Arjan van Dam beschrijft in zijn boek De kunst van het falen dat de kunst van het falen neerkomt op het "op zo'n manier met faalervaringen omgaan dat ze je vertrouwen in eigen kunnen niet aantasten en je motivatie niet verlagen. Het is zelfs mogelijk om zo met fouten en faalervaringen om te gaan dat je harder je best gaat doen en je vertrouwen in eigen kunnen groter wordt."
Hij baseert zich op onderzoek van Carol Dweck die twee manieren ontdekte waarop kinderen reageren op tegenslag:
-
Reageren met een zgn. hulpeloosheidsrespons: opgeven, het niet meer zien zitten, gek doen of grapjes maken om aandacht af te leiden, stil worden of zich terugtrekken.
-
Reageren met een meesterschapsrespons: blijven doorgaan, niet zo snel door tegenslagen uit het veld laten slaan, het blijven proberen (ondanks tegenslag), net zo lang doorgaan tot het gelukt was en ze een vaardigheid meester waren.
Kinderen met een meesterschapsrespons deden het - aldus het onderzoek van Dweck - aanzienlijk beter op op school dan kinderen met een hulpeloosheidsrespons: "Dit lijkt logisch: als je bij de eerste de beste tegenslag opgeeft bereik je minder, ook al ben je intelligenter. Iemand die minder intelligent is maar doorzet en blijft proberen, heeft meer succes. Intelligentie alleen is dus niet voldoende om goede prestaties te leveren, doorzettingsvermogen is net zo belangrijk".
Dweck kwam met twee verschillende theorieën over intelligentie:
-
Entiteitstheorie: intelligentie als een vast gegeven. Aanhangers van de entiteitstheorie stellen zichzelf vaker een zgn. prestatiedoel (gericht zijn op het verkrijgen van een posititieve beoordeling van je competenties en een negatieve beoordeling te voorkomen; het vermijden van een negatieve beoordeling of juist een positieve beoordeling willen krijgen, komt in essentie erop neer dat je wilt dat anderen een positief beeld van jouw competenties hebben en/of houden).
-
Groeitheorie: intelligentie als eigenschap die je - door nieuwe dingen te leren - verder kunt ontwikkelen. Groeitheoretici stellen zichzelf vaker leerdoelen (gericht op het vergroten van je competentie; niet gericht op de waardering van anderen, maar het goed willen doen in je eigen ogen, bezig zijn om jezelf te ontwikkelen).
"Hulpeloosheid blijkt los te staan van intelligentie. Iemand die goed kan leren en intelligent is, maar ervan overtuigd is dat zijn intelligentie vaststaat, zal zich eerder hulpeloos voelen als hij merkt dat hem iets niet lukt. Wanneer je ervan overtuigd bent dat je je intelligentie kunt ontwikkelen, zul je minder snel opgeven en vertrouw je erop dat je door er moeite voor te doen ooit zult slagen. Dit vertrouwen blijkt doorslaggevend te zijn voor de motivatie, de bereidheid om hard te werken en de prestaties die je levert."
Volgens Dweck stelt iemand met een entiteitstheorie zichzelf eerder prestatiedoelen dan leerdoelen; men heeft een voorkeur voor taken die makkelijk zijn voor zichzelf, maar moeilijk voor anderen. Men prefereert iets waarbij succes min of meer gerarandeerd is om aan te tonen dat het met de intelligentie wel goed zit. Mensen met een groeitheorie stellen zichzelf juist vaker leerdoelen omdat men ervan overtuigd is dat als je iets niet kunt, je het kunt leren. "Daarom gaat hij ook graag uitdagingen aan en zoekt steeds nieuwe uitdagingen, gaat steeds op zoek naar dingen die hij nog niet kan maar wel wil leren. De gedachte dat hij zich kan ontwikkelen zorgt ervoor dat hij ook graag dingen doet die hij nog niet zo goed kan. Als je jezelf wilt ontwikkelen en wilt leren, ga je vanzelf op zoek naar iets wat je nog niet zo goed kunt. Hij heeft daarom een voorkeur voor moeilijke en uitdagende opdrachten en is tevreden als hij merkt dat hij ergens beter in wordt."
Volgens Van Dan is de voorkeur voor prestatiedoelen (willen presteren) of leerdoelen of (willen leren) een eigenschap van onze persoonlijkheid; het gaat om een eigenschap die we in de loop van ons leven ontwikkelen en die stevig in ons verankerd ligt. Overigens geldt niet dat deze eigenschap voor het leven vast ligt.
Inspanning
De oriëntatie die we hebben, kleurt de werkelijkheid; de leer- of prestatieoriëntatie is allesbepalend voor onze blik op de wereld. "Iedereen weet dat je je moet inspannen om iets te bereiken. Bijvoorbeeld als je een muziekstuk wilt spelen. Dit kun je doen met als doel om te laten zien dat je het goed kunt spelen, het optreden dat je geeft is daar een bewijs van. Je bent gericht op het leveren van een prestatie; in die situatie heb je een prestatiedoeloriëntatie. Maar wanneer je oefent, heb je als doel beter te worden in het spelen van het muziekstuk. In zo'n situatie heb je een leerdoeloriëntatie. Als het doel is om te leren ben je tot meer inspanning bereid. (...) Behalve het feit dat je als je leert meer moeite wilt doen, is er nog een verschil: je geeft minder snel op. Als je iets leert, geloof je uiteraard dat je je op dat gebied kunt ontwikkelen. Daarom ga je gewoon langer door en lever je meer inspanning. Je wilt het uiterste van jezelf geven en begeeft je op het gebied dat je niet gemakkelijk af gaat. De verwachting is dus min of meer dat dat wel veel moeite zal kosten. Als het niet gelijk lukt, vind je dat niet vreemd. Je probeert het gewoon nog een keer en het liefst op een andere manier om te kijken of het dan wel lukt."
Uitdaging
"Je zou ook kunnen zeggen dat als je doel is om te laten zien wat je kunt, dit niet te lang op zich moet laten wachten. Dit is ook de reden dat we bij het laten zien wat we kunnen geen uitdaging zoeken maar juist veiligheid. (...) Wanneer je iets gaat leren, zit je eigenlijk op de rand van je kunnen. Wat je wilt bereiken, ligt dus niet meer in de zone van datgene wat je makkelijk af gaat. ... Als je de lat hoog legt, ga je de grens van je kunnen opzoeken."
Strategie
"De vraag hoe we iets moeten aanpakken is zowel bij het willen presteren als bij het willen leren van belang. En ook hier zijn er weer verschillen. Bij het willen presteren willen we de beste strategie hebben. We kiezen de strategie waarvan we verwachten dat die de beste resultaten oplevert. (...) Als je iets wilt leren, weet je vaak niet wat de beste manier is om je iets eigen te maken. Het bepalen van je strategie is een onderdeel van het leerproces. (...) [A]ls we prestatiedoelen stellen, gebruiken we de strategie waarmee we het meeste succes hebben gehad. Als we willen leren, zijn we meer geïnteresseerd in hoe we resultaat kunnen boekenen zijn we meer bezig met het proces en het ontdekken van strategieën."
Waardering
"Wanneer we willen laten zien wat we kunnen, zijn we gericht op positieve beoordelingen en gaan we op zoek naar complimentjes. (...) We hopen dat we waardering krijgen voor wat we doen ... Als kritiek krijgen vinden we dat vervelend om te horen, we willen het liefst alleen complimenten ontvangen. Als we bezig zijn met leren, zijn we niet uitsluitend gericht op complimentjes. We staan ook open voor adviezen en opbouwende kritiek. (...) [I]emand die wil leren, heeft behoefte aan positieve en negatieve kritiek. Van beide kan hij leren en beide laten hem zien hoe hij zich verder kan ontwikkelen. Wanneer je gericht bent op presteren, is alleen positieve kritiek welkom. Negatieve kritiek is bedreigend omdat je bevestigd krijgt dat je iets niet kunt en het geloof aanwakkert dat je het niet kunt leren."
Fouten zijn niet erg
"Het is heel eenvoudig: als je je vaardigheden wilt laten zien zijn fouten erg vervelend. Ze laten je zien dat je het niet kunt en het wat net je bedoeling te laten zien dat je iets wel kunt. Een fout is dan een gemiste kans en een tevergeefse poging die niets oplevert, behalve het gevoel dat je gefaald hebt. Voor iemand die bezig is om zichzelf te ontwikkelen en wil leren, is het maken van fouten onvermijdelijk. Het is het bewijs dat hij nog meer moet oefenen omdat hij de vaardigheid nog niet onder de knie heeft.
De filosoof Wittgenstein had als motto: Sla munt uit iedere fout. Als je zo naar een fout kijkt, is het een kans om te leren en levert het je in ieder geval iets op. De filosoof Friedrich Nietsche hield er een nog stelligere mening op na: 'Dat wat me niet doodt, maakt me sterker.' Volgens hem verrijken fouten, tegenslagen en negatieve ervaringen je en maken ze je sterker."
Leerdoeloriëntatie | Prestatiedoeloriëntatie | |
Vaardigheden/intelligentie | Staan niet vast | Staan vast |
Doelen | Uitdagend | Veilig |
Inspanning | Positief | Negatief |
Succes | Veel inspanning | Weinig inspanning |
Falen | Meesterschapsrespons | Hulpeloosheidsrespons |
Strategie | Veelzijdig | Eenzijdig |
Feedback | Positief en negatief | Alleen positief |
Motivatie | Competentie verbeteren | Waardering van anderen |
Fouten | Onderdeel van het leerproces | Vermijden |
Focus | Proces is belangrijk | Resultaat is belangrijk |
Zie ook: