Rijk Schildmeijer & Paul Suijkerbuijk beschrijven in het boek Six Sigma in de praktijk wat zij verstaan onder een datacollectieplan:
Het datacollectieplan is een plan waarin vastgelegd wordt wat er gemeten gaat worden, hoe er gemeten gaat worden en door wie er gemeten gaat worden. Het format van het datacollectieplan is bruikbaar voor de hele DMAIC-cyclus:
-
Measure: verzamelen van data over de project Y en de (stratificatie)factoren om zo tot de 'Baseline performance' en het entitlement vast te stellen.
-
Analyse: verzamelen van data over de project Y en de potentiële X-en om te komen tot de hoofdoorzaken die Y beïnvloeden.
-
Improve: verzamelen van data over experimenten van procesverbeteringen en pilotprojecten om zo te komen tot de beste oplossing.
-
Control: verzamelen van data na de implementatie van de oplossing, om zo de verbetering te kunnen aantonen.
- Is het doel duidelijk omschreven?
- Wie is er verantwoordelijk voor de meting en de dataverzameling?
- Zijn de betrokkenen geïnformeerd, is uitgelegd waar het om gaat?
- Is er training nodig?
- Zijn alle potentiële bronnen van data geïdentificeerd?
- Welke type data gaat verzameld worden?
- Zijn de data verzamelpunten opgezet? Liggen de turflijsten e.d. op hun plek?
(...)
In het datacollectieplan zijn er drie onderdelen die samen het 'wat' van het datacollectieplan vormen:
- De operationele definitie
- Type meetresultaat
- Type data
(...)
Bij een verdeling van data in subgroepen is het belangrijk dat de verschillen tussen groepen zo groot mogelijk zijn en verschillen binnen de groepen zo klein mogelijk. De verschillende factoren van de groepen moeten elkaar uitsluiten en samen het geheel vormen.
Stratificatie helpt bij het zoeken naar prestatieverschillen tussen groepen of perioden om te komen tot de best case of het verklaren van een defect.
Bron: Six Sigma in de praktijk, Rijk Schildmeijer & Paul Suijkerbuijk