'Smart', 'pure' en 'clear' zijn drie gangbare acroniemen om aspecten van doelen te kunnen onthouden en operationaliseren:
S pecific (precies)
M easurable (meetbaar)
A ttainable (haalbaar: meestal vertaald als acceptabel)
R ealistic (realistisch)
T ime(boun)d (planbaar: meestal vertaald met tijdgebonden)
P ositively stated (positief geformuleerd)
U nderstood (te begrijpen)
R elevant (relevant)
E thical (ethisch verantwoord)
C hallenging (uitdagend)
L egal (binnen de wet/legaal)
E nvironmentally sound (milieuvriendelijk)
A greed (iedereen akkoord/consensus)
R ecorded (vastgelegd)
Volgens Ad van der Hulst spreken deze acroniemen vooral verstandelijk tot de verbeelding, maar werkt het niet motiverend. De Getting Things Done (GTD)-methode van David Allen doet dit beter: het stellen van twee simpele vragen: (1) Hoe ziet succes eruit? (Wat is de gewenste uitkomst, hoe ziet 'af' of 'gedaan' eruit?), (2) Wat is de eerstvolgende concrete fysieke actie die je dichter bij het doel brengt?
Vragen die - aldus Van der Hulst - "briljant in hun eenvoud en ongelooflijk enthousiasmerend en vitaliserend" zijn, waarna hij concludeert: "Hoe simpel kan het zijn? Het leren werken met deze twee vragen maakt het hele SMART-circus overbodig, leert ons weer concreet te denken, aangehaakt te zijn aan de werkelijkheid en geeft ons energie om te gaan handelen."
Bron: http://www.adjustintime.nl/wp/2010/09/s-m-a-r-t-en-gtd/