• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Home Losse flodders Het verrotte bancaire model volgens Ewald Engelen
Het verrotte bancaire model volgens Ewald Engelen

bankieren bancaire model

Sinds september 2008 is er volgens het IMF bijna 20% van het mondiale bruto product, ongeveer 12 biljoen dollar - in rook opgegaan. In een artikel in De Groene Amsterdammer betoogt Ewald Engelen - hoogleraar financiële geografie - dat dit komt omdat het bancaire model door en door verrot is. Om maar met een eerste onheilspellend citaat te beginnen: "Banken verkopen elkaar opgepompte onzin waar niemand wat aan heeft, en doen niet wat ze moeten doen: gewoon krediet verstrekken. Regulering is een lachertje. Er moet iets gebeuren, voordat de bankiers ons weer de grond in drijven.". De toon is gezet! Of anders deze: "Niet eerder (...) hadden zo weinigen in zo'n korte tijd zo veel schade toegebracht aan zo velen."

Volgens Engelen lopen de politici nog steeds aan de leiband van bankiers en is de politieke elite nog altijd zeer terughoudend in het temmen van bankiers: "Jarenlang hebben banken met goedkoop geld ongestoord gigantische balansen kunnen bouwen op een zo klein mogelijke vermogensbasis om winsten en bonussen op te blazen: bankieren op anabolie steroïden. Toezichthouders stonden erbij en keken ernaar, markfundamentalisten applaudisseerden terwijl politiek en burgerij zich verveeld afwenden en zich vol overgave stortten op het volgende hoofddoekjesincident. Toen het ondenkbare toch gebeurde en in september 2008 de bancaire droomkastelen met oorverdovend geraas instortten, beseften politici plotsklaps dat de banken in hun val ook de burgerij konden meesleuren. Bankieren mocht dan het exclusieve domein zijn van hoogopgeleide mannen en vrouwen met dure maatpakken en intimiderend jargon, toen het mis ging bleek dat zij doodleuk hadden zitten gokken met onze huizen, onze spaarcenten en onze pensioenen. En dus zagen overheden zich genoopt om alles uit de kast te halen om de banken te redden. Ook al betekende het de ondenkbare nationalisering van banken en ook al zadelde het ons op met honderden miljarden aan staatsschulden."

Engelen stelt dat het er even op leek dat een politieke bereidheid ontstond om hard in te grijpen in 'het lucratieve spiegelpaleis dat bankiers voor zichzelf hadden opgetrokken', maar al snel kwam het temmen van de banken 'op het bordje te liggen van dezelfde technocratische toezichthouders die voor de crisis uitblonken in bancaire horigheid'.

Engelen verklaart de timide politieke respons op de crisis uit angst en belangenverstengeling.

De angst zit erin dat volgens Engelenn de toezichthouders en politiek zich in september 2008 het leplazarus zijn geschrokken, toen de wereld - na het failliet van Lehman Brothers - aan de rand van de financiële afgrond stond. "En als je bedenkt dat Amerikaanse en Europese banken drie jaar na dato nog altijd voor honderden miljarden aan afschrijvingen voor de boeg hebben - Europese overigens veel meer dan Amerikaanse - snap je waarom toezichthouders als de dood zijn om banken aan strenge stresstests te onderwerpen of voor te stellen de Griekse staatsschuld te herstructureren, Ierse banken over de kop te laten gaan, obligatiehouders te laten meebetalen aan reddingsacties, of banken hogere kapitaaleisen op te leggen. Want laten we wel wezen: we redden niet Griekenland, Ierland of straks Portugal en Spanje, maar Société Générale, ING, KBC en Deutsche Bank.

De belangenverstrengeling verklaart Engelen uit het feit dat bankiers vaak medeauteurs zijn van - danwel hun lobbyorganisaties loslaten op - wetgeving die bedoeld is om hun eigen handelingsvrijheid te beperken, en het draaideureffect waarbij topbankiers tijdelijk overstappen naar de politiek.

Volgens Engelen is het meest schokkend dat banken niet terugdeinzen voor chantage en tieren na de crisis de bekende stijlbloempjes: verhoging van kapitaaldekkingseisen brengen de kredietverstrekking aan het midden- en kleinbedrijf in gevaar, huizenmarkt droogt op bij beperkingen op tophypotheken, bij strenger bonussenbeleid lopen de beste mensen weg. Dergelijke dreigementen zijn begrijpelijk, maar getuigen van weinig gevoel voor maatschappelijke verhoudingen.

"Als er aan je bonus wordt getornd zijn alle middelen geoorloofd. Hoe exorbitant en onverdiend die bonus ook is en hoe terecht de opheft erover ook is . Onbegrijpelijk waarom politici zich laten chanteren en ook na de crisis banken geen strobreed in de weg druven te leggen. Waarschijnlijk komt het door het politieke onvermogen om de bancaire sprookjes door te prikken, het nostalgische verhaal over de nuttige bankier.

Ooit mogen banken nuttig zijn geweest, sinds pakweg vijftien jaar zijn ze dat nauwelijk meer. Grote bedrijven weten steeds vaker zelf de weg naar de geldmarkt te vinden en hebben bankiers steeds minder nodig. De kredietverlening aan consumenten is de laatste jaren radicaal veranderd. Banken doen nog maar mondjesmaat aan goedkoop geld lenen en duur uitlenen. In plaats daarvan zijn ze vooral elkaar lucratief gaan bedienen met gestructureerde producten die een paar basispunten meer opleveren dan het klassieke bankieren. (...) Banken zijn steeds meer afhankelijk geworden van provisies en commissies. Onder de vlag van financiële innovatie is in twintig jaar tijd kredietverstrekking voor de meeste banken een marginale activiteit geworden. In plaats daarvan zijn complexe gestructureerde producten gekomen, die neerkomen op gedwongen winkelnering en koppelverkoop en drie dingen tegelijk doen: het maximaliseren van bancaire provisies, het minimaliseren van fiscale verplichtingen, en het verdoezelen van de kostenstructuur."

Bij banken draait het vooral om de rendementen op eigen vermogen en minder aan de rendementen per activa. Volgens Engelen bevat het verschil tussen deze maatstaven de sleutel om te begrijpen hoe het bancaire bedrifsmodel voor de crisis zo succesvol kon blijken en tijdens de crisis zo wankel bleek.

"In de vijftien jaar voor de crisis hebben banken drie dingen gedaa. Ten eerste hun balansen kunstmatig opgeblazen met impliciete staatsgaranties en goedkope interbancaire leningen. Banken hebben altijd meer uitgeleend dan ze bezaten. Maar waren in de jaren vijftig hefbomen van vijf maal het eigen vermogen normaal, vlak voor de crisis hadden sommige banken hefbomen van meer dan vijfig. Ten tweede hebben banken hun reserve-verplichtingen zo veel mogelijk proberen te ontlopen: hoe minder 'dood kapitaal'; hoe meer winst. En ten derde bezondigden banken zich aan het kopen, doorverkopen en nog eens doorverkopen van elkaars onzinproducten. (...) Met kredietverstrekking aan huishoudens en bedrijven had het allemaal niets te maken; met de jacht op bovengemiddeld rendement; het maximaliseren van inkomsten en het ontlopen van verplichtingen des te meer. De beste metafoor is die van drie antiquairs op een onbewoond eiland die elkaar steeds opnieuw hetzelfde Biedermeierkastje verkopen en er goed van kunnen leven. Want dat is nog het meest onthutsend: bankieren op anabole steroïden komt uitsluitend bankiers ten goede."

"Het bankcaire bedrijfsmodel is door en door verrot. Banken doen niet wat ze moeten doen - huishoudens en bedrijven degelijke kredieten verstrekken - en doen wel wat ze moeten laten: elkaar opgepompte onzin verkopen waar niemand wat aan heeft. Dat was voor de crisis zo en is - helaas - nog steeds zo. De voorgestelde regulering is een lachertje."

Volgens Engelen moeten de anabole steroïden waaraan de bancaire stector verslaafd is geraakt definitief de wereld uit door hogere kapitaalbuffers, banken te verbieden hun eigen buffers te bepalen en moeten politicie argwaan gaan oefenen. "Pas wanneer zij inzien dat het intimiderende jargon van de bankier bestaat uit een mengsel van potjeslatijn, halfbegrepen economische theorieën, wereldvreemde mathematica en regelrechte bullshit kunnen zijn de wereld bevrijden van de roofzuchtige bankiers die ons in 2008 naar de rand van de financiële afgrond hebben gebracht en dat bij ongewijzigd beleid weer zullen doen."

Gerelateerd artikel

Bankieren volgens Peter Blom (Triodos Bank)

Bron: De Groene Amsterdammer (13), 31 maart 2011

Laatst aangepast op vrijdag, 03 januari 2020 13:09  

 

It’s not the progress I mind, it’s the change I don’t like.

Mark Twain

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 117 gasten online
Artikelen

continuous improvement john hunter current success final achievement

Banner
Banner

kracht situatie sommers sam 

De kracht van de situatie
Hoe onze omgeving ons gedrag beïnvloedt
Sam Sommers

Bij Managementboek.nl

Lean boekentips

Banner