Dé bekende metafoor voor het testen is het zgn. V-model.
Testen volgens het V-model
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
feb 12 2011
Nut en noodzaak van requirements
Gepubliceerd in
Requirements
feb 12 2011 Volgens De Swart zijn requirements buitengewoon belangrijk voor succesvolle softwareontwikkeling. Zij citeert in dit verband Karl Wiegers: "Als het niet lukt om de requirements te achterhalen, maakt het ook niet uit meer hoe goed je de overige activiteiten uitvoert" en stelt dat inconsistente, ontbrekende en foutieve requirements doorwerken in vrijwel alle softwareontwikkelactiviteiten. Fouten die tijdens het opstellen van requirements worden ontdekt en hersteld kosten volgens De Swart vijf tot tien keer minder dan dezelfde fout die tijdens realisatie wordt ontdekt en hersteld. Als die fout pas na ingebruikname zou zijn ontdekt, zouden de herstelkosten 200 keer zoveel zijn dan tijdens het opstellen van de requirements (zie ook Wet van Boehm). De Swart is van mening dat problemen binnen softwareontwikkeling vaak te maken hebben met requirements, waarbij de oorzaak vaak ligt bij: (a) gebrekkige kwaliteit van de specificatie van requirements, (b) wijzigingen in de requirements, en (c) gebrek aan gebruikersinbreng. Deze problemen zijn te vertalen naar drie kritieke succesfactoren voor softwareontwikkeling:
Onderhoud volgens Looijen (1992)
Gepubliceerd in
Informatiemanagement
feb 11 2011 In zijn boek Beheer van Informatievoorziening (1992) onderscheidt Looijen zeven onderhoudsfasen en vier soorten onderhoud.
Onderhoudsfasen
De fasen komen overeen met taken binnen functioneel beheer en applicatiebeheer.De fasen (3) t/m (5) vallen onder het taakgebied 'Applicatie-onderhoud' binnen applicatiebeheer. De overige fasen onder het taakgebied 'Functioneel onderhoud' binnen functioneel beheer.
Onderhoudsoorten
Technisch beheer volgens Looijen (1992)
Gepubliceerd in
Informatiemanagement
feb 11 2011 Het (drievoudig) beheermodel van Looijen is een klassieker en ligt feitelijk nog steeds aan de basis van alle moderne(re) varianten die binnen het beheer van de informatievoorziening worden onderscheiden. Dit artikel geeft inzicht in 'hoe het allemaal begon'. Looijen definieerde in 1992 technisch beheer als het uitvoeren van de geautomatiseerde gegevensverwerking, het beheren van de technische infrastructuur en de aanvullende dienstverlening die daarbij hoort. Het technisch beheer wordt uitgevoerd door een zgn. verwerkingsorganisatie. Technisch beheer is als beheervorm weergegeven met een afbeelding gebaseerd op Mintzberg. Van boven naar beneden bevat het taakgebieden op drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. Aan de zijkanten staan de ondersteunende taakgebieden op tactisch niveau. Taakgebieden zijn opgesplitst in zgn. taakvelden, en van enkele taakvelden zijn ook de afzonderlijke taken benoemd (cursief). Strategisch niveau (1) Strategisch management (SM) Tactisch niveau (2) Tactisch management (TM) (3) Technische ondersteuning (TO)
(4) Personeelsmanagement (PM) (5) Algemene bedrijfsondersteuning (AB)
Operationele niveau (6) Operationeel management (OM) (7) Operationele besturing (van de gegevensverwerking)
(8) Onderhoud technische infrastructuur en operationele ondersteuning
(9) Technische dienstverlening
Bron: Beheer van informatievoorziening, Looijen (1992)
Applicatiebeheer volgens Looijen (1992)
Gepubliceerd in
Informatiemanagement
feb 11 2011 Het (drievoudig) beheermodel van Looijen is een klassieker en ligt feitelijk nog steeds aan de basis van alle moderne(re) varianten die binnen het beheer van de informatievoorziening worden onderscheiden. Dit artikel geeft inzicht in 'hoe het allemaal begon'. Looijen definieerde in 1992 applicatiebeheer als het onderhouden van applicaties en gegevensbankstructuren. Dit onderhoud wordt in belangrijke mate via wijzigingen in de specificaties aangestuurd door het Functioneel beheer. Het applicatiebeheer wordt uitgevoerd door een onderhoudsorganisatie. Applicatiebeheer is als beheervorm weergegeven met een afbeelding gebaseerd op Mintzberg. Van boven naar beneden bevat het taakgebieden op drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. Aan de zijkanten staan de ondersteunende taakgebieden op tactisch niveau. Taakgebieden zijn opgesplitst in zgn. taakvelden, en van enkele taakvelden zijn ook de afzonderlijke taken benoemd (cursief). Strategisch niveau (1) Strategisch management (SM) Tactisch niveau (2) Tactisch management (TM) (3) Technische ondersteuning (TO)
(4) Personeelsmanagement (PM) (5) Algemene bedrijfsondersteuning (AB)
Operationele niveau (6) Operationeel management (OM) (7) Applicatie-onderhoud
Bron: Beheer van informatievoorziening, Looijen (1992)
Functioneel beheer volgens Looijen (1992)
Gepubliceerd in
Informatiemanagement
feb 10 2011 Het (drievoudig) beheermodel van Looijen is een klassieker en ligt feitelijk nog steeds aan de basis van alle moderne(re) varianten die binnen het beheer van de informatievoorziening worden onderscheiden. Dit artikel geeft inzicht in 'hoe het allemaal begon'. Looijen definieerde in 1992 functioneel beheer als het dagelijks doen functioneren van de informatievoorziening, het begeleiden van gebruikers en het (doen) onderhouden van de functionele specificaties van de informatievoorziening. Bij functiescheiding tussen beheer en gebruik wordt het functioneel beheer uitgevoerd door een aparte organisatie voor functioneel beheer, die is ingebed in de gebruikersorganisatie. Functioneel beheer is als beheervorm weergegeven met een afbeelding gebaseerd op Mintzberg. Van boven naar beneden bevat het taakgebieden op drie niveaus: strategisch, tactisch en operationeel. Aan de zijkanten staan de ondersteunende taakgebieden op tactisch niveau. Taakgebieden zijn opgesplitst in zgn. taakvelden, en van enkele taakvelden zijn ook de afzonderlijke taken benoemd (cursief). Strategisch niveau (1) Strategisch management (SM) Tactisch niveau (2) Tactisch management (TM) (3) Technische ondersteuning (TO)
(4) Personeelsmanagement (PM) (5) Algemene bedrijfsondersteuning (AB)
Operationele niveau (6) Operationeel management (OM) (7) Gebruiksbeheer (GB)
(8) Functioneel Onderhoud (FO)
Bron: Beheer van informatievoorziening, Looijen (1992)
Simon Sinek's Gouden cirkel
Gepubliceerd in
Management
feb 10 2011 In zijn boek Start with why: How Great Leaders Inspire Everyone to Take Action (2009) gaat Simon Sinek in op de vraag waarom sommige organisaties succes hebben en andere niet. Volgens is de waarom-vraag de belangrijkste vraag is als het gaat om leiderschap. Hij introduceert het model van de ‘Gouden cirkel’ (Golden Circle). Dit model bestaat uit drie cirkels. Elke ring staat voor een vraag die centraal staat: de ‘Wat-’, ‘Hoe-’ en – de belangrijkste van de drie – de ‘Waarom’-vraag. Sinek’s model gaat uit van drie niveaus waarop organisaties en mensen opereren. 'In de buitenste cirkel staat wát je doet, in de volgende hóé je het doet en in de binnenste waaróm je het doet. Volgens Sinek komen veel organisaties niet toe aan die waarom-vraag, maar schuilt daar wel het geheim van succes.' In de woorden van Sinek: "The problem is, most (organizations) don’t even know that Why exists." Wat? Hoe? Waarom? Sinek legt ook de link naar hoe de menselijke hersenen werken waarbij de buitenste schil, de neocortex, betrokken is bij de hogere functies, zoals zintuigelijke waarneming, bewuste bewegingen, redeneren, abstract denken en taal. De kern van de hersenen, het limbisch systeem, is betrokken bij emotie, motivatie, genot en het emotioneel geheugen. De eerste koppelt hij aan de wat- en hoe-vraag (het rationele), die laatste aan de waarom-vraag (het gevoel en vertrouwen). Volgens Sinek raak je mensen alleen als je de waarom-vraag kunt beantwoorden en als het geloof daarin overeenkomt met het geloof (hoop) van de mensen. Het model is verrassend eenvoudig, maar niet minder essentieel. In de onderstaande TED-talk legt Sinek zélf de essentie van zijn model uit en verklaart hij op basis van zijn model de succesformule van Apple (The way we challenge the status quo is by making our products beautifully designed, simple to use and user friendly. We just happen to make great computers. Want to buy one?):
bron: www.startwithwhy.com en Management Team 39 (09-09-2011)
Tags:
Applicatieportfoliomanagement volgens Henk Zwaan
Gepubliceerd in
Informatiemanagement
feb 06 2011 De applicatielevenscyclus schetst het verloop van het 'leven' van een applicatie. Bij grote organisaties geldt dat er in elk kwadrant wel applicaties te vinden zijn, waardoor er een spreiding ontstaat in de inspanningen en investeringen die noodzakelijk zijn in het totale applicatielandschap.Om de positie van een applicatie in het levenscyclusmodel te bepalen, is het nodig de functionele en technische waarde (kwaliteit) van de applicatie te onderzoeken. De aspecten die in een dergelijk onderzoek worden beoordeeld, refereren aan het IT-governanceraamwerk. Volgens Zwaan onderschatten organisaties structureel het aantal aanwezig applicaties. Een ondoordachte, (te) uitgebreide applicatieportfolio brengt onnodig veel kosten met zich mee. Om goede beslissingen te nemen over een applicatie is inzicht in de waarde van de applicatie nodig. Hierbij maakt De Zwaan onderscheid tussen de functionele waarde en de technische waarde. De functionele waarde van een applicatie wordt in hoofdzaak bepaald door:
De technische waarde van een applicatie wordt in hoofdzaak bepaald door:
Het applicatieportfolio vertegenwoordigt niet alleen waarde (en kosten), maar brengt ook significante risico's met zich mee. Vaak komen de risico's pas naar voren als een applicatie hapert. Een extra reden dus om dit portfolio adequaat te managen. Zwaan noemt zes kenmerken waaraan je kan herkennen dat een applicatieportfolio te groot is óf onvoldoende wordt gemanaged:
Bij het beoordelen van projectvoorstellen wordt vaak gefocust op de projectkosten, de kosten om een nieuwe applicatie te bouwen en te implementeren. Er wordt uit het oog verloren dat de kosten van een applicatie voor meer dan 80% de beheer- en exploitatiefase betreffen. De ontwikkelkosten zijn dus slechts een fractie van de liftetime kosten van de applicatie. Dit heeft als risico dat beheer en exploitatie een steeds groter deel van het IT-budget opslokken en uiteindelijk geen ruimte voor innovatie overlaten. Applicatieportfoliomanagement wordt dan ook steeds belangrijker. Het applicatieportfolio bevat de huidige en toekomstige softwareapplicaties die binnen de organisatie worden gebruikt. Applicatieportfoliomanagement gaat om het onderkennen van de waarde van applicaties - zowel vanuit business- als technologische oogpunt - en het onderkennen van de noodzakelijke wijzigingen in het applicatielandschap. Hierbij dient het overall-applicatieportfolio invulling te geven aan de voor de business benodigde functionaliteit en de perfomance-eisen. Zwaan definieert applicatieportfoliomanagement als: "het plannen, organiseren en controleren van alle informatiesystemen, zodanig dat er sprake is van een optimale samenhang tussen enerzijds de bedrijfsprocessen en informatiesystemen en anderzijds tussen de verscheidene informatiesystemen. Het omvat tevens de sturing van dit proces." Zie ook: Bron: Besluitvorming en IT-portfolio's, praktische oplossing voor de IT-governancepuzzel in Finance & Control, december 2007, Henk Zwaan,
De kracht van beslissen
Gepubliceerd in
Lifehacking
feb 05 2011 Kerry Gleeson wijst in zijn boek PEP - Het persoonlijk efficiency programma erop dat het belangrijk is besluitvaardig te zijn en actie te ondernemen om vooruit te komen in je werk en leven. "Succesvolle mensen hebben over het algemeen weinig tijd nodig om een besluit te nemen, maar hebben veel tijd nodig om een beslissing te wijzigigen als die eenmaal is gemaakt. Vaak durven mensen niet beslist op te treden. Als je een beslissing neemt, moet je tenslotte de gevolgen ook accepteren. Als besluitvaardigheid een zwak punt is voor jou, maak dan gebruik van de volgende simpele methode. Maak je een voorstelling van de meest ernstige gevolgen van een beslissing die je kunt nemen nemen, en vraag jezelf af of je die gevolgen wilt accepteren. Als het antwoord 'ja' is, neem je die beslissing." Gleeson noemt ook een aantal oorzaken van slechte besluitvorming:
Bron: PEP - Het persoonlijk efficiency programma, Kerry Gleeson Tags:
PEP-methode (Kerry Gleeson)
Gepubliceerd in
Lifehacking
feb 05 2011 Kerry Gleeson is de auteur van het boek PEP - Het persoonlijk efficiency programma. Volgens Gleeson hebben we nooit geleerd hoe je je werk moet verrichten om zowel kwaliteit als kwantiteit te bereiken. Het Persoonlijke Efficiency Programma (PEP) is volgens Gleeson’s eigen zeggen ‘de ontbrekend schakel in de keten van kwaliteit en productiviteit’ die mensen nooit hebben geleerd op het gebied van werken in een kantooromgeving. Dat deze schakel ontbreekt, hebben we vaak niet eens in de gaten. Iets wat ontbreekt is moeilijk te zien, maar is tegenwoordig wél de oorzaak van eindeloze frustratie voor veel kenniswerkers. “Hoewel de meeste mensen zijn opgeleid voor het beroep dat zij uitoefenen, zijn er onder ons maar weinigen, en dit geld met name voor de mensen met een kantoorbaan, die hebben geleerd hoe zij efficiënt en effectief kunnen werken. Er zijn te veel mensen met een hoge functie die geen idee hebben hoe zij moeten organiseren en hoe zij hun werk het beste kunnen uitvoeren. (...) In mijn werk heb ik veel intelligente mensen en knappe koppen ontmoet die hun beroep verstaan. [O]ndanks al hun bewezen bekwaamheid en hun opleiding lijden veel van deze mensen een gestresst leven als ze eenvoudig proberen te doen wat ze moeten doen.” Gleeson belooft dat het toepassen van PEP je leert… Eén van de belangrijkste principes om meer te bereiken volgens Gleeson is het vermijden van uitstel door de gewoonte aan te leren direct te handelen: “Doe het nu”. Door dingen nu te doen, reduceer je je werklast. Niets kost zoveel tijd als uitstel. De truc is dan ook net zo handig te zijn bij het afronden van zaken als bij het uitstellen ervan. Dit gaat niet over zaken die je nu niet kunt doen of zaken die je niet zou moeten doen, maar alle zaken die je kunt en moet doen, maar die je niet doet. Reageer direct op zaken als je ze voor het eerst onder ogen krijgt en bespaar jezelf heel wat tijd op lange termijn. Maar al te vaak is de reden waarom je dingen niet klaarkrijgt gewoon dat je ze niet doet. - Sta versteld, hoe weinig tijd het je kost Als je niets aan papierwerk doet, verspil dan ook geen tijd door ernaar te kijken. Gleeson noemt acht manieren om te leren uitstel te voorkomen (en zo je persoonlijke productiviteit te verhogen): (1) Doe het één keer (1) Doe het één keer (2) Zet zaken uit je hoofd Concentratie in de ware, zuivere vorm betekent in staat te zijn je gedachten op één enkele zaak te richten. Als je je helemaal kunt concentreren op wat je probeert te doen, breng je een van de meest essentiële elementen van succes in stelling. (3) Los problemen op als ze nog klein zijn (4) Verminder verstoringen (5) Werk achterstanden weg
(6) Werk naar de toekomst in plaats van naar het verleden (7) Maak je niet langer zorgen (8) Krijg nu het positieve gevoel over jezelf Bron: PEP - Het persoonlijk efficiency programma,Kerry Gleeson
Tags:
|
Meer artikelen...
|
|
JPAGE_CURRENT_OF_TOTAL |
Whosoever desires constant success must change his conduct with the times. Niccolo Machiavelli |
De TED-methode Bij Bol.com | Managementboek | Amazon.nl |