In het boek Applicatieportfoliomanagement voor IT-complexiteitsreductie beschrijft Arjan Juurlink negen aspecten die bepalend zijn voor de functionele en technische waarde van applicaties:
Functionele kwaliteit van een applicatie
-
Procesondersteuning: mate waarin als het systeem er niet zou zijn extra handmatig werk (uitgedrukt in fte) nodig zou zijn.
-
Strategisch belang (competitive advantage): mate waarin je concurrentie al dan niet ook beschikken over dezelfde functionaliteit (features).
-
Gebruikerstevredenheid: mate waarin gebruikers al dan niet tevreden zijn over het functioneren van de applicatie ('gebruikerswaarde').
-
Functioneel risico: risico op factoren verwachte wettelijke wijzigingen, aantal gebruikers, operatie die binnen 2 dagen stopt of mogelijke reputatieschade.
Technische kwaliteit van een applicatie
-
Technisch doelplatform: mate waarin de technologie verouderd danwel standaard (incl. bijbehorende ondersteuning vanuit de markt).
-
Schaalbaarheid: mate waarin applicatie opschaalbaar is tegen redelijkek kosten.
-
Flexibiliteit (procesuitbreiding): mate waarin applicatiek aanpasbaar is aan nieuwe additionele producten, processen en/of diensten.
-
Stabiliteit/betrouwbaarheid: mate waarin applicatie stabiel gevoelig is voor (ver)storingen.
-
Borging van beheer: mate waarin beheer (goed) is ingeregeld (niet beheerd, 'best effort' of volledig in beheer).
Gerelateerd artikel: Beheermodel van Op de Coul
Bron: Applicatieportfoliomanagement voor IT-complexiteitsreductie, Arjan Juurlink