• Vergroot lettergrootte
  • Standaard lettergrootte
  • Verklein lettergrootte
Home Management Bedrijfsprocessen (als transacties) volgens Jan Dietz
Bedrijfsprocessen (als transacties) volgens Jan Dietz

transacties jan dietz executor initiator

transactie bedrijfsproces jan dietz

Programma, impuls, actie, activiteit, proces
Rol, script en programma zijn (in toenemende mate meer formele) beschrijvingen van de handelingen die een actor onder bepaalde omstandigheden normaliter zal doen.
Rol, script en programma zijn door een actor uitvoerbare beschrijvingen van handelingen. De meest formele beschrijving is een programma. Een programma is een samenhangende beschrijving van een hoeveelheid werk, inclusief eventueel de daarbij behorende doelen, eisen, randvoorwaarden, te volgen procedures en te volgen gedragsregels. Als de actor een computer is, dan is het programma een computerprogramma. Een taak is een programma waarvoor de verantwoordelijkheid aan een bepaalde actor is toegewezen. Om een actor een programma te laten uitvoeren is een gebeurtenis nodig die als impuls (trigger) werkt.

De uitvoering van een programma leidt tot een feitelijk in de tijd plaatsvindende handelingen. Handelingen kunnen acties of activiteiten zijn. Om het verschil tussen
actie en activiteit uit te leggen hebben we het systeem begrip nodig. Het objectsysteem kan worden beschreven in term en van toestanden en gebeurtenissen voor. Als een
gebeurtenis optreedt hangt de volgende toestand zowel van de gebeurtenis als van de huidige toestand af.

Een actie is een handeling door een actor waarvan de tijdsduur te verwaarlozen valt in het kader van het reticulatie-niveau van de toegepaste modellering. Een actie is geassocieerd met een gebeurtenis die als impuls werkt. Een activiteit is, in tegenstelling tot een actie, een handeling door een actor die tijd in beslag neemt. In veel gevallen is een activiteit geassocieerd met een toestand waarin het systeem bezig is met het uitvoeren van die activiteit. Bij essentiële acties zoals overdrachtshandelingen (overdrachtsacties) of omzettingshandelingen wordt veelal een prestatie geleverd. Taalhandelingen (communicatieve acties) bestaan uit op het verzenden en ontvangen van berichten.

Een proces is een verzameling samenhangende, door impulsrelaties verbonden, acties en activiteiten. Een proces dat op organisatieniveau wordt onderscheiden is een bedrijfsproces.

(...)

Volgens de theorie van Dietz (1996) heeft een interactie, als we die maar abstract genoeg beschouwen, een standaardstructuur. De kern van een interactie wordt gevormd door een overdrachtshandeling. Om die overdrachtshandeling heen worden berichten uitgewisseld. Bij de interactie zijn twee partijen betrokken: de initiator en de executor. De executor voert de overdrachtshandeling uit, terwijl de initiator degene is waarvoor de overdrachtshandeling wordt uitgevoerd en die ook het initiatief neemt voor de interactie. Voordat de overdrachtsactie wordt ondernomen, vindt eerst een actagene conversatie plaats waarbij het uitvoeren van de overdrachtsactie op de agenda van de executor wordt geplaatst. Nadat de overdrachtsactie heeft
plaatsgevonden moet in een factagene conversatie worden geconstateerd dat zulks het geval is. De hieruit volgende algemene structuur van een interactie is volgens de DEMO methode van Dietz (1996: 33):

Actagene conversatie, bestaande uit de communicatieve acties:
- verzoek tot uitvoering van de overdrachtsactie door de initiator;
- belofte tot uitvoering van de overdrachtsactie door de executor;
- uitvoering van de overdrachtsactie (executie) door de executor;

Factagene conversatie, bestaande uit de communicatieve acties:
- verklaring dat de overdrachtsactie is uitgevoerd door de executor;
- aanvaarding van de verklaring dat de overdrachtsactie is uitgevoerd door de initiator.

In een actagene conversatie komt een agendum tot stand, een punt op het actielijstje van de uitvoerder van de overdrachtsactie (Dietz, 1992: 78). De actagene conversatie
bestaat uit een verzoek en een belofte:
- "Ik verzoek u mij 10 fietsen van het type Gazelle Tour de France Heren te leveren." (verzoek door JEEKAA, optredend als Initiator);
- "Ik beloof u deze fietsen binnen 12 weken te leveren onder voorwaarde van de bijgesloten leveringsvoorwaarden." (belofte door Gazelle, optredend als Executor).
In de factagene conversatie komt een feit tot stand, een door beide actoren geaccepteerde constatering (Dietz, 1992: 79).
- "Hierbij lever ik u 10 fietsen van het type Gazelle Tour de France Heren."
(verklaring van Gazelle, optredend als Executor)
- "OK" (aanvaarding van deze verklaring door JEEKAA, optredend als Initiator)

Actagene conversatie en factagene conversatie vormen samen de besturing van de overdrachtsactie. De rol van de initiërende actor is daardoor besturend. De rol van de
executerende actor is besturend én uitvoerend.
De hierboven genoemde stappen zijn de stappen die gedaan worden als de interactie op de standaard (default) manier verloopt. De uitzonderingen op dit standaardproces, zoals bijvoorbeeld het intrekken van het verzoek (bijvoorbeeld annulering van een bestelling) kunnen in een toestandsdiagram worden gemodelleerd.

Transactie
Een transactie is een geheel van interacties tussen actoren die tot verschillende organisaties behoren, waarbij op grond van een overeenkomst een uitwisseling van zaken of rechten plaatsvindt. Een transactie is een proces. De meeste gebruikelijke transactie bestaat uit een prestatie en een tegenprestatie, zoals het leveren van een fiets en het betalen van die fiets.

Meestal komt elke fase in een transactieproces overeen met een interactie , d.w.z. uitwisseling van een bericht van de ene actor naar de andere actor, en van een tegenbericht. Soms is een bericht als verklaring gekoppeld aan het leveren van een prestatie. Zo beschouwd, is de standaardstructuur van de interactie van Dietz een uitwerking van twee fasen in het transactiepr
oces, namelijk de fase van het af sluiten van een contract en de fase van het leveren van een prestatie. In wezen bestaat de standaardstructuur van Dietz dus uit twee interacties:

interactie 1: het afsluiten van een overeenkomst c.q. contract: acties:
- verzoek (b.v. bestelling) (door initiator);
- belofte, bevestiging van verzoek (b.v. orderbevestiging) (door executor);

interactie 2: het leveren van een prestatie: acties:
- levering van de prestatie (uitvoering) (door executor);
- verklaring dat prestatie is geleverd (door executor);
- aanvaarding van de verklaring dat de prestatie is geleverd (door initiator).

 

Bron: Modelleren van gebruiksmogelijkheden (use cases), H.W.M. Gazendam

Laatst aangepast op maandag, 28 september 2020 19:42  

Worry does not empty tomorrow of its sorrow; it empties today of its strength.

Corrie Ten Boom

Banner

Archief

Lean boeken top 5

(maart 2016)
Banner
Banner
Banner
Banner
Banner

We hebben 105 gasten online
Artikelen

standaarden taiichi ohno lean

Banner
Banner

 remco claassen wij gunnen

WIJ
De psychologie van het gunnen
Remco Claassen

Bij Managementboek

Lean boekentips

Banner