Belangrijke onderwijskundige begrippen - Verlengde instructie
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Verlengde instructie
Definitie
...
Alias:
Verlengde instructie
Verlengde instructie wordt wel eens verward met het verlengen van de fase van begeleid inoefenen door samen met een groepje leerlingen enkele opgaven te maken uit het leerlingenboek of werkboek. Dit is niet wat met verlengde instructie wordt bedoeld (Schmeier, 2015). Verlengde instructie moet worden gezien als een verlengde uitlegfase, waarbij de leerkracht opnieuw het leerdoel behandelt (dus directe instructie geeft!), maar er wellicht nu voor kiest om kleinere stapjes te zetten, meer concrete materialen in te zetten of zelf nog eens expliciet hardop voor te doen hoe de aanpak of werkwijze werkt. Wat er precies gedaan moet worden, hangt natuurlijk af van de te verwachten ‘blokkade’. Belangrijk om te beseffen is dat bij de start van de verlengde instructie aan de leerling gevraagd moet worden waar hij tegen aanloopt. Ook in de verlengde instructie stemmen we dus af. Als er telkens meerdere leerlingen voor verlengde instructie in aanmerking komen, dan kan beter de basisinstructie op een andere manier worden aangeboden, zodat meer leerlingen ervan profiteren. Kortom, verlengde instructie is geïntensiveerde instructie, het komt bovenop de basisinstructie en is van toepassing op individuele leerlingen of hele kleine groepjes (3-5 leerlingen).
Bron: De vier sleutels voor een effectieve les (1), Theo Wildeboer, Fred Kramer
Laatst aangepast op dinsdag, 05 mei 2020 08:17
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Kennisvormen
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Kennisvormen
Definitie
...
Alias:
Kennisdragers en kennisvormen
Teneinde inzicht te verkrijgen in de in organisaties aanwezige kennis onderscheiden wij vier kennisvormen die gebaseerd zijn op vier kennisdragers, namelijk:
1. Menselijke kennis ('humanware') 2. Gedocumenteerde kennis ('paperware') 3. Gemechaniseerde kennis ('hardware') 4. Geautomatiseerde kennis ('software')
Bij menselijke kennis gaat het om al die kennis die door opvoeding, opleiding, eigen waarneming, ervaring en door intuïtie voorhanden is. Het gaat hierbij soms om zulke complexe kennisbestanden dat ze niet expliciet gemaakt kunnen worden.
In de tweede plaats is er de gedocumenteerde kennis, de kennis die is vastgelegd in archieven, documenten, boekhoudingen, handleidingen, tekeningen, bestekken en ontwerpspecificaties. Eén en ander wordt op papier, microfiches of tegenwoordig in electronische of optische vorm zoals magneetbanden, magneetschijven en CD ROM's bewaard. Het betreft hier een vorm van 'geobjectiveerde' en 'expliciete' kennis, die we ook wel aanduiden als 'paperware'.
Ten derde is er de gemechaniseerde kennis ('hardware'). Dat is de kennis die is vastgelegd in werktuigen ter vervanging van menselijke of dierlijke arbeid.
Dan is er in de vierde plaats de geautomatiseerde kennis ('software'). Dit betreft de kennis die is vastgelegd in computers. Voor de applicaties bestaan verschillende benamingen, zoals kennissystemen, expertsystemen of beslissingsondersteunende systemen.
Bron: Management van kennis - een creatieve onderneming, Jacques Boersma
Laatst aangepast op dinsdag, 05 mei 2020 11:20
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Werkinstructie
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Werkinstructie
Definitie
...
Alias:
Wat is een werkinstructie?
Een werkinstructie is een aanwijzing om iets te doen, gegoten in taal, in illustraties (afbeeldingen) of in een video. Uit een werkinstructie moet dus actiegerichtheid spreken. Dat klinkt simpel, zeker als we ons voor het gemak even tot taal beperken. Een werkinstructie is “Draai de kraan dicht als het waterpeil circa 2 cm van de bovenste rand is verwijderd.” Deze zin is duidelijk actiegericht.
Maar vaak zijn werkinstructies niet wat ze zouden moeten zijn: actiegericht. Dat komt omdat degene die een handleiding samenstelt vaak te veel in één keer kwijt wil. Hij/zij wil vertellen waarom het verversen van water in de watertonnen zo belangrijk is (hygiëne?), hoe vaak het moet gebeuren, uit welke onderdelen de watertonnen bestaan (om ze bijvoorbeeld goed te kunnen afsluiten), waarom het belangrijk is de watertonnen niet over de grond te rollen (dan gaan ze snel kapot) enzovoort.
Iemand die al deze informatie over het kopje ‘Vullen van de watertonnen’ kwijt wil, stopt (lees: propt) zoveel verschillende informatie in een enkele alinea dat de werkinstructies zelf ondersneeuwen. Als de werkinstructies niet meer herkenbaar zijn, zijn ze niet vindbaar. De handleiding wordt dan een zoekplaatje, ofwel: een puzzel.
Bron: https://www.manualise.com/nl/werkinstructie-maken/
Work instructions
Work instructions are a sub-set of procedures. As such they are a more detailed part of a procedure. Work instructions list the exact sequence for each procedure and can be in the form of a flow chart, text and even photos. Instructions are critical as part of organisational procedures design as they provide the detail essential for the many uses of procedures such as in training and skills transfer and control in terms of risk management and compliance.
Bron: A conceptual framework for work procedure application in the public sector, Ogo Nzwewi
Laatst aangepast op maandag, 28 september 2020 13:05
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Conceptuele kennis
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Werkinstructie
Definitie
...
Alias:
Conceptuele kennis
Conceptuele kennis omvat inhoudelijke kennis ('content knowledge') en discursieve kennis.
Inhoudelijke kennis, i.c. kennis over de realiteit, betreft volgens Hillocks (1986) feiten, visuele voorstellingen ('images') en opvattingen. De classificaties van inhoudelijke kennis referen aan de mate van specificiteit, i.c.. van algemeen naar specifiek. Alexander, Schallert & Hare (1991) en Hillocks (1986) onderscheiden algemene realiteitskennis ('world knowledge'), domeinkennis en discipline-specifieke kennis. Algemene realiteitskennis doelt op voorwetenschappelijke, alledaagse kennis. Domeinkennis is kennis op grond van het conceptuele kader van een wetenschappelijk (vak)gebied en discipline-specifieke kennis verwijst naar grondige en gesystematiseerde kennis over een discipline.
Naast inhoudelijke kennis staat discursieve kennis, nodig voor de opbouw van een discours. Dit soort kennis bevat onder meer linguïstische en retorische kennis. Linguïstische kennis, als kennis over uitwendige talige vormgeving, kan zich situeren op het niveau van woor (lexicon), zin en gehele tekst. Lexicale kennis betreft zowel het concept waarin één realiteitsaspect wordt gevat als de bijbehorende term waarmee het concept wordt gerepresenteerd. Zinskennis (syntaxis) verwijst naar kennis van middelen om woorden te verbinden tot zinnen. Kennis van tekststructuur (niveau van de gehele tekst) is kennis over tekstsoorten en over talige middelen voor de opbouw van een coherente tekst.
Retorische kennis houdt in dat men talige middelen adequaat kan aanwenden voor het uitdrukken van betekenissen, vanuit schrijfdoelen (bijv. ervaringen uitdrukken, informeren, overtuigen) afgestemd op een lezerspubliek.
Bron: Leren schrijven van informatieve teksten: een ontwerponderzoek bij beginners, Lieve Vanmaele
Laatst aangepast op donderdag, 07 mei 2020 20:41
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Schermopname
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Schermopname
Definitie
...
Alias: Screencast
Schermopname
Een screencast is een videofragment, het is een opname van wat een computergebruiker ziet op zijn beeldscherm (Centrum voor Blended Learning, 2013). Dit is een methode die kan ingezet worden om instructiefilms of kennisclips op te maken. Vaak worden tutorials van softwaretoepassingen via screencasts gemaakt, maar het kan eveneens een PowerPoint presentatie zijn die wordt opgenomen en voorzien wordt van extra mondelinge uitleg, al dan niet met een webcamopname van de docent in kwestie inbegrepen
Bron: http://www.videoinonderwijs.be/schermopname.html
Laatst aangepast op donderdag, 07 mei 2020 20:47
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Werkplekleren
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Werkplekleren
Definitie
Alle vormen van leren in authentieke arbeidssituaties. Gepland en bewust leren. Gericht op verwerven beroepsrelevante competenties.
Alias: Performance Support
Werkplekleren
Bij werkplekleren, binnen de context van het hoger onderwijs, past de student reeds verworven competenties toe in een authentieke beroepssituatie én verwerft nieuwe competenties door de ervaringen opgedaan in deze authentieke beroepssituatie. De werkelijke situatie op de werkplek vormt dus de basis van het leren, in tegenstelling tot het traditionele, schoolse leren waarbij competenties verworven worden in de onderwijsinstelling. Werkplekleren is een omvangrijk begrip en kent vele invullingen. Een van de meest frequent gebruikte vormen van werkplekleren in het hoger onderwijs, zijn stages.
Ondanks de vele verschillende invullingen, zijn er een aantal voorwaarden waaraan moet worden voldaan wil het werkplekleren kunnen slagen:
- Een duidelijke afstemming tussen de verwachtingen en noden van het opleidingsinstituut en die van de werkplek.
- De werkplek biedt een emotioneel veilig en uitdagend leerklimaat aan de lerende.
- De werkplek beschikt over een aantal middelen en andere werkinstrumenten die het leren voor de student mogelijk maken.
- Een kwalitatief goede begeleiding en ondersteuning op de werkplek van de lerende in zijn competentieontwikkeling.
Bouwstenen
Algemeen gezien vinden er binnen het werkplekleren twee vormen van leren plaats: het informele en het formele leren.
- Informeel werkplekleren is onbedoeld leren. Hier gaat het over het ongeplande, ongeorganiseerde en ongestructureerde leren. Bij informeel leren kunnen vaardigheden aangeleerd worden, die oorspronkelijk niet bedoeld waren om aan te leren. Daar waar het bijvoorbeeld als chemicus bij een labo stage in een bedrijf het doel is labo-vaardigheden aan te leren, is het ook mogelijk dat hij sociale vaardigheden zoals samenwerkingszin en dergelijke verwerft door samen te werken met collega’ s
- Bij formeel werkplekleren wordt het leerproces wel op een doelgerichte manier in het kader van de door de opleiding vooraf bepaalde competentieontwikkeling georganiseerd. Opleidingsactiviteiten zijn hier bewust en doordacht opgesteld. Bij formeel werkplekleren wordt expliciet de koppeling gemaakt tussen het leren en het latere beroepsleven. Ook wordt het leerresultaat dat de student heeft verworven binnen de werkplek onmiddellijk duidelijk.
Vaak bestaat er de neiging om deze twee vormen - het informele en het formele werkplekleren - te beschouwen als tegenpolen, als een dichotomie. Echter in de praktijk lopen beide vormen voortdurend door elkaar.
Bron: https://www.bvdatabank.be/node/127
WHAT IS WORKFLOW LEARNING?
Workflow learning isn't just about making information available in the workflow. Its enabling an employee to learn and be supported while doing their work. True workflow learning is done in parallel: not on the side. It's done while getting work done. It instructs, informs, and supports the learner as they do their job. Many people assume all learning available in the workflow constitutes workflow learning, but its real power is enabling people to learn as they do their work, so they duet have to stop work in order to learn. That's the distinction.
Its important to note that whenever you develop a 5 Moments of Need solution, it intentionally enables learning in the flow of work, while performers are actually working (Apply, Solve, Change, More), and you optimize traditional training where performers stop their work to learn (Learn New and More).
Bron: The 5 moments of need - a performance-first approach, Conrad Gottfredson & Bob Mosher
Laatst aangepast op zondag, 19 december 2021 19:37
Belangrijke onderwijskundige begrippen - E-learning
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
E-learning
Definitie
Verzamelnaam voor het vormgeven van leersituaties (gestuurd en zelfgestuurd) met behulp van informatie- en communicatietechnologie (in het bijzonder internettechnologie).
Alias:
Computer-based training
Training that is delivered via the computer for the purpose of teaching job-relevant knowledge and skills
E-learning
The use of computer network technology such as the intranet or Internet to deliver information or instruction to individuals
Computer-Based Training
Over the last decade, the use of computers to deliver training has been referred to as computer-based training and e-learning. Although these terms are often used synonymously, there are differences. Computer-based training refers to training that is delivered via the computer for the purpose of teaching job-relevant skills. It can include text, graphics, and/or animation and be deliv¬ered via CD-ROMs, intranets, or the internet." Among the various forms of computer-based training, Web-delivered and CD-ROM formats have received the most attention.
A related and increasingly popular term for technology-based training is e-learning. E-learning (also known as Web-based instruction or WBI) refers to the use of computer network technology such as the intranet or internet to deliver information or instruction to individuals." Thus, e-learning is a specific type of computer-based learning and refers to the use of computer network technology. It would not include the use of CD-ROMs. In the remainder of this chapter, we will use the broader term, computer-based training, which includes e-learning.
One of the ways that computer-based training methods differ is in terms of whether the training is instructor-led or self-directed, the focus of the next section.
Managing Performance Through Training and Development, Alan Michael Saks, Robert R. Haccoun, Monica Belcourt
E-Learning
E-learning is one of the most popular forms of training delivery available today. Research suggests the global e-learning market is set to reach over $300 billion in value by 2025, and 77% of U.S.-based organizations use e-learning. These online learning programs use a mix of text audio and video; discussion forums; and/or interactive assessment.
E-learning is a good option for organizations that want to offer flexible learning opportunities in a short time frame to a global audience by delivering interactive and engaging training programs in the form of games, videos, HTML, quizzes and other content. E-learning is also suitable for organizations that need to provide a simulated environment for learners performing high-risk tasks.
Bron: https://trainingindustry.com/articles/content-development/5-training-delivery-methods-to-use-in-your-ld-programs/
eLearning
eLearning is the delivery of learning through a computer or any digital device. It lends itself to a wide range of industries like retail, healthcare, automotive, and so on. Based on a report from Roland Berger, almost 77% of the organizations in the U.S. use some form of eLearning to train their employees. This high statistic is not a surprise, considering the various advantages it offers.
Common eLearning formats
(1) Online courses
An online course is a self-paced, asynchronous course that allows your employees to complete training online, meaning they don’t need to be physically available at some training venue. Learners can take a course during their free time, from anywhere they choose, like their living room or in the subway. As long as they have a mobile device with internet, they can access courses on demand.
(2) Online games and quizzes
According to research from Metaarih, the growth rate for game-based learning in the corporate sector is very high, at a breathtaking five-year compound annual growth rate of 53.4%. It’s all about taking a boring task or process and turning it into an online game to boost user motivation.
Bron: 5 Training Methods in the Workplace: Choose the Best for Your Employees
Wat is e-learning?
Voordat we de meest gebruikelijke leerinterventies beschrijven, willen we eerst verduidelijken wat wij onder e-learning verstaan. Vaak wordt e-learning namelijk onterecht als een leerinterventie gelabeld.
Het woord e-learning bestaat uit twee delen: ‘e-’ en ‘learning’. De ‘e-’ refereert aan de manier waarop e-learning wordt gefaciliteerd, namelijk digitaal. Met ‘learning’ worden de leerinterventies bedoeld. E-learning is dus het digitaal faciliteren van leerinterventies. Dit kan door middel van bijvoorbeeld computers, tablets of smartphones.
E-learning is in tegenstelling tot de leerinterventies in dit onderdeel van het kookboek dus niet een aparte leerinterventie, maar een manier om een leerinterventie te faciliteren.
Drop the ‘e’ Zaken digitaal faciliteren is inmiddels gemeengoed geworden. Consumenten kopen hun muziek niet meer op cd’s in de winkel, maar digitaal via iTunes of Spotify. Ook winkelen gebeurt steeds vaker digitaal. Omdat we al een tijd niet meer spreken van ‘e-music’ of ‘e-shopping’ vinden wij dat het tijd is om ook over te stappen van ‘e-learning’ naar ‘learning’. Anno 2015 is bij leertrajecten (net als bij muziek en winkelen) een digitale component niet meer weg te denken. Wij zijn daarom van mening dat het geen toegevoegde waarde heeft om de digitale manier van faciliteren nog een aparte term te geven.
Voor verreweg de meeste leerinterventies bestaat de mogelijkheid om deze digitaal te faciliteren. Bij de leerinterventies op de volgende pagina’s wordt daarom ook de vraag beantwoord: “Wat kan er digitaal worden gefaciliteerd?” en ‘wat kan alleen als de leerinterventie op de traditionele methode wordt gefaciliteerd?’. Daarnaast gaan we in op de voordelen van beide manieren van faciliteren.
De (digitale) kennismodule De meest voorkomende leerinterventie die digitaal wordt gefaciliteerd is de kennismodule. In de volksmond wordt een digitale kennismodule vaak e-learning genoemd. De kennismodule staat verderop als leerinterventie uitgewerkt.
Bron: Het blended learning kookboek, Johannes Vinke & Martèn de Prez (pdf)
Wat is E-learning?
E-learning E-learning software door Huddle. Start je eigen e-learning platform / ledensite met alle tools voor digitale programma\'s, online trainingen, cursussen, levels, toetsing en meer! (elektronisch leren) is een opleidingsmodel waarbij er uitsluitend gebruik wordt gemaakt van digitale mogelijkheden. Dit heeft betrekking op zowel de distributie, de communicatie en de facilitering van de cursus. Een website of een online community Wat is een online community? Een online community is een digitaal platform waarin gelijkgestemde mensen in een besloten groep bij elkaar komen. Binnen deze groep kunnen de mensen met elkaar communiceren, informatie.. zijn uitstekende platforms om een E-learning omgeving in te richten.
Bron: https://www.thehuddle.nl/kennisbank/e-learning-tips/e-learning/
What is e-Learning?
Since the term e-Learning is used inconsistently, let's start with a basic definition. For the purposes of this discus-sion, e-Learning is content and instructional methods delivered on a computer (whether on CD-ROM, the Internet, or an intranet), and designed to build knowledge and skills related to individual or organizational goals. This definition addresses: The what training delivered in digital form, The how. content and instructional meth-ods to help learn the content, and The why: to improve organizational performance by building job-relevant knowledge and skills in workers.
(...)
There is a distinction among three important elements of an e-lesson: the instructional methods, the instructional media, and media elements.
[W]e recognize that it's not the medium that causes learning. Rather it is the design of the lesson itself and the best use of instructional methods that make the difference. A learner-centered approach suggests that we design lessons that accommodate human learning processes regardless of the media involved.
1. Instructional methods The techniques used to help learners process new information in ways that lead to learning. Instructional methods include the use of techniques such as examples, practice exercises, simulations, and analogies.
2. Instructional media The delivery agents that contain the content and the instructional methods including computers, workbooks, and even instructors. Not all media can carry all instructional methods with equal effectiveness. For each new technology that appears on the scene, we typically start by treating it like older media with which we are familiar. For example, much early web-based training looked a lot like books — mostly using text on a screen to communicate content. As the technology behind a given medium matures, we get better at exploiting the features unique to that medium for learning.
3. Media elements The media elements refer to the text, graphics, and audio used to present content and instructional methods.
Bron: Six principles of effective e-learning: what works and why, Ruth Clark
Laatst aangepast op donderdag, 25 november 2021 20:24
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Kennisverwerking
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Laatst aangepast op vrijdag, 08 mei 2020 07:50
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Situationele kennis
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Situationele kennis
Definitie
...
Alias:
Situationele kennis
Kennis van probleemsituaties waarin bepaalde declaratieve of procedurele kennis is gebruikt. Waar kennis wordt toegepast, ontstaat situationele kennis. Situationele kennis is tijdens het vormen van de probleemrepresentatie en het verdere oplossingsproces behulpzaam bij het zoeken in het langetermijngeheugen naar de benodigde declaratieve of procedurele kennis. Voorbeelden: weten of een zin goed loopt, of een bepaald woord in een bepaalde context goed is gebruikt, of een brief juist is opgesteld. of een historisch feit uit z'n verband is gerukt, of een bepaalde wet van toepassing is, in welke omstandigheden een bepaalde uitvoeringswijze geldig is. Met andere woorden: situationele kennis, gebruikskennis, bevordert de transfer van de declaratieve en procedurele kennis.
Bron: Kennisdimensie
Situationele kennis
Kennis van probleemsituaties waarin bepaalde declaratieve en procedurele kennis is gebruikt. Waar kennis wordt toegepast, ontstaat situationele kennis.
Bron: https://flashcards.studysmartwithchris.com/nl/s/situationele-kennis-is-kennis-van-probleemsituaties-waarin-bepaalde-declaratieve-en-procedurele-kennis-is-gebruikt-waar-kennis-wordt-toegepast-ontstaat-situationele-kennis/
Situationele kennis
Situationele kennis is kennis van probleemsituaties waarin bepaalde declaratieve of procedurele kennis is gebruikt. Waar kennis wordt toegepast, ontstaat situationele kennis. Situationele kennis is tijdens het vormen van de probleemrepresentatie en het verdere oplossingsproces behulpzaam bij het zoeken in het langetermijngeheugen naar de benodigde declaratieve of procedurele kennis. Voorbeelden: weten of een zin goed loopt, of een bepaald woord in een bepaalde context goed is gebruikt, of een brief juist is opgesteld. of een historisch feit uit z'n verband is gerukt, of een bepaalde wet van toepassing is, in welke omstandigheden een bepaalde uitvoeringswijze geldig is. Met andere woorden: situationele kennis, gebruikskennis, bevordert de transfer van de declaratieve en procedurele kennis.
Bron: Lesgeven en zelfstandig leren, Tjipke van der Veen & Titus Geerligs
Situationele kennis
Kennis met betrekking tot de context van een probleem, gebeurtenis of situatie.
Bron: https://www.kennisconsult.nl/begrippen/32102/
Situationele kennis
Kennis van probleemsituaties waarin bepaalde declaratieve en procedurele kennis is gebruikt. Waar kennis wordt toegepast, ontstaat situationele kennis.
bron: https://flashcards.studysmartwithchris.com/nl/s/situationele-kennis-is-kennis-van-probleemsituaties-waarin-bepaalde-declaratieve-en-procedurele-kennis-is-gebruikt-waar-kennis-wordt-toegepast-ontstaat-situationele-kennis/
Selectiekennis
Geconstateerd werd dat voor de oplossing van een probleem declaratieve en procedurele kennis noodzakelijk zijn. Daarnaast moet de oplosser nog weten welke specifieke delen van deze twee kenniscomponenten van toepassing zijn wanneer hij geconfronteerd wordt met een bepaald probleem uit een vakgebied. Uit zijn bestand van declaratieve en procedurele kennis moet hij bij een bepaald probleem de juiste declaratieve en procedure Ie kennis selecteren. Deze derde kenniscomponent willen we daarom selectiekennis noemen. Bhaskar en Simon (1977) behoren tot de weinige auteurs die het belang hiervan onderkennen. Selectiekennis sec is een 'leeg' soort kennis.
Selectiekennis geeft slechts het verband aan tussen een situatie (het probleem) aan de ene kant en declaratieve en procedurele kennis aan de andere kant. Behalve dan wanneer een oplosser expliciet de geldigheid van een betrekking of procedure voor de probleemsituatie controleert is selectiekennis niet te herkennen in het oplosproces. Toch is goede selectiekennis onontbeerlijk voor een efficiënt oplosproces. Ais een oplosser niet weet wat hij uit zijn kennisbestand moet selecteren maakt hij van zijn oplosproces een raadspelletje. Wanneer een oplosser bij een probleem declaratieve kennis moet selecteren dan moet de probleemsituatie cues bevatten die voor de oplosser aanleiding zijn om de juiste declaratieve kennis te selecteren. Een probleemoplosser moet in de probleemsituatie relevante elementen herkennen.
(...)
Na het herkennen van probleemkenmerken moet de eigenlijke selectie nog plaatsvinden. Een zoekproces in het geheugen is dan nodig. De efficiëntie (en de uiteindelijke kans van slagen) van dit zoekproces wordt in sterke mate bepaald door de wijze van organisatie van kennis in het geheugen.
Bron: Voorwaarden voor het succesvol oplossen van problemen, A.J.M. de Jong & M.G.M Ferguson-Hessler (pdf)
Laatst aangepast op woensdag, 27 januari 2021 20:14
Belangrijke onderwijskundige begrippen - Strategische kennis
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
Strategische kennis
Definitie
...
Alias:
Strategische kennis
[Naast vakspecifieke kennis] bestaat er vakoverstijgende strategische kennis. Een strategie is volgens Van Dale een 'plan, volgens welke men te werk gaat'. ... Strategische kennis valt uiteeen in vier soorten:
- declaratieve strategische kennis: kennis van een strategie - procedurele strategische kennis: weten hoe een strategie uit te voeren - situationele strategische kennis: weten in welke probleemsituatie een strategie succesvol kan worden toegepast en kunnen taxeren hoeveel tijd de oplossing zal vergen. - metacognitieve strategische kennis: weet hebben van de eigen sterke en zwakke punten bij probleemoplossen, adequaat inschatten van de moeilijkheidsgraad van een probleem, enzovoort.
Bron: Lesgeven en zelfstandig leren, Tjipke van der Veen & Titus Geerligs
Kennis over methode
Naast conceptuele kennis is kennis vereist voor een doeltreffende aanpak van een schrijfopdracht.
Strategie
Etymologisch gezien betekent 'strategie' (Grieks: stratègia), een georganiseerd geheel van handelingen voor het bereiken van een militair doel. Deze term vond ingang in diverse disciplines, met doelgericht handelen als onderzoeksobject, zoals psychologie, economie, sociale wetenschappen en rechten.
In de literatuur worden hiervan diverse definities aangetroffen.
Vermunt (1988) omschrijft (leer)strategie als een combinatie van (leer)activiteiten die door leerlingen vaak in samenhang worden gebruikt om een bepaald doel te bereiken. ... Volgens Kirby (1984) is strategie een methode om een taak aan te pakken voor het bereiken van een doel.
In de lijn van Van Dijk en Kintsch (1983) definiëren van der Pool en van Wijk (1995) een strategie als de globale representatie van de procedures om een gegeven doel te realiseren. Als aspecten onderscheiden ze: doel (wat wil je bereiken?), strategie (hoe kan je dat realiseren?) en procedure (hoe ga je precies te werk?).
(...)
Een strategie is derhalve instrumenteel: nauw verbonden met een vooropgesteld doel, hoewel niet steeds bewust.
Bron: Leren schrijven van informatieve teksten: een ontwerponderzoek bij beginners, Lieve Vanmaele
Laatst aangepast op maandag, 01 juni 2020 07:50
|