In het boek Informatiearchitectuur - de infrastructurele benadering beschrijven Wim van der Sanden en Bart Sturm het begrip architectuur als volgt:
[Architectuur] is de wijze waarop een visie of idee herkenbaar is geconcretiseerd in de opbouw van een object. Op basis van deze omschrijving kunnen vijf definiërende kenmerken van architectuur worden onderscheiden:
-
Architectuur beschrijft de structuur van een object, dat wil zeggen: uit welke componenten het object is samengesteld; wat hun functie is, welke bijdrage ze elk leveren aan de algemene doelstellingen; hoe deze componenten samenhangen.
-
Architectuur is bij uitstek het instrument om de kwaliteit van het geheel te sturen. Hoe uitdagender de doelen, des te belangrijker is de samenhang. Een goede samenwerking tussen de componenten moet suboptimaal gedrag voorkomen en synergie bewerkstelligen.
-
Essentieel voor een architectuur is dat zij uitdrukking geeft aan een visie. Niet elke structuur noemen we een architectuur. (...) Ontbreekt een visie, dan kan het geheel nog wel een structuur hebben, alleen drukt die niets uit: het geheel is 'stijlloos', een structuur zonder ziel.
-
Architectuur is het resultaat van onderhandeling. Architectuur is belangrijker naarmate de eisen hoger zijn. Pas dan moet de architect de grenzen van het mogelijke onderzoeken. De architectuur verschaft evenwicht tussen wenselijkheid, maakbaarheid en andere tegengestelde eisen en belangen.
-
Architectuur vormt een scharnierfunctie tussen 'wensen' en 'doen'. De architectuur slaat een brug tussen enerzijds de doelstellingen - wat moet er worden bereikt - en anderzijds de uitvoering - wat daarvoor moet worden gedaan.
Bron: Informatiearchitectuur - de infrastructurele benadering, Wim van der Sanden en Bart Sturm