In zijn boek Synergetisch produceren beschrijft -sociotechnicus - Ulbo de Sitter hoe het bij pogingen om de doorlooptijd te reduceren het soms zinvoller is je te richten op het verkorten van de wachttijd in plaats van de bewerkingstijd:
Veel routes van tegelijk lopende orders leveren veel locaties op waar order routes elkaar op een werkplek kunnen kruisen. Het is zoals in het verkeer: heeft men veel auto's (orders) en veel kruispunten (werkplekken), dan heeft men veel stoplichten (wachttijden) en veel files (voorraad onderhanden werk bij elke werkplek).
De hoeveelheid onderhanden werk loopt dus open de doorlooptijd is voor elk product een veelvoud van de eigenlijke bewerkingstijd. Een gemiddelde bewerkingstijd van niet meer dan 5 tot 8 procent van de doorlooptijd is heel gewoon. De wachttijden zijn een gevolg van de structuur: het ingewikkelde wegennet met kruispunten.
Het probleem zit dus niet in de bewerkingstijden zèlf en kan daarom niet opgelost worden door snellere machines en harder of efficiënter werkende mensen. Alle inspanningen die men zich afdelingsgewijs getroost om de efficiency te vergroten zijn hier vergeefs, want wat heeft het voor zin de bewerkingstijd met 20% te verkorten als dat in feite maar 1% van de totale doorlooptijd uitmaakt?