Bovenstaande formule is bruikbaar om te controleren of een aantal tekens voorkomen in een specifieke cel.
In dit geval wordt Cel E3512 doorzocht op het voorkomen van de tekst "205".
Zie ook: Excel-truc: zoeken op voorkomen van specifieke waarde
Excel-truc: doorzoeken cel op voorkomen specifieke tekens
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
apr 01 2018 Bovenstaande formule is bruikbaar om te controleren of een aantal tekens voorkomen in een specifieke cel. In dit geval wordt Cel E3512 doorzocht op het voorkomen van de tekst "205". Zie ook: Excel-truc: zoeken op voorkomen van specifieke waarde Tags: Reactie toevoegen
Leren? Ik werk liever! (boekentip)
Gepubliceerd in
Boeken over persoonlijke effectiviteit
apr 01 2018 Leren? Ik werk liever! Bij Bol.com | Managementboek
Omdenken met Orison Swett Marden
Gepubliceerd in
Citaten: omdenken
apr 01 2018 Don't wait for extraordinary opportunities. Seize common occasions and make them great.
Gedragsverandering volgens het Triade-model van Poiesz
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
apr 01 2018 Theo Poiesz beschrijft in zijn boek Gedragsmanagement, waarom mensen zich (niet) gedragen zijn Triade-model. Dit model is een hulpmiddel voor het verklaren, voorspellen en beïnvloeden van gedrag. Het Triade-model onderscheidt drie noodzakelijke factoren om mensen of groepen te bewegen:
Om gedrag effectief te kunnen sturen moet aan drie aspecten aandacht worden besteed:
Het samenspel van deze factoren leidt uiteindelijk tot gedrag en gedragsverandering. Bron: De praktijk is weerbarstiger dan de theorie, Wilco Roobol Tags:
Statistische concepten en hulpmiddelen: Mann-Whitney toets
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
apr 01 2018 Mann-Whitney toets De Mann-Whitney toets is een verdelingsvrije is een verdelingsvrije techniek die gebruikt wordt om na te gaan of twee onafhankelijke variabelen uit dezelfde populatie afkomstig zijn. De toets is voornamelijk gevoelig voor verschillen tussen de gemiddelden van de populaties; in de praktijk komt dit erop neer dat de Mann-Whitney toets gebruikt wordt om de veronderstelling te toetsen dat beide groepen hetzelfde gemiddelde hebben. Als zodanig kan de Mann-Whitney toets gebruikt worden in dezelfde situaties als een t-toets voor het verschil tussen twee gemiddelden. Anders dan bij een t-toets, wordt echter niet verondersteld dat beide populverdelingen normaal verdeeld zijn en dezelfde spreiding bezitten. Bij de Mann-Whitney toets ordent men de waarnemingen uit beide steekproeven, ongeacht de steekproef waaruit de waarnemingen afkomstig zijn, van laag naar hoog. De laagste score krijgt rangnummer 1, de daarop volgende score krijgt rangnummer 2, enzovoort. Laten we beide groepen aanduiden als A en B. Als nu de ene groep duidelijker lagere resultaten behaalt dan de andere, levert dit veel lage rangummers op. De mensen uit de ene groep (stel dat dit A is) zitten vooral 'voorin' de rangschikking, veel mensen uit de andere groep (B) zitten achterin. Anders gezegd: er zullen veel A's voorafgaan aan de B's. Als er daarentegen geen wezenlijk verschil tussen de groepen bestaat, zal de volgorde van A's en B's willekeurig zijn: er zal even vaak een A voorafgaan aan B als omgekeerd. (...) Het wezen van een Mann-Whitney toets bestaat erin, te tellen hoeveel B's er vooraf gaan aan iedere A. De eerste A (score 18) staat in de rangschikking op de vijfde plaats, er gaan 4 B's aan vooraf. De tweede A (op de zesde plaats) wordt eveneens door 4 B's voorafgegaan. De derde A (plaats 8) wordt voorafgegaan door 5 B's, enzovoort. In totaal 4 + 4 + 5 + 5 +5 +5 = 28. Men noemt dit getal U. Men kan ook tellen hoeveel A's er voorafgaan aan iedere B; dit noemt men U'. U' is hier 0 + 0 + 0 + 0 + 2 = 2. Als de groepen niet wezenlijk van elkaar verschillen, moet U' gelijk zijn aan U. In dat geval verwachten we immers een willekeurige verdeling van A's en B's; er zal dan even vaak een A voorafgaan aan een B als omgekeerd. Hoe groter het verschil tussen U' en U, des te meer reden er is om aan te nemen dat de groepsgemiddelden wèl van elkaar verschillen. Met behulp van tabellen kan getoetst worden of het verschil significant (dit is: niet op toeval berustend) is. De Mann-Whitney toets is oorspronkelijk bedacht door Wilcoxon en verder ontwikkeld door de heren Mann en Whitney. Men komt hier een daar de toets nog tegen onder de naam Wilcoxoon-toets voor twee onafhankelijke steekproeven. Omdat de gebruikte toetststatiek U genoemd wordt, spreekt men ook wel van de U-toets van Mann-Whitney. Mann-Whitney U-toets Bijvoorbeeld, in een wedstrijd tussen twee landen zijn de turners van land A geëindigd op de 1ste, 2e, 6e, 7e en in land B op de 3e, 4e, 5e, 8e, plaats. Welk land is gemiddeld genomen beter? Men zegt dat er geen verschil is als de som van de rangorde getallen in de ene groep net zo hoog als in de andere groep (onder de voorwaarde dat de groepen evengroot zijn). Om te toetsen of de som van de rangorde getallen groter is in de ene groep dan in de andere, berekent men de Mann-Whitney U-waarde
Mann-Whitney U-toets Bij variabelen op ordinaal meetniveau kun je berekenen of de mediaan van de variabele tussen de groepen significant verschilt. Je wilt bijvoorbeeld weten of personeelsleden van de ene afdeling significant verschillen van de personeelsleden van een andere afdeling in de beoordeling die ze van hun baas hebben gekregen. De beoordeling is gegeven op een vierpuntsschaal (zwaar onvoldoende - onvoldoende - voldoende - goed). Je kunt met de Mann-Whitney U-toets berekenen of de ene afdeling significant hoger scoort dan de andere. Bij P <= alpha mag je aannemen dat de groepen significant verschillen. Bron: Tags:
Proactief prestatiemanagement volgens Bill Walsh
Gepubliceerd in
Citaten: management
mrt 31 2018 The culture precedes positive results. It doesn't get tacked on as an afterthought on your way to the victory stand. Champions behave like champions before they're champions: they have a winning standard of performance before they are winners.
Bereken je omslagpunt met Sportrusten
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
mrt 31 2018 Volgens Sportrusten is het handig om te weten wat je omslagpunt is, zodat je weet wanneer je slim traint en kunt zien of je beter wordt. Wat zijn de verschillende hartslagzones en waarom wil je die trainen? [L]age hartslag en heeft nauwelijks effect. Je kunt op deze hartslag lopen (of fietsen) om je herstel te bevorderen, maar een training is het niet. LET OP: laat je niet misleiden door 100% vetverbranding, want in procenten verbrand je wel veel vetten, maar je loopt zo rustig dat je nauwelijks calorieën verbrandt en dus niet veel gewicht verliest. [H]artslag waarbij je nog prima kunt praten, om je heen kunt kijken en waar je trainingseffect begint te krijgen. Deze hartslag is ideaal om 1 x per week te trainen om je ademhaling te oefenen en je hoofd leeg te lopen met een lage hartslag. [H]artslag met verreweg de beste trainingsprikkel. Loop jij niet in de eerste plaats hard omdat je jouw sportprestatie zo belangrijk vindt, maar omdat je naast het hardlopen goed wil slapen, meer concentratie wil, een blijmoediger brein en wat gewicht wil verliezen? Dan is D2 goud waard. Voor mensen die een PR op de 10 kilometer willen verbeteren of een scherpe tijd op de halve marathon willen lopen is D3 een belangrijke zone. Voor de afwisseling is het sowieso goed om per week 3 x 6 minuten op deze hartslag te lopen. [H]artslag bóven je omslagpunt. Daar kun je komen als je intervaltrainingen doet. (...) PR op 10 kilometer Ga ten minste 1 x per week hoog in D3 trainen. Wordt je sneller bij dezelfde hartslag? Dan gaat het goed en kun je een poging wagen om je PR op de 10 kilometer aan te scherpen. Gewoon lekker lopen Vind jij je hardloopprestaties niet zo interessant, maar loop je hard omdat het je goed doet? Loop dan 2 x per week in hartslagzone D2 en 1 x in D1 met afwisselend kort in D3. Goed voor je gezondheid en goed voor je humeur. Bron: Bereken mijn hartslagzones
Tags:
Brein meester (boekentip)
Gepubliceerd in
Boeken over persoonlijke effectiviteit
mrt 30 2018 Brein meester Bij Bol.com | Managementboek
Statistische concepten en hulpmiddelen: meetniveaus variabelen
Gepubliceerd in
Lean Six Sigma
mrt 30 2018 Meten is het - volgens bepaalde regels - toekennen van getallen aan eigenschappen. (...) Bij veel soorten onderzoek worden individuen ingedeeld in klassen ... Dergelijke gegevens duiden een niet-getalsmatige eigenschap (kwaliteit) aan; men noemt dit kwalitatieve gegevens. Voor de verwerking van de gegevens in de computer is het handig hieraan een getalsmatige code te verbinden: personen in eenzelfde klasse voegen we hetzelfde getal toe en personen van verschillende klassen kennen we verschillende getallen toe. Hoe we die getallen toekennen is in feite willekeurig, zolang we de representanten van de verschillende klassen maar uit elkaar kunnen houden. Dus man = 0, vrouw = 1 is even goed als man = 9, vrouw = 3 of man = X, vrouw = Y. Het toegekende getal zegt niets over de mate van mannelijkheid of vrouwelijkheid. Het is ... niet anders dan een naam (latijn: nomen) of een etiket. Dit indelen van individuen in kwalitatief verschillende klassen wordt nominaal meten genoemd, oftewel meting op een nominaal meetniveau. Continue data Gegevens die elke waarde op een glijdende schaal aannemen en tot in de kleinste oneindigheid worden opgedeeld met behoud van betekenis. Tussen elke twee willekeurige waarden ligt alitijd nog een tussenwaarde! Het gaat hier om data die uitdrukking geven aan tijd, geld, afstand, temperatuur, massa of energie. (...) Discrete data Gegevens die alleen hele waarden aannemen. Het is bij dit type data onmogelijk de waarneming te delen in een kleinere eenheid, aangezien de uitkomst dan onzin wordt of simpelweg niet bestaat. We hebben het bij discrete data altijd over tellingen. (...) Verschillende datatypen De hoofdindeling tussen de verschillende typen data bestaat dus uit continue data en discrete data. Binnen deze twee hoofdcategorieën zijn echter nog subcategorieën te onderscheiden. Kennis hebben van deze subcategorieën kan helpen om te identificeren of er sprake is van continue data of discrete data. (...) Binnen discrete data onderscheiden we vier subcategorieën: Telling Bij een telling gaat het om het tellen van aantallen. Verteld wordt hoe vaak een bepaalde situatie zich voordoet. Binair Een binaire meting kent slechts twee uitkomsten. Dit zijn uitkomsten die vooraf een titel hebben gekregen, zoals bijvoorbeeld 'geslaagd' / 'gezakt', 'ja' / 'nee' of 'goed' / 'fout'. Ordinaal Bij een ordinale schaal is bij de antwoordmogelijkheden sprake van een bepaalde ordening. De antwoordmogelijkheden hebben allemaal een titel meegekregen en kennen onderling een bepaalde verhouding. Een van de meest herkenbare voorbeelden is bijvoorbeeld het antwoord op de vraag of je het met een bepaalde stelling eens bent: volledig oneens | oneens | neutraal | eens | volledig eens. Nominaal Bij een nominale schaal heeft iedere titel een specifieke naam gekregen, zonder dat deze onderling een bepaalde relatie met elkaar hebben. Het zijn als het ware los van elkaar staande categorieën die door en titel worden aangeduid. (...) Omdat discrete data op zich zelf veel minder informatie geven, dan de preciezere continu data, hebben we per definitie voor discrete data een grotere steekproef nodig dan voor continu data. Gaat het om een onderzoek naar de centrale tendens, dan geldt als vuistregel 30 meetpunten voor continue data volstaan, tegenover 100 meetpunten voor discrete data.
Zie ook: LSS: Meetniveaus (continue vs discrete data) Bron:
Tags:
The five moments of learning need volgens Bob Mosher
Gepubliceerd in
Bluff Your Way Into
mrt 30 2018 |
Meer artikelen...
|
|
JPAGE_CURRENT_OF_TOTAL |
Management is doing things right; leadership is doing the right things. Peter Drucker |
Beslis kundig Bij Managementboek |