Ton de Leeuw definieert de onderdelen van een proces als volgt:
-
Input: relaties die verlopen van de omgeving naar het systeem.
-
Throughput (doorvoer): interne processen die input en output verbinden; ze realiseren de transformatie verandert in uitvoer.
-
Output: relaties die verlopen van het systeem naar de omgeving.
De Leeuw definieert een proces als een reeks in de tijd geordende gebeurtenissen of activiteiten die elkaar beïnvloeden.
De definitie is abstracter dan meer concrete definities waarin een proces wordt opgevat als een serie transformaties waarbij het ingevoerde element daadwerkelijk verandert (in plaats, stand, vorm, afmeting, functie, eigenschap of enig ander kenmerk).
Volgens De Leeuw kan het primaire proces gedefinieerd worden als het proces dat de meest wezenlijke verbinding met de omgeving tot stand brengt. Het primaire proces realiseert de voornaamste functie welke dat systeem in de omgeving vervult. Ze is voor dat systeem ook het meest kenmerkend.
Zie ook: Processen volgens De Leeuw (1)
Bron: Besturing van veranderingsprocessen, A.C.J. de Leeuw