Betrouwbaarheidsniveau
Het betrouwbaarheidsniveau is de mate waarin je onzekerheid over de juistheid van de uitkomsten toelaat. En betrouwbaarheidsniveau van 100% bij het nemen van een steekproef is onmogelijk, omdat het toeval altijd een bepaalde rol speelt. Wil je toch 100% zeker zijn van de uitspraken die je doet, dan rest slechts één mogelijkheid, namelijk de gehele populatie meten!
Een betrouwbaarheidsniveau van 95% is het meest gangbaar, met als alternatieven een betrouwbaarheid van 90% of 99%. Een betrouwbaarheid van 95% betekent dat je in 95 van de 100 gevallen met de gevonden steekproef een correcte uitspraak doet over de populatie. Je accepteert dan dus ook dat je in 5 van de 100 gevallen een foute uitspraak doet. ....
Een hoger percentage qua betrouwbaarheidsniveau zorgt ervoor dat de steekproefomvang groter moet zijn. Je wilt immers zekerder zijn van je zaak en om een scherp onderscheid te kunnen maken tussen bijvoorbeeld 'waar' of 'onwaar' heb je een grotere groep waarnemingen nodig!
95 betrouwbaarheidsinterval (of intervalschatting)
Een 95 betrouwbaarheidsinterval is een percentage waarmee je aangeeft hoeveel kans er is dat de gemeten variabele tussen bepaalde waarden ligt. Concreter: ik kan bijvoorbeeld met 95% zekerheid (betrouwbaarheidsinterval) zeggen dat het gemiddelde van spaargeld tussen de €1500 en €2500 ligt.
Waarom een betrouwbaarheidsinterval?
Een betrouwbaarheidsinterval wordt gebruikt om conclusies vanuit een steekproef te generaliseren naar de populatie. Alhoewel je geprobeerd hebt om zo’n representatieve steekproef als mogelijk te nemen, kan het natuurlijk altijd iets afwijken.
Daarom wordt er een slag om de arm gehouden: 95 betrouwbaarheidsinterval wil dan ook zeggen dat als het experiment vaak genoeg herhaalt wordt, in 95% van de gevallen de waardeen ook tussen X en Y liggen. Het gemiddelde vanuit de steekproef, laten we het Y noemen, ligt tussen X en Z in.
Tevens betekent dit dat er ook een foutmarge wordt gemeld: de alfa. Bij een 95 betrouwbaarheidsinterval is dit 5% (100% – 95% = 5%). Dat betekent dus dat er 5% kans is dat het in de populatie niet tussen X en Z ligt.
Bron: 95 betrouwbaarheidsinterval (of intervalschatting)