Mensen gaan pas acteren als het hart geraakt wordt - doordat ze het kunnen plaatsen binnen de eigen kaders zoals zij de dingen zien. Ik heb hiervoor een leuk verhaal: het experiment van Jakarta.
Een groep wetenschappers had een inboorling uit de jungle van Borneo gehaald en enkele dagen rondgeleid in de wereldstad Jakarta. Alles liet men hem zien: lift en, elektriciteit, auto’s, vliegtuigen, ijskasten, supermarkten, stromend water, enzovoort. Twee weken nadat de inboorling weer terug was bij zijn eigen stam vroegen de onderzoekers hem wat hem nou het meest was bijgebleven van het bezoek aan Jakarta. Zonder aarzelen riep de inboorling uit: ‘… dat die man zóveel bananen kan vervoeren!’ De wetenschappers pijnigden hun geheugen om te begrijpen wat de inboorling bedoelde.
Uiteindelijk kwamen ze erachter. Banaan vormde een van de belangrijkste voedselbronnen voor de stam waartoe de man behoorde. Maar zelfs de sterksten van de stam konden één, hooguit twee trossen bananen tegelijkertijd op de schouder vervoeren. Nu bleek de inboorling op de eerste dag van zijn bezoek een man gezien te hebben die een handkar voortduwde met daarop maar liefst vijftien trossen bananen. En alleen dát was hem bijgebleven. Al dat andere had geen betekenis, hij kon dat niet inpassen in zijn eigen leven. Die bananen wel. Alle andere fraaie verworvenheden van de westerse beschaving waren volstrekt aan hem voorbijgegaan!
Zie ook: Blijf van de bananen af!
Bron: Organisatiedynamica, theorie en praktijk van organisatieverandering, Thijs Homan, via hoofdstuk 5 ‘Ze’ willen niet mee. Hoezo niet?
Reacties