In zijn boek Praktijkgericht opleiden - al doende leren in de beroepspraktijk beschrijft Jan Willem van den Boogert wat hij verstaat onder de begrippen 'competentie' en 'competent':
Werken aan competenties
Het woord 'competent' betekent letterlijk: 'bekwaam'. We vinden iemand bekwaam functioneren als hij in een beroepssituatie blijkt te beschikken over de benodigde kennis, inzicht, vaardigheden en houdingen en weet deze toe te passen in diverse situaties.
Het woord 'competentie' (als zelfstandig naamwoord) is weer een ander woord. Wat bedoelen we hier precies met dit begrip? Een competentie kan twee betekenissen hebben, die dicht bij elkaar liggen.
(a) Een vermogen dat iemand nodig heeft om te handelen in zijn beroep of functie. Dit vermogen is een persoonlijke kwaliteit van de persoon, die hij heeft ontwikkeld en aanwendt in zijn/haar beroepsmatige functioneren. Vermogens ontwikkelen is een langetermijnontwikkelingsproces, en dit ontwikkelen begint nooit bij een nulpunt. Het vermogen is aanwezig, maar heeft de nodige voeding en communicatie nodig om tot wasdom te komen.
Voorbeelden: communicatief vermogen, reflectief vermogen, technisch inzicht, analytisch denkvermogen.
(b) Een brede vaardigheid (of een set van vaardigheden) die iemand heeft aangeleerd en zich heeft eigen gemaakt, ten behoeve van zijn/haar werk. Voor het ontwikkelen van vaardigheden kan een kortetermijnleerproces afdoende zijn. Natuurlijk hangen de duur en intensiteit samen met de complexiteit van de vaardigheid en de beginsituatie van de lerende.
Voorbeelden: ontwerpen, relatiebeheer, assessments doen. Kortom: vermogens kun je ontwikkelen, vaardigheden kun je aanleren.
Vermogens kun je tevens zien als de 'onderstroom' van de vaardigheden. Voor het leren van vaardigheden zijn vermogens een voorwaarde.
Bron: Praktijkgericht opleiden - al doende leren in de beroepspraktijk, Jan Willem van den Boogert
De zintuigen tellen mensen in staat om de ruimtelijke omgeving in haar volle omvang waar te nemen. Daarmee nemen wij prikkels uit de omgeving waar en kunnen die omzetten in gewaarwording. Zintuigen zijn gevoelig voor zogenaamde energetische veranderingen. Die veranderingen zijn bijvoorbeeld electromagnetisch (licht), mechanisch (geluid, tast, beweging en spierspanning), chemisch (smaak en geur) of thermisch (hitte en koude) van aard.
De marketingexpert Philip Kotler (1973) identificeert (...) vier zintuigelijke kanalen die relevant zijn om een fysieke omgeving voor organisaties de juiste sfeer te kunnen geven: zien (kleur, helderheid, grootte en vorm), horen (volume en toonhoogte), ruiken (geur en frisheid), voelen (zacht, glad, temperatuur).
Binnen de NLP wordt ervan uitgegaan dat iedereen een eigen uniek systeem van ervaren, verwerken en opslaan heeft. Hierbij worden er vijf zogenaamde hoofdmodaliteiten onderscheiden: visueel (zien), auditief (horen), kinestetisch (voelen), olfactoir (ruiken), en gustatoir (proeven). Het voorkeurssysteem komt tot uiting in non-verbale communicatie (met name ogen), maar wordt elk van de zintuigelijke ervaringsgebieden ook gekenmerkt door zijn eigen vocubalaire ('ik heb oog voor iets', 'ik hoor het je zeggen', 'ergens greep op krijgen'). Naast de (vijf) hoofdmodaliteiten onderscheidt NLP ook zogenaamde submodaliteiten, fijnere nuances binnen een zintuigelijk systeem:
Visueel: kleur, helderheid, vorm, bouw, beweging, situatie, plaats, contrast, kleurverzadiging, afstand, tegenstelling, duur, snelheid, richting, perspectief, dimensionaliteit, geassocieerd of gedissocieerd, voorgrond-achtergrond, zelf-omgeving.
Kinestetisch: samenstelling (van weefsel), gewicht, temperatuur, vorm, dichtheid, beweging, plaats.
Auditief: toonhoogte, volume, tempo, timbre, plek, ritme, intonatie, stembuiging.
Reuk/smaak: geursterkte, vochtigheid, smaaksterkte, temperatuur, concentratie.
Bron: Een organisatie van vlees en steen (2009), Mark Mobach
Psychologische veiligheid
Zo vorm je vrijmoedige teams
Hans van der Loo, Joriene Beks
Bij Bol.com | Managementboek
Elliot Masie geeft in zijn podcast Learning Nudges een mooie beschrijving van een zgn. 'learning nudge':
A nudge ... is just a gentle push for changed behaviour (to succeed or avoid failure)
(...)
A nudge is ... something that wil grow as some phenomena will take place in the world of work:
(i) we are more digitally connected
(ii) triggered by observation
(iii) big data world (incl. AI, machine learning) drive ability to be nudged
(...)
For the nudge to be effective, it has to be:
- Trusted
- On target
- On time
- In the format that you want
and it's a nudge, not a lesson
Working hard for something we don’t care about is called stress. Working hard for something we love is called passion.
Simon Sinek
Business Process Management
Practical Guidelines to Successful Implementations
John Jeston, Johan Nelis
Bij Bol.com
A system that performs a certain function or that operates in a certain way will continu to operate in that way regardless of the need or changed conditions.
John Gall
Our lives begin to end the day we become silent about things that matter.
Martin Luther King Jr.