Bij het doen van onderzoek is het zelden mogelijk om alle elementen waarin men geïnteresseerd is (de populatie) te onderzoeken. ... Men onderzoekt dan een steekproef van elementen uit die populatie; dit is een kleinere groep uit het grote geheel. Wil men met enig vertrouwen op basis van die steekproef uitspraken over een populatie doen, dan moet de steekproef representatief en willekeurig getrokken zijn.
Bij een aselecte steekproef (random sample) heeft ieder element van de populatie een even grote kans om in de steekproef te worden opgenomen. Een aselecte steekproef wordt ook wel een willekeurige steekproef genoemd. ...
Een steekproef waarbij ieder reeds getrokken element bij iedere volgende trekking opnieuw in aanmerking komt getrokken te worden, heet een steekproef met teruglegging. ...
Uitspraken over populaties zijn altijd kansuitspraken; je weet het nooit helemaal zeker, jui s t omdat je niet de hele populatie, maar slechts een steekproef onderzocht hebt.
Om waarde toe te kennen aan de uitkomsten van een steekproef en daarmee valide statische conclusies te kunnen trekken over de gehele populatie, moet een steekproef aan een aantal algemene eisen voldoen, namelijk dat de steekproef representatief, onafhankelijk en unbiased zijn.
-
Representatief: de steekproef moet representatief zijn voor de gehele populatie.
-
Onafhankelijk: de keus voor het ene element mag geen invloed hebben op de ander.
-
Unbiased: elk element moet even grote kans hebben in de steekproef te komen.
Steekproefmethoden
Steekproeven kunnen op verschillende manieren worden genomen. Zo bestaat er een onderscheid tussen selecte en aselecte steekproeven, met elk weer zo hun eigen varianten.
-
Aselecte steekproef: elk element heeft evenveel kans om aan de steekproef deel te nemen. De steekproef komt tot stand door een volstrekt willekeurige loting, zonder criteria op basis waarvan wordt geselecteerd.
-
Selecte steekproef: het is aan de steekproefafnemer of een bepaald element wel of niet deel kan zijn van een steekproef. Zoals de naam al aangeeft is er een bepaald criterium dat selecteert.
Aselecte steekproeven
(1) Enkelvoudige steekproef
Uit een gegevensbestand (de populatie) worden willekeurige elementen getrokken om deel te zijn van de steekproef. Elke element uit de populatie heeft dus gelijke kans om geselecteerd te worden. (...) Wanneer je een steekproef wilt zonder teruglegging, kan elk element slechts één keer geselecteerd worden. Neem je een steekproef met terugleggen, dan bestaat er een kans dat een willekeurig element vaker geselecteerd wordt.
(2) Systematische steekproef
Bij een systematische steekproef gebruik je een regel om een steekproef samen te stellen. Uit een kaartenbak wordt bijvoorbeeld elke keer de achtste kaart getrokken. ... Of je selecteer alle personen van wie de voornaam begint met een 'K'.
(3) Cluster steekproef
Bij een clustersteekproef wordt een bepaald cluster (homogene subgroep) geselecteerd uit alle elementen van de gehele populatie. ...
(4) Gestratificeerde steekproef
Bij een gestratificeerde steekproef deel je een groep in deelpopulaties op basis van een specifiek kenmerk. Denk hierbij aan een groep bewoners uit een bepaalde deelgemeente die je weer verder opdeelt. Je kunt die groep bijvoorbeeld weer onderverdelen in alle mannen boven en onder de 55 in die deelgemeente. Bij een gestratificeerde steekproef wordt de populatie, op basis van een specifiek kenmerk (de strata), opgedeeld in verschillende deelpopulaties.
(...)
Selecte steekproeven
(1) Zelfselectie
Bij zelfselectie mogen de deelnemers zelf bepalen of zij onderdelen willen zijn van een steekproef. ...
(2) Quatasteekproef
Bij een quotasteekproef is een maximum aantal deelnemers of elementen afgesproken die deel uitmaken van de steekproef. ...
(3) Doelgerichte steekproef
Bij een doelgerichte steekproef worden specifieke deelnemers gezocht, die voldoen aan bepaalde kenmerken. Gezocht wordt dan naar typische gevallen die passen in de doelgroep waarop het onderzoek zich richt.
De steekproefgrootte
Willen we dus goede, betrouwbare uitspraken kunnen doen over een gehele populatie, aan de hand van een steekproef, dan moet die steekproef aan een aantal voorwaarden voldoen. Eerder hebben we dat een representatieve steekproef genoemd. Maar wat maakt een steekproef dan representatief? Om dat te kunnen beoordelen spelen zowel kwalitatieve als kwantitatieve aspecten een rol.
Een kwalitatief aspect is bijvoorbeeld dat de steekproef in zijn samenstelling een goede weergave moet zijn van de gehele populatie. ... De representativiteit van de steekproef wordt echter niet alleen bepaald door kwalitatieve aspecten, maar ook door de omvang. Een steekproef telt pas echt mee op het moment dat het de juiste omvang heeft! We zeggen dan dat de minimale steekproefgrootte van voldoende omvang moet zijn om significante uitspraken te kunnen doen. We zullen dus moeten vaststellen wat die minimale steekproefgrootte moet zijn!
De omvang van een steekproef, de steekproefgrootte is afhankelijk van een drietal zaken:
-
Het type data, dat onderzocht wordt.
-
Het betrouwbaarheidsniveau.
-
De foutenmarge.
-
De geschatte mate van spreiding in de data.
-
De omvang van de populatie.
Bron:
- Statistiek in woorden, Anke Slotboom
- Theorieboek Lean Six Sigma - upgrade to Blackbelt, Marco A.M. Koet (MKPC)