Bij variabelen vanaf een ordinaal meetniveau kan voor het zichtbaar maken van de verdeling gebruik gemaakt worden van een boxdiagram. Uitgangspunt daarbij is de mediaan, ofwel de middelste waarneming. Deze mediaan is door middel van een dikke streep in de verdeling zichtbaar gemaakt, het geeft de 50 procent middelste waarnemingen weer. Daaromheen is een 'boxje' aan beide kanten 25 procent van de waarnemingen geplaatst. (...) Uit de box steekt aan weerskanten een steel uit met een dwarsstuk. Deze dwarsstukken geven het begin en het einde (zeg maar de overige 50 procent) van de verdeling aan. Een boxdiagram wordt vanwege de vorm ook wel 'repensteel' (een reep met twee stelen) of 'snorrendoos' genoemd. Zijn er uitschieters, dan worden deze oor middel van een punt zichtbaar gemaakt in deze grafiek. Een boxdiagram is dus een geschikte figuur als je zowel de middelste 50 procent als de uitschieters wilt weergeven.
Bron: