• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Handelen als expert volgens Liesbeth Kester & Jeroen van Merriënboer
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

leren learn

 

In het artikel Effectief leren van multimediale leerbronnen beschrijven Liesbeth Kester & Jeroen van Merriënboer wat er nodig is om als expert te handelen in de wereld om ons heen: je moet beschikken over schema's met declaratieve kennis en procedurele kennis:

kennis leren

Effectief leren leidt tot expertise en expertise in een bepaald domein resulteert in steeds rijkere en geavanceerdere schema’s in het langetermijngeheugen. Expertise is dus niet zozeer het vermogen om te kunnen redeneren met een groot aantal elementen, want dit kan niet met ons beperkte werkgeheugen; het is de beschikking hebben over rijke en geavanceerde schema’s. In een notendop bevatten deze schema’s declaratieve kennis en procedurele kennis. Declaratieve kennis stelt ons in staat de wereld om ons heen te begrijpen en samen met procedurele kennis stelt het ons ook in staat in de wereld om ons heen te handelen. Twee complementaire processen leiden tot expertiseontwikkeling, namelijk schema-constructie en schema-automatisering.

Schema constructie is een (vaak) bewust proces dat resulteert in steeds complexere schema’s die ontstaan door steeds meer elementen of schema’s te koppelen. Deze schema’s bevatten kennis en zorgen voor een sterke vermindering in de belasting van het werkgeheugen omdat het werkgeheugen schema’s, ongeacht hun complexiteit, verwerkt als één element. Dus: wat voor de één een grote hoeveelheid elementen is, is voor een andere, meer ervaren persoon maar één element, omdat deze de afzonderlijke elementen al in een schema heeft ondergebracht.

Hierdoor kan het voorkomen dat nieuwe informatie voor iemand met veel relevante expertise goed te begrijpen is, terwijl het voor een ander, met een beperkte voor kennis, niet begrijpelijk is.

Schema-automatisering treedt op wanneer leerlingen herhaaldelijk en succesvol een bepaald cognitief schema toepassen. Ook schema-automatisering vermindert de belasting op het werkgeheugen. Geautomatiseerde schema’s hebben een directe koppeling met gedrag (denk aan blind typen – wie dat kan is zich niet meer bewust van de sturing van zijn vingers op het toetsenbord) en zijn actief buiten het werkgeheugen om. Hierdoor belasten ze het werkgeheugen niet.

(...)

Schemaconstructie:  bouwen en uitbreiden
Om schema’s te (re)construeren moet een leerling algemene informatie uit een reeks specifieke voorbeelden destilleren (generaliseren). Aan de hand van de rode draad bouwt hij generieke schema’s, die toepasbaar zijn op meerdere situaties. Voldoet een generiek schema niet voor een specifieke situatie, dan kan hij details toevoegen om het wel toepasbaar te maken (discrimineren). Dit proces van bouwen middels generalisatie en discriminatie heet inductie (Holland et al., 1989).

Het is een bewust uitgevoerd, strategisch en gecontroleerd proces (mindful abstraction, Perkins & Salomon, 1989). Met deze voorkennis is een leerling vervolgens in staat nieuwe informatie te begrijpen (in welk schema hoort dit thuis?) en te structureren (integreren in het schema). Dit proces van uitbreiden heet elaboratie (Willoughby et al., 1997).

(...)

Schema-automatisering: kenniscompilatie en versterking

Het tweede proces dat leidt tot expertiseontwikkeling is schema-automatisering. Leerlingen automatiseren de schema’s die zij hebben geconstrueerd door middel van twee stappen: kenniscompilatie en versterking.

Kenniscompilatie heeft betrekking op het vormen van procedures. Een voorbeeld is het leren van de procedure voor opbellen: pak de telefoon; toets tien cijfers in; druk op het groene hoorntje; wacht tot er opgenomen wordt; zeg je naam. Wanneer een kind leert telefoneren staat de ouder er eerst naast om stap voor stap instructie te geven. Na een tijdje hoeft dat niet meer: het kind doet het ‘automatisch’ goed, ofwel: de stappen van de procedure zijn gecombineerd in één schema. Op basis van dit schema kunnen weer specifieke schema’s ontstaan, zoals ‘opa en oma opbellen’. Ook dit is kenniscompilatie. Het gecombineerde schema bestaat uit het schema ‘opbellen’ inclusief het nummer van opa en oma. Kenniscompilatie gaat dus over het vormen van schema’s die iemands gedrag direct sturen. Dit noemen we procedurele kennis: iets kunnen zonder dat je bewust weet hoe je het moet doen.

De tweede stap is het versterken van de schema’s. De zeer specifieke schema’s die ontstaan door kenniscompilatie zijn in eerste instantie zwak. Vergelijk het met een zogenoemd olifantenpaadje: als iemand één keer het voetpad door de berm afsnijdt leidt dat nog niet tot een pad – als dat honderd keer gebeurt wel. Zo werkt het ook in het geheugen: door kenniscompilatie ontstaat een geheugenspoor, dat door herhaaldelijk gebruik een sterk geheugenpad wordt. Hoe vaker een leerling het schema succesvol inzet, hoe sterker het wordt en hoe groter de kans is dat hij het snel en op de juiste manier kan inzetten. Versterking van de schema’s vereist lange perioden van training om volledige automatisering te bereiken (Palmeri, 1999). Denk aan het oefenen van de tafels van vermenigvuldiging. Het resultaat is dat leerlingen routinevaardigheden ‘op de automatische piloot’ kunnen uitvoeren.

Multimediale leerbronnen die insteken op schema-automatisering bieden mogelijkheden voor kenniscompilatie door middel van procedurele informatie. Voor het versterken van schema’s kunnen leerlingen deeltaak-oefeningen uitvoeren. Hieronder werken we beide uit.


•    Kenniscompilatie middels procedurele informatie
Het doel van procedurele informatie is leerlingen kennis te laten opdoen die noodzakelijk is voor het uitvoeren van routinevaardigheden. Het gaat om ‘hoe doe je dat’-instructies die vaak de vorm hebben van ‘als … dan’-regels. Verder gaat het om informatie die nodig is om deze instructies te begrijpen, vaak de definities van elementen uit deze instructies. Als leerlingen de spanning van een object in een elektrische schakeling moeten meten met een voltmeter, kan de ‘hoe doe je dat’-instructie bijvoorbeeld luiden: ‘Schakel de voltmeter parallel met het object waarvan je de spanning wilt meten’. Noodzakelijke informatie die nodig is om deze instructie te begrijpen is de definitie van een voltmeter, bij voorkeur geïllustreerd met een plaatje ervan.

Traditionele leerbronnen voor procedurele informatie zijn de leraar, job aids en learning aids. De leraar geeft procedurele informatie wanneer hij meekijkt over de schouders van de leerlingen en aanwijzingen geeft bij het uitvoeren van de routinevaardigheden (‘Nee, je moet dit instrument op deze manier vasthouden’, ‘Kijk, je moet nu deze optie selecteren’). Job aids en learning aids zijn bijvoorbeeld posters met veelgebruikte softwarecommando’s die aan de muren van het computerlokaal hangen, de gebruiksaanwijzing die naast een machine ligt, of de handleiding met veiligheidsmaatregelen voor stagiaires bij een bedrijf.

Modernere leerbronnen die procedurele informatie kunnen presenteren zijn bijvoorbeeld apps op tablets en smartphones, augmented reality-omgevingen en online hulpsystemen. Dit soort leerbronnen presenteren de procedurele informatie uit zichzelf of op verzoek van de leerling. Eenaugmented reality-omgeving kan procedurele informatie geven als een leerling naar een bepaalde display of controlepanel in de echte omgeving kijkt. Een online hulpsysteem geeft advies precies op het moment dat de leerling dit nodig heeft tijdens het werken aan een leertaak.

Wat maakt multimediale procedurele informatie effectief?

Just-in-time
Procedurele informatie die hoort bij een bepaalde vaardigheid moet actief zijn in het werkgeheugen op het moment dat een leerling de vaardigheid uitvoert. Alleen dan kan kenniscompilatie optreden (Van Merriënboer & Kirschner, 2013). De beste manier om dit te bewerkstelligen is door de procedurele informatie precies op het juiste moment (het just-in-time-principe) aan te bieden, ofwel op verzoek van een leerling ofwel ongevraagd. In dat laatste geval is meestal sprake van een leraar die aanwijzingen geeft tijdens de taakuitvoering – denk aan de chirurg die de arts in opleiding tijdens een operatie op het juiste moment uitlegt hoe hij een instrument het beste gebruikt. Augmented reality-systemen die gebruik maken van sensoren, bijvoorbeeld GPS voor locatiebepaling, kunnen deze taak van de leraar gedeeltelijk overnemen (Ternier et al., 2012).

Om ervoor te zorgen dat de procedurele informatie in het werkgeheugen beschikbaar is tijdens de taakuitvoering, kan een leerling deze informatie ook van tevoren uit het hoofd leren. Mayer en Moreno (2003) noemen dit ook wel het pretraining effect. In een overzichtsartikel laten zij zien dat leerlingen betere resultaten behalen wanneer ze eerst leren uit welke componenten een bepaald systeem bestaat alvorens ze leren hoe het systeem werkt (Devolder et al., 2009).

•    Versterking middels deeltaakoefeningen
Wie de tafels van vermenigvuldiging goed kent kan beter rekenen. Door bepaalde routinematige kennis en vaardigheden te oefenen verstevigen leerlingen hun basis, hun geautomatiseerde schema’s, waardoor ze in staat zijn de vaardigheden op termijn geheel geautomatiseerd uit te voeren. Multimediale leerbronnen die gericht zijn op vaardighedenontwikkeling in de vorm van deeltaakoefeningen, hebben dikwijls het karakter van op ‘stampen’ gericht computerondersteund onderwijs, al dan niet in de vorm van een app.

Wat maakt multimediale deeltaakoefeningen effectief?

Inoefening
Iemand leert beter autorijden als hij apart leert schakelen. Het inoefenen van een routinevaardigheid als schakelen in een auto heeft positieve effecten op leren en het uitvoeren van de hele taak. Leerlingen leren ‘op de automatische piloot’ te schakelen. En dat gebeurt zonder bewuste verwerking en laat daarmee het werkgeheugen onbelast. Hierdoor komt er capaciteit vrij voor de niet-routinematige vaardigheden zoals probleemoplossen en redeneren (het inschatten van lastige verkeerssituaties).
Uit onderzoek blijkt dat inoefening effectief is mits het gebeurt in de context van de hele taak (Carlson et al., 1989, 1990). Leerlingen hebben dus een relevante cognitieve context nodig om de routines te kunnen plaatsen. Dat blijkt ook uit een meta-analyse van Wickens en collega’s (2013) die vonden dat inoefening effectief is wanneer het plaatsvindt ná kennismaking met de hele taak, maar niet als het plaatsvindt tíjdens kennismaking met de hele taak.

Bron: Effectief leren van multimediale leerbronnen, Liesbeth Kester & Jeroen van Merriënboer; in: Weten wat werkt en waarom, december 2013 (4)

 

Tags:
Laatst aangepast op maandag, 10 juni 2019 08:02  
flow- en stock-benadering van kennis volgens Florijn, Van Gurchom & Van der Meulen
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

leren learn kennis soorten florijn

Rob Florijn, Manfred van Gurchom & Mike van der Meulen beschrijven in hun boek Kennis leren managen de verschillende visie op kennis in de vorm van de flow- en de stock-benadering van kennis:

leren kennis florijn gurchom

Polanyi (1967) verdeelt kennis in een 'stock' en een 'flow'-benadering.  ... De stock-benadering gaat ervan uit dat kennis onttrokken kan worden aan de menselijke drager, opgeslagen kan worden in een nieuwe vorm (met name in databestanden) en daardoor onafhankelijk van tijd en plaats benaderd kan worden. Men streeft ernaar impliciete kennis te expliciteren, zodat deze kennis kan worden vastgelegd en opgeslagen in 'systemen'. IT speelt in deze benadering een belangrijke rol. Bij de 'stock'-benadering legt men de nadruk op het facliteren van opslag- en distributieprocessen.

Bij de "flow'-benadering gaat men ervan uit dat kennis niet worden overgedragen maar noodzakelijkerwijs is gekoppeld aan een persoon die altijd, bewust of onbewust, subjectieve waarde aan informatie toekent. De flow-benadering ziet kennis veel meer gebonden aan individuele kenniswerkers en erkent dat kennis en vooral ervaring niet los gezien kan worden van de drager. Binnen de flow-benadering wordt veel gezien in het faciliteren van communicatie tussen kenniswerkers en het creëren van allerhande ontmoetings- en leermomenten voor individuen en groepen.

De beide invalshoeken geven elk andere uitgangspunten voor de manier waarop men kenniswerkers moet ondersteunen. De stock-benadering zoekt oplossingen als kennissystemen, kennisbanken, lessons learned database, best practices systemen en document retrieval systemen. Kennismanagement is in de optiek van de flow-benadering gericht op het soepel afstemmen van vraag- en aanbod van kennis.Binnen deze benadering worden oplossingen geboden als de inrichting van special interest groups, van communities of practice, van communicatie-infrastructuren gericht op het vrijelijk uitwisselen van ideeën en ervaringen (leernetwerken), tot het aanstellen van speciale functionarissen die erop gericht zijn om leerervaringen aan te duiden en mensen met elkaar in contact te brengen.

Bron: Kennis leren managen, Rob Florijn, Manfred van Gurchom & Mike van der Meulen

 

Tags:
Laatst aangepast op vrijdag, 31 mei 2019 16:02  
Focus volgens Confucius
Gepubliceerd in Citaten: persoonlijke effectiviteit
E-mail Afdrukken

citaat

Person who chases two rabbits catches neither.

Confucius.

Laatst aangepast op zondag, 16 juni 2019 05:42  
Leiderschap volgens John Seddon
Gepubliceerd in Citaten: leiderschap
E-mail Afdrukken

citaat

When you rid your organisation of conventional controls, develop meaningful controls derived from your purpose and put these to work where the work is done, people light up. They don’t need servant leaders or coaches, they need leaders who think differently.

John Seddon

Laatst aangepast op zondag, 16 juni 2019 05:41  
Leiderschap volgens L. David Marquet
Gepubliceerd in Citaten: leiderschap
E-mail Afdrukken

citaat

A leader is like a farmer who creates an environment for others to grow.

L. David Marquet

Laatst aangepast op zondag, 16 juni 2019 05:39  
Kennis volgens Peter Senge
Gepubliceerd in Citaten: omdenken
E-mail Afdrukken

citaat

Knowledge is constructed, not transferred.

Peter Senge

Tags:
Laatst aangepast op zondag, 16 juni 2019 05:39  
Management volgens Edgar Schein
Gepubliceerd in Citaten: management
E-mail Afdrukken

citaat

Building an effective organization is ultimately a matter of meshing the different subcultures by encouraging the evolution of common goals, common language, and common procedures for solving problems.

Edgar Schein

Laatst aangepast op zondag, 16 juni 2019 05:38  
Root cause-analyse volgens Marcel van Assen, Gerben van den Berg & Paul Pietersma
Gepubliceerd in Lean Six Sigma
E-mail Afdrukken

rca root cause analyse grondoorzaken

Marcel van Assen, Gerben van den Berg en Paul Pietersma schrijven in hun boek Het Groot Managementmodellenboek - 70 essentiële modellen: inhoud, toepassing, analyse en referenties het volgende over de Root Cause-analyse (RCA):

hendersons venkatraman strategic alignment model

De kern

Root cause analyse (RCA) is een klasse van probleemoplossende methoden, gericht op het vaststellen van de wortel van problemen of gebeurtenissen. Het is gebaseerd op het Ishikawa-diagram (ook wel visgraat- of oorzaak-gevolgdiagram genoemd), vernoemd naar de bedenker Kaoru Ishikawa. Het Ishikawa-diagram laat de oorzaken van een bepaalde gebeurtenis zien. Het werd voor het eerst gebruikt in de jaren zestig en wordt beschouwd als een van de zeven basisinstrumenten van kwaliteitsmanagement.

(...)

Bruikbaarheid

Men gebruikt de RCA om de variatie in een proces (uitkomst van een proces) te verklaren. Een bepaalde hoeveelheid variabiliteit is normaal en hoeft niet noodzakelijkerwijs op een belangrijke verstoring te duiden. Maar ongewenste variatie veroorzaakt ernstige verliezen of schade, vertragingen en lagere productiviteit, zeker als die zich voordoet in kritieke processen. De eerste essentiële stap is uitvinden wat de variatie veroorzaakt om vervolgens het effect ervan te kwantificeren. De belangrijkste oorzaken, die over het algemeen gemakkelijk zijn op te lossen, dienen eerst aangepakt te worden.

(...)

Uitvoering

RCA begint gewoonlijk met de samenstelling van een projectteam ... Vervolgens definieert het team het probleem en besluit welke variatie de meest kritieke verstoring van het onderzochte systeem veroorzaakt. Dan brengt het team het proces in kaart en bepaalt de factoren die de variatie veroorzaken in de fase van data- en bewijsverzameling. Vervolgens wordt bepaald welke factoren aan het probleem bijdragen en waarin die oorzaken zijn geworteld. Maar die root-oorzaken hoeven niet direct duidelijk te zijn, in welk geval brainstormsessies nodig zijn. Vervolgens worden de vastgestelde root causes (vaak een groot aantal) neergezet op een whiteboard voor verdere bespreking en om de bevindingen aan te scherpen. Daarna moeten aanbevelingen en oplossingen worden ontwikkeld en daadwerkelijk geïmplementeerd.

(...)

Bron: Het Groot Managementmodellenboek - 70 essentiële modellen: inhoud, toepassing, analyse en referenties, Marcel van Assen, Gerben van den Berg en Paul Pietersma

Laatst aangepast op zaterdag, 01 juni 2019 06:47  
Problematische oplossingen volgens Andrew Krepinevich
Gepubliceerd in Citaten: omdenken
E-mail Afdrukken

citaat

Simpel solutions to complex problems are inherently attractive and almost always wrong.

Andrew Krepinevich

Laatst aangepast op zondag, 16 juni 2019 05:37  
4 soorten kennis volgens Sprenger & Ten Have (2)
Gepubliceerd in Bluff Your Way Into
E-mail Afdrukken

leren learn kennis soorten florijn

Rob Florijn, Manfred van Gurchom & Mike van der Meulen gebruiken in hun boek Kennis leren managen de indeling in vier soorten kennis van Cees Sprenger en Steven ten Have:

leren kennis florijn gurchom

Men kan verschillende vormen of soorten kennis onderscheiden. Sprenger en Ten Have noemen vier soorten kennis:

 

  1. Subjectkennis: kennis die direct verbonden is aan een concreet object of onderwerp. Dit type kennis vormt de basis voor alle kennis maar is snel aan veroudering onderheving.

  2. Methodekennis: kennis die nodig is om de subjectkennis te kunnen gebruiken, om iets te produceren. Deze kennis is vaak meervoudig bruikbaar.

  3. Sociale kennis: kennis die betrekking heeft op de sociale en communicatieve vaardigheden van mensen.

  4. Handelingskennis: kennis die nodig is om de aanwezige kennis om te kunnen zetten in daden.

Bron: Kennis leren managen, Rob Florijn, Manfred van Gurchom & Mike van der Meulen

Tags:
Laatst aangepast op vrijdag, 31 mei 2019 15:22  


JPAGE_CURRENT_OF_TOTAL

Om te slagen moet je met zoveel passie in iets geloven dat het een realiteit wordt.

Anita Roddick

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 102 gasten online
Artikelen

continu verbeteren mark twain continuous improvement delayed perfection

Banner
Banner

Getting Things Done Dave Allen werken zonder stress 2015

Getting Things Done
Werken zonder stress, vol aandacht en creativiteit
David Allen

Bij Bol.com | Managementboek

Lean boekentips

Banner