In zijn boek Toyota kata beschrijft Mike Rother het risico van de 'onrealistische implementatiemodus':
Er zijn misschien maar drie dingen die we met zekerheid kunnen en moeten weten: waar we zijn, waar we willen zijn en op welke manier we ons door het onbekende terrein tussen hier en daar moeten manoeuvreren. De rest moet enigszins onduidelijk zijn, want we kunnen niet in de toekomst kijken! De weg van waar we nu zijn tot waar we naartoe willen is een grijs gebied vol onvoorziene obstakels, problemen en kwesties die we alleen gaandeweg kunnen ontdekken. Het beste wat we kunnen doen is de aanpak - de manier - te leren kennen om met zo'n onduidelijke weg naar een nieuwe, gewenste toestand om te gaan, niet de precieze stappen en acties - de oplossingen.
Dat is wat ik bedoel als ik ... het heb over continue verbetering en aanpassing: het vermogen om vooruit richting een nieuwe gewenste toestand te gaan, dwars door een onduidelijk en onvoorspelbaar gebied, door opmerkzaam en alert te reageren op de omstandigheden van dat moment.
(...)
Als we geloven dat de weg vooruit vastomlijnd en voorspelbaar is, dan hebben we de neiging blindelings een vooropgezet implementatieplan uit te voeren - in plaats van opmerkzaam te zijn, adequaat om te gaan met wat er op de weg zelf langskomt en daarvan te leren. Zo bereiken we nooit de gewenste eindbestemming, ondanks al onze goede intenties.
Als iemand beweert zekerheid te hebben over de stappen die geïmplementeerd moeten worden om een gewenste bestemming te bereiken, dan moeten er bij ons alarmbelletjes gaan rinkelen. Onzekerheid is normaal - de weg vooruit kan niet precies worden voorspeld - en het is dus van het grootste belang hoe we daarmee omgaan en waar we onze zekerheid en ons vertrouwen aan kunnen ontlenen.
Bron: Toyota kata - managen naar verbetering, aanpassingsvermogen en superieure resultaten, Mike Rother