Om dingen gedaan te krijgen, moet je het doen. GTD verschilt in belangrijke mate van andere timemanagement-methoden. Vaak geldt bij andere methoden namelijk de verplichting om je prioriteiten altijd up-to-date te hebben (en houden). Bij GTD werkt het anders. Taco Oosterkamp stelt in Getting Things done in de prakijk dat het 'het leven te onvoorspelbaar en hectisch (is) om elke keer een complete rangorde van je prioriteiten te maken'.
Als je werkt op basis van GTD heb je al je verplichtingen georganiseerd in je GTD-systeem. Op deze manier beschik je altijd over een compleet overzicht van mogelijke acties. Omdat je zeker weet dat je Eerstvolgende actie-lijst een compleet menu vormt met alle, maar dan ook álle acties waar je uit kunt kiezen, dan kun je van moment tot moment de prioriteit bepalen. Binnen GTD kun je intuïtitief beslissien op basis van je prioriteiten van het moment.
Bij het kiezen van welke actie je gaat ondernemen, raadpleeg je de agenda voor dingen die per se vandaag moeten gebeuren. Vervolgens kun je op basis van de Eerstvolgende actie-lijst beslissen wat je gaat doen. Bij het nemen van beslissingen over welke Eerstvolgende actie te ondernemen, kun je gebruik maken van vijf beslissingscriteria:
-
Context: wat kun je doen op de plek waar je nu bent?.
-
Tijd: hoeveel tijd is beschikbaar?
-
Energie: hoeveel energie heb je op dit moment?
-
Prioriteit: welke prioriteit hebben acties op de lijst?
-
Momentum: acties die ervoor zorgen dat (veel) ander werk in gang wordt gezet vs. acties die helemaal op zichzelf staan.