Ten tijde van de bedreiging van de Amerikaanse economie door Japanse producten, formuleerde Deming veertien aandachtspunten voor verandermanagement:
-
Constante verbetering nastreven in producten en diensten
-
Omarm een nieuwe filosofie (die verandering mogelijk maakt)
-
Stop met grote eindcontroles voor kwaliteit (kwaliteitscontroles moeten binnen het proces plaatsvinden; los problemen daar op waar ze ontstaan)
-
Geen stimulans voor deals op prijs: wees als organisatie zowel qua inkoop als verkoop erop gericht langdurige relaties aan te knopen met leveranciers en klanten
-
Continue procesverbetering: wees altijd gericht op verbeteren van kwaliteit en productiviteit
-
Institutionaliseer training en opleiding: training en ontwikkeling is noodzakelijk voor het voorbestaan van de organisatie, dus meer dan een gunst aan de medewerker
-
Omarm en stimuleer leiderschap: managers moeten leiden, niet beheren
-
Ban angst uit: mensen moeten zich veilig voelen om überhaupt hun nek te durven uitsteken.
-
Slecht drempels tussen functionele gebieden: bijv. door te werken in multifunctionele teams
-
Geen ‘wijze woorden’ op posters op de werkvloer: doe niet aan slogans, doelstellingen en waarschuwingen op de werkvloer . Kwaliteits- en productieprolemen komen voort uit het systeem en niet uit individuele medewerkers.
-
Geen sturing op cijferdoelstellingen: mensen stellen alles in het werk om deze doelstellingen te halen, inclusief ongewenste neveneffecten (bijv. producten met fouten)
-
Breng trots op de werkvloer: laat mensen weer trots (kunnen) zijn op hun vakmanschap
-
Bevorder opleiding en zelfontwikkeling: stimuleer leren en verbetering bij elke werknemer
-
Zet concrete acties uit om verandering te realiseren: onderneem actie om te veranderen
Bron: Models, Businessmodellen met body (2006), Marischka Setz & Tom W. den Hoed