en/of uitgebreid.
Knowles(1975) geeft de volgende ruime definitie van zelfsturing: Zelfgestuurd leren beschrijft het proces waarin individuen het initiatief nemen, met of zonder hulp van anderen, bij het vaststellen van de leerbehoeften, het formuleren van de leerdoelen, het identificeren van menselijke of materiele leerbronnen, het kiezen en implementeren van geschikte leerstrategieën en het evalueren van de leeropbrengsten.
Zimmerman (1990) definieert zelfregulerend leren ofwel Self-Regulated-Learning (SRL) als: de metacognitieve processen zoals plannen, doelen stellen, organiseren, zelf-monitoren en zelfevaluatie. Als het gaat om motivatie hebben zelfregulerende studenten vertrouwen in eigen kunnen (self-efficacy), self-attributions and intrinsic task interest. Qua gedrag zijn SRL-studenten goed in: selecteren, structureren, en het creëren van omgevingen die het leren optimaliseren.
Bron: https://www.canonberoepsonderwijs.nl/_images/user/Definities%20zelfgestuurd%20leren.pdf
Zelfgestuurd leren (ZGL) houdt in dat studenten zelf proactief invulling geven aan hun eigen leerproces (Zimmerman, 2002). ZGL is niet alleen cruciaal gebleken voor het bevorderen van de leerprestaties en motivatie van studenten (Paris & Paris, 2001), maar wordt ook genoemd als sleutelcompetentie voor levenslang leren (Onderwijsraad, 2014; Vermeulen & Vrieling, 2017; Voogt & Pareja Roblin, 2010). Dit betekent dat studenten bewust moeten worden gemaakt van de leerstrategieën die bijdragen aan het bereiken van (leer)doelen en dat ze moeten leren daar kritisch op te reflecteren om hun leerproces uiteindelijk zelf aan te kunnen sturen (Dignath, Büttner, & Langfeldt, 2008).
Bron: Zelfgestuurd leren en het opleiden van leraren: waarom, hoe en wat?
Zelfgestuurd leren houdt in dat studenten zelf proactief invulling geven aan hun eigen leerproces.
Bron: https://www.ou.nl/-/publicatie-model-om-studenten-te-leren-zelf-hun-leerproces-te-sturen
Definities zelfgestuurd leren
Naast en geïnspireerd op de definitie van Flavell van zelfgestuurd leren, hebben de wetenschappers Knowles en Zimmerman het begrip verfijnd en/of uitgebreid.
Knowles (1975) geeft de volgende ruime definitie van zelfsturing: Zelfgestuurd leren beschrijft het proces waarin individuen het initiatief nemen, met of zonder hulp van anderen, bij het vaststellen van de leerbehoeften, het formuleren van de leerdoelen, het identificeren van menselijke of materiele leerbronnen, het kiezen en implementeren van geschikte leerstrategieën en het evalueren van de leeropbrengsten.
Zimmerman (1990) definieert zelfregulerend leren ofwel Self-Regulated-Learning (SRL) als: de metacognitieve processen zoals plannen, doelen stellen, organiseren, zelfmonitoren en zelfevaluatie. Als het gaat om motivatie hebben zelfregulerende studenten vertrouwen in eigen kunnen (self-efficacy), self-attributions and intrinsic task interest. Qua gedrag zijn SRL-studenten goed in: selecteren, structureren, en het creëren van omgevingen die het leren optimaliseren.
Bron: https://www.canonberoepsonderwijs.nl/_images/user/Definities%20zelfgestuurd%20leren.pdf
Zelfsturend leren
Zelfregulerend of zelfsturend leren is het kunnen sturen, monitoren en evalueren van het eigen leerproces.3 Volgens Zimmerman4 zijn er drie fases binnen dit proces: Voorbereiden, uitvoeren en reflecteren. In de voorbereidende fase worden leerdoelen, -activiteiten en -strategieën bepaald en gepland. In de uitvoerende fase wordt dit plan uitgevoerd, en wordt het bijgesteld waar nodig. Na het uitvoeren van dit plan wordt er gereflecteerd op het leerproces, waar implicaties uitkomen voor de volgende voorbereidende fase. Tijdens de uitvoerende fase is reflectie ook al aanwezig, waardoor het plan aangepast kan worden.
Dembo, Junge en Lynch5 hebben het over zes dimensies binnen zelfregulerend leren: hoe, waarom, wanneer, waar, met wie, en wat. In de voorbereidende fase moeten deze dimensies overwogen worden. 'Wat' gaat over datgene dat geleerd moet worden. Er moet niet alleen een doel gesteld worden, maar er moet ook bepaald worden met welk product, informatie of andere opbrengst 'bewezen' kan worden dat dit leerdoel behaald is. Zodra dit bepaald is, kan 'hoe' bedacht worden. Welke leeractiviteiten gaan ondernomen worden om het leerdoel te behalen? Verder is het ook belangrijk dat de leerling of student plant 'waarom' zij een leerdoel willen gaan halen. Het beschrijven en daardoor bewust maken van de motivering van een leerdoel is belangrijk. De laatste drie dimensies - wanneer, waar en met wie - gaan meer over de praktische planning van de leerdoelen. Hierin kan bepaald worden wat de leerling of student nodig heeft om het plan uit te kunnen voeren. Is een rustige plek bijvoorbeeld een vereiste, of is samenwerken een voorwaarde? Door hier vast over na te denken wordt de cognitieve belasting verderop in het proces voor een deel ondervangen, en is het makkelijker om aanpassingen te maken in de planning. Elke stap van zelfsturend leren kan ondersteund worden door ict-tools. Meistertask is bijvoorbeeld een ideale tool om mee te plannen. Je kunt hierin taken aanmaken, toewijzen en verslepen van bijvoorbeeld 'to do' naar 'klaar'. Andere tools zoals Google Drive of OneDrive zijn weer erg geschikt voor het bijhouden van een online portfolio waarin voortgang gemonitord kan worden. Bekijk het plaatje hiernaast eens om de verschillende tools die geschikt zijn voor een bepaalde fase te zien.
Bron: Today's Teaching Tools - Praktische tips voor digitaal onderwijs, Irene van der Spoel
Wat is Self-Paced Learning?
Self paced learning is de Engelse omschrijving voor het begrip “zelfstudie”. Een student of cursist heeft de volledige vrijheid hoe deze persoon de studie wil indelen en vooral op welk tempo de studie gevolgd wordt. De term “self paced learning” staat dan ook voor “het leren in eigen tempo”.
Self paced learning wordt veel toegepast in e-learning
E-learning software door Huddle. Start je eigen e-learning platform / ledensite met alle tools voor digitale programma\'s, online trainingen, cursussen, levels, toetsing en meer!
modules. Dit is een opleidingsmodel waarbij er uitsluitend gebruik wordt gemaakt van digitale mogelijkheden. De cursisten kunnen op dit zelfstudie platform volledig zelf bepalen op welke manier en in welk tempo de studie wordt gevolgd. De studie wordt gevolgd op basis van de reactie van de cursist op het geboden lesmateriaal waarbij er géén bijsturing in tempo van een instructeur zal plaatsvinden.
Bron: https://www.thehuddle.nl/kennisbank/e-learning-tips/self-paced-learning/
Menselijke prestatieverbetering
Definitie
...
Alias: Menselijke prestatietechnologie, Human Performance Improvement (HPI), Human Performance Technology (HPT)
Menselijke prestaties technologie ( HPT ), ook wel bekend als de menselijke prestatieverbetering ( HPI ), of menselijke beoordeling van de prestaties ( HPA ), is een vakgebied met betrekking tot verbetering methodes zoals het verwerken van lean management , Six Sigma , Lean Six Sigma , organisatie-ontwikkeling , motivatie , educatieve technologie , menselijke factoren , het leren , performance support systemen, kennismanagement en training . Het is gericht op het verbeteren van de prestaties op maatschappelijk, organisatorische, proces, en individuele performer niveaus.
HPT "maakt gebruik van een breed scala van interventies die zijn afkomstig uit tal van andere disciplines, waaronder total quality management, procesverbetering, gedragspsychologie, instructie-systemen ontwerpen, organisatie-ontwikkeling en human resources management" (ISPI, 2007). Het benadrukt een grondige analyse van de behoeften op maatschappelijk, organisatorische proces en individueel niveau waar nodig om de oorzaken te identificeren voor de prestaties gaten, zorgen voor passende interventies te verbeteren en in stand prestaties, en uiteindelijk naar de resultaten tegen de eisen te evalueren.
Bron: https://nl.qwe.wiki/wiki/Human_performance_technology
HPI is the systematic process of discovering and analyzing important human performance gaps, planning for future improvements in human performance, designing and developing cost-effective and ethically justifiable interventions to close performance gaps, implementing the interventions, and evaluating the financial and non-financial results.
Bron: Fundamentals of HPI, Phil Anderson
Definitions of HPI abound in the literature, but perhaps the one that is most comprehensive, yet concise, reads thus: "a systemic and systematic approach to identifying the barriers that prevent people from achieving top performance, recognizing that top performance is key to an organization's success" (Sugrue & Fuller, 1999). Certainly, the important words here are systemic and systematic. Human performance interventions are systemic because all the variables with the system must be examined to determine what has an effect on performance. Each problem is viewed in the context of the entire system: "Unless all the components of the system are operating correctly, it will be impossible to optimize performance" (Fuller & Farrington, 1999). For example, training a group of employees to work more effectively as a team, but continuing to evaluate and reward them on an individual basis, would be a solution to a need that does not take into consideration the entire system and would probably fail in the long term.
Because HPI is a systematic approach, it follows an ordered set of steps to achieve results. A systematic approach ensures that no important factors are overlooked and that no hasty conclusions are drawn about the root causes of the barriers to performance. Unlike most training interventions, which usually take the form of events or activities such as a program or workshop, HPI is processoriented. It consists of a series of actions that, when done successfully, delivers measurable results in terms of improved performance. In addition, HPI is usually a more cost-effective and efficient alternative to large-scale interventions, which often require a major investment of time and money for design, development, and implementationan important consideration for most organizations.
Bron: The Credible Trainer: Create Value for Training, Get Respect for Your Ideas, and Boost Your Career, Robert J. Rosania