Kenobject
Definitie
Persoon, voorwerp of verschijnsel in de realiteit waaromtrent je kennis hebt of wil verkrijgen.
Kenobject of kennisobject is een samentrekking van object van kennis, en duidt op de persoon, het voorwerp of het verschijnsel in de realiteit, waarnaar de kennis verwijst.
(...)
Het kenobject van een vakdiscipline heeft de bijzondere betekenis van het geheel van onderwerpen in de realiteit, die in de vakdiscipline besproken worden. Het kenobject van een vakdiscipline kan ... gesplitst worden in elementen en relaties, en kan hiërarchisch gerangschikt worden.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Kenobject
Kenobject
Definitie
Gebruiken van gamedenken, gametechnieken en spelelementen in een niet-game omgeving. Het doel is om spelenderwijs gedrag te veranderen, betrokkenheid te creëren en kennis over te dragen.
Zie ook:
Alias: ...
Gamification
Het toepassen van game-design denken in een non-game context met als doel gebruikers te betrekken, gedrag te veranderen, of complexe situaties te vergemakkelijken
Bron: Maarten Molenaar (geciteerd in: Opleiding Onderwijskundig E-learning Ontwerper van Marcel de Leeuwe - dag 4)
Onder gamification of gamificatie verstaat men het gebruik van speltypische technieken en elementen in een omgeving zonder spelcontext.
Onder Gamificatie (Engels: gamification) verstaat men het aanwenden van spelprincipes en speeltechnieken in een niet-spelcontext (zoals navigatie-apps, sociale media en in wetenschappelijk onderzoek) om menselijk gedrag op een positieve wijze te sturen.
Bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Gamificatie
Wat is gamification?
Gamification is het toepassen van gamedenken en gametechnieken in niet-game omgevingen. Bij gamification gebruik je spelelementen om gebruikers te motiveren en hun ervaring te verrijken.
https://www.marketingfacts.nl/berichten/wat-is-gamification-nou-eigenlijk
Bij het begrip ‘gamification’ kan al snel worden gedacht aan het ‘spelen van games’. In de context van het onderwijs, oftewel leren, kan het zodoende snel worden gezien als ‘serious gaming’. Het laatstgenoemde wordt in de literatuur omschreven als: “a carefull and considered application of game thinking to solve problems and encouraging learning and using all the elements of games that are appropiate.” (Kapp, 2012). Oftewel: het gebruik van spellen om mensen doelgericht kennis en vaardigheden aan te leren. (Zicherman, 2011).
Bron: https://www.vernieuwenderwijs.nl/wat-is-gamification/
Wat is gamification?
Gamification is het gebruiken van gamedenken, gametechnieken en spelelementen in een niet-game omgeving. Het doel is om spelenderwijs gedrag te veranderen, betrokkenheid te creëren en kennis over te dragen.
Bron: https://www.mediawijsheid.nl/veelgestelde-vraag/wat-is-gamification/
Game based learning
Wat is game based learning?
Game based learning maakt gebruik van een spel met een serieus doeleinde: de zogeheten ‘serious games’ of ‘simulaties’. Deze serious games hebben naast alle elementen van gewone spellen ook een opleidingskundige functie. Na het spelen van de serious game heeft de deelnemer kennis, vaardigheden en/of inzicht opgedaan over een bepaald onderwerp.
Game based learning en gamification worden vaak in één adem genoemd. ER zijn echter duidelijke verschillen tussen de twee. Game based learning is een op zichzelf staande leerinterventie die in de basis een spel of game is. Gamification staat niet op zichzelf maar gaat om het toevoegen van spelelementen aan iets dat in de basis geen spel is (bijvoorbeeld een training of een quiz).
Bron: Het blended learning kookboek, Johannes Vinke & Martèn de Prez (pdf)
Gamification
Wat is gamification?
Gamification is het gebruiken van spelelementen (zoals punten, ranglijsten en badges) in een setting die geen game is. Gamification wordt vaak verward met game based learning. Bij game based learning is de leerinterventie in de basis een spel, bij gamification is dit niet het geval.
Wat voegt gamification toe aan een leertraject?
Door goed ontworpen gamification-elementen aan jouw leertraject toe te voegen kun je deelnemers extra intrinsiek en extrinsiek motiveren. Denk bijvoorbeeld aan een ranglijst waarop deelnemers van elkaar kunnen zien wie tot nu toe de meeste aantal vragen goed heeft beantwoord, of wiens bijdragen in een online forum het meest gewaardeerd worden.
Bron: Het blended learning kookboek, Johannes Vinke & Martèn de Prez (pdf)
If everyone did their best, 95% of problems would remain.
W. Edwards Deming
Instructional Story Design
Develop Stories That Train
Rance Greene
Bij Bol.com
As Socrates showed us, there exist few quicker ways to make enemies than to ask the right questions of those vested in the wrong answers.
Matt Pirkowski
Veranderprogramma's die werken
Het ritme van veranderen in negen fasen
Hugo Mans
Bij Bol.com | Managementboek
Volgens James Robertson zijn er zeven mythes op het gebied van requirements:
-
Mythe-1: Requirements gaan over requirements: de waarheid is dat requirements gaan over problemen van de business. Kijk dus - als business analist - niet te veel naar de software, maar blijf oog houden voor het bedrijfsprobeem 'achter de software'.
-
Mythe-2: Luister naar de gebruikers: gebruikers komen niet op de proppen met innovaties, maar vragen vaak alleen om aanpassingen en verbeteringen van de bestaande situatie. De beroemde uitspraak van Henry Ford is dat als hij de mensen zou vragen wat ze zouden willen, ze naar alle waarschijnlijk hadden gezegd: snellere paarden.
-
Mythe-3: Testers testen software: testers moeten niet alleen het eindproduct testen, maar ook de tussenproducten (end-to-end), zodat je fouten in requirements vroegtijdig ontdekt.
-
Mythe-4: Schrijf altijd een complete set aan requirements: de 80/20 regel geldt ook voor requirements.
-
Mythe-5: Ruim tijd in for het debuggen: debuggen doe je pas op het eind, besteed in plaats daarvan juist meer tijd aan het goed krijgen van je requirements. Dit verdient zichzelf qua doorlooptijd en kosten zeker terug.
-
Mythe-6: Begin met use cases: use cases gaan over de oplossing, begin eerst met het begrijpen van het probleem.
-
Mythe-7: Met agile heb je geen requirements nodig: ook al kent agile geen requirementsfase, requirements blijven cruciaal (bijv. voor het visiedocument, je initiële requirementsset, de gesprekken en het testen).
Bron: http://it-maintenance.blogspot.com/2011/04/7-requirements-myths.html en http://www.reaco.nl/kenniscentrum/requirementsMythes.asp
Jan Willem van den Boogert beschrijft in zijn boek Praktijkgericht opleiden - al doende leren in de beroepspraktijk de drie bekwaamheden waarover een opleider moet beschikken:
Kerntaken en competenties van de opleider
Wanneer noemen we een opleider competent?
In grote lijnen kunnen we zeggen dat een praktijkgerichte opleider thuis is op drie terreinen:
(1) Het faciliteren van leerprocessen
(2) Het begeleiden van leerprocessen
(3) Het toetsen en beoordelen van leerresultaten
Deze drie vormen de pijlers van het opleidingsproces. Ze volgen elkaar op in tijd. Het faciliteren betreft het voorwerk, het scheppen van het kader. Dan volgt het begeleiden en ten slotte het toetsen en beoordelen van leerresultaten.
(1) Het faciliteren van leerprocessen
Faciliteren houdt in: voorwaarden scheppen voor leren. Daarbij is conceptueel denken belangrijk. Dit houdt in: het overzien van de grote lijnen van een opleidingstraject. Verder is schakelen belangrijk: tussen diverse belangen en perspectieven in de organisatie, tussen lange en korte termijn en abstract en concreet. Tevens ontwerpt en organiseert de facilitator opleidingsprocessen en stuurt deze aan. Dit houdt in: betrekken van mensen, zorgen voor materialen, afstemmen met andere afdelingen, een beroepsopleiding of andere partijen.
(2) Het begeleiden van leerprocessen
Informatie helder kunnen overbrengen en goed kunnen ontvangen is van groot belang voor het begeleiden. Een communicatieve basishouding, die zich kenmerkt door het openstaan voor anderen, vormt de ondergrond. Op die basishouding steunen gespreksvaardigheden, zoals het structureren van een gesprek, het stellen van vragen die aanzetten tot leren en het geven van feedback.
Daarnaast dient een begeleider bij te dragen aan het begrijpen van zaken of het eigen maken van vaardigheden. We doelen nu op didactiek. Didactische vaardigheden zijn bijvoorbeeld: het geven van instructie of het ontwerpen van een opdracht die aansluit op het leerdoel van een lerende.
(3) Het toetsen en beoordelen van leerresultaten
Een beoordelaar stelt vragen als: 'Heeft een lerende in voldoende mate deze competentie ontwikkeld? Kan ik de lerende deze handeling nu zelfstandig laten doen?' Het kunnen vertalen van competenties naar toetsbare gedragsaspecten is daarbij een belangrijke (toetstechnisch) vaardigheden. Andere toetstechnische vaardigheden zijn: een assessment ontwerpen en een beoordelingsgesprek houden.
Bron: Praktijkgericht opleiden - al doende leren in de beroepspraktijk, Jan Willem van den Boogert
Any method that starts by asking you to imagine an ideal future is deeply suspect from a complexity perspective. Far too likely to give an excuse to avoid the reality of the present.
Dave Snowden
There are no cheap tickets to mastery. You have to work at it, whether that means rigorously analysing a system or rigorously casting off your own paradigms and throwing yourself into the humility of not knowing.
Donella Meadows